Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5996

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 29 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

B2B-transacties - Stilzwijgende verlenging van overeenkomsten van bepaalde duur

zelfstandig beroep
handelscontract
clausule
misbruikclausule
handelsregelingen
zelfstandig winkelbedrijf

Chronologie

29/3/2012Verzending vraag
2/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5996 d.d. 29 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Kleine zelfstandigen worden, net als consumenten, vaak geconfronteerd met bedingen tot stilzwijgende verlenging. Voor zelfstandigen worden deze bedingen tot stilzwijgende verlenging vaak gekoppeld aan disproportionele schadebedingen. Vele kleine zelfstandigen zijn zich meestal ook niet bewust van de stilzwijgende verlenging.

Wat de stilzwijgende verlenging van overeenkomsten betreft, bevinden de zelfstandigen zich in een gelijkaardige (zwakkere) positie als de consument. Echter, voor de consument bestaat momenteel reeds een beschermingsregeling via artikel 82 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. In dit artikel wordt bepaald dat een beding tot stilzwijgende verlenging in vetgedrukte letters, in een kader los van de tekst, op de voorzijde van de eerste pagina moet worden geplaatst. Het beding moet ook de gevolgen van de stilzwijgende verlenging vermelden, evenals de uiterste datum waarop de consument zich kan verzetten tegen de verlenging en de wijze van kennisgeving hiervoor. Behalve voor verzekeringsovereenkomsten bedraagt de maximale opzeggingstermijn twee maanden. De Koning kan voor bepaalde diensten of categorieën van diensten in afwijkende regels voorzien.

Het zou voor de contractuele bescherming van vele zelfstandigen die zich in quasi dezelfde positie bevinden als een consument, een hele stap vooruit kunnen betekenen indien er ook voor hen een aangepaste B2B-regeling zou bestaan voor de stilzwijgende verlenging van overeenkomsten van bepaalde duur, vergelijkbaar met de regeling voor de consumenten in artikel 82 van de wet marktpraktijken en consumentenbescherming.

Om die redenen had ik van de geachte vice-eersteminister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Laat de Europese regelgeving toe dat de bepalingen in de wet marktpraktijken en consumentenbescherming met betrekking tot de stilzwijgende verlenging van overeenkomsten worden uitgebreid met de B2B transacties?

2) Overweegt de vice-eersteminister een wetsontwerp te nemen om de wet marktpraktijken en consumentenbescherming in deze zin te wijzigen of is hij bereid een parlementair initiatief te steunen?

Antwoord ontvangen op 2 mei 2012 :

1) De Europese regelgeving verzet er zich niet tegen dat de bepalingen inzake stilzwijgende verlenging van dienstenovereenkomsten, zoals die zijn voorzien in de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, van toepassing zouden zijn op de “B2B” relatie.

2) De wet van 6 april 2010 bevat reeds een bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken van andere ondernemingen in Hoofdstuk 4, Afdeling 2 – Oneerlijke praktijken jegens andere personen dan consumenten. Zo is elke met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad waardoor een onderneming de beroepsbelangen van een of maar andere ondernemingen schaadt of kan schaden, verboden. Het ligt niet in mijn bedoeling om de voormelde wet die geldt voor alle producten te wijzigen om deze beschermingsmaatregelen uit te breiden tot de “B2B” relatie. Indien een bijzondere bescherming inzake de stilzwijgende verlenging van overeenkomsten voor de kleine zelfstandigen zich opdringt, ben ik van oordeel dat dit sector per sector moet worden onderzocht, bijvoorbeeld voor het aangaan van energiecontracten door zelfstandigen