Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5979

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 maart 2012

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) - Computerprogramma - Nieuwe aanpak - Stand van zaken

arbeidsinspectie
zwartwerk
bouwnijverheid
computerprogramma

Chronologie

23/3/2012Verzending vraag
9/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5979 d.d. 23 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds juni 2011 beschikt de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) over een computerprogramma dat de inspecties op bouwwerven op een meer efficiënte wijze mogelijk maakt. Dit programma leidt de inspecteurs naar de meest risicovolle werven en daarmee stijgt de kans om overtredingen vast te stellen. Voorlopig werkt dit systeem enkel in de bouwsector, maar straks volgen andere sectoren zoals horeca, schoonmaak enz.

Hierover de volgende vragen:

1) Kan de staatssecretaris na enkele maanden werken met dit nieuwe programma de optimistische prognoses bevestigen? In welke mate heeft dit nieuwe computerprogramma een gunstig effect op het aantal vaststellingen van overtredingen?

2) Draait dit programma op het moment van uw antwoord al op volle toeren of zijn er nog aanpassingen en verfijningen nodig?

3) Beschikt de staatssecretaris al over een planning voor het gebruik van dit programma bij de sociale inspecties in andere sectoren? Zo ja, wanneer en in welke sectoren?

Antwoord ontvangen op 9 mei 2012 :

Gelieve hieronder de elementen van antwoord op uw vragen te vinden.

Eerst en vooral lijkt het me nuttig om te verduidelijken dat het programma voor datamining, waarnaar u verwijst in uw vraag, in 2011 gebruikt werd door de Sociale Inspectie van de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid, en niet door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD).

Het is effectief noodzakelijk gebleken dat de Sociale Inspectie kan beschikken over een software voor datamining met het oog op het versterken van de strijd tegen de sociale fraude.

Om op uw vraag te antwoorden, moeten de inspanningen, die tot op heden door de Sociale Inspectie en door de FOD Sociale Zekerheid werden geleverd op het vlak van de datamining, beschreven worden.

Sinds 2004 gebruikt de Sociale Inspectie de applicatie OASIS, een datawarehouse die bedoeld is om een lijst te bieden van de werkgevers die mogelijk sociale fraude plegen. Dit programma wordt gebruikt door vier federale sociale inspectiediensten die tevens lid zijn van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) in het kader van de strijd tegen de sociale fraude {namelijk: de dienst Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, de Inspectie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) en de Inspectie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)}.

Tot in 2011 gebeurde de selectie van verdachte werkgevers aan de hand van methodes die gebaseerd waren op de ervaring en de know-how van de sociaal controleurs.

Ik wijs erop dat OASIS ontwikkeld werd ten laste van het budget van de FOD Sociale Zekerheid, en ook bij deze FOD gehuisvest is.

OASIS werkt op basis van alarmen die volgens verschillende scenario’s gerangschikt zijn, die elk overeenkomen met een fraudeprofiel (voorbeelden: koppelbazen in de bouwsector, fraude inzake tijdelijke werkloosheid, enz.). Ondanks bemoedigende resultaten werden statistische studies uitgevoerd met betrekking tot OASIS om zijn specificiteit te meten (namelijk: wanneer een alarm oplicht, is er dan fraude?) en zijn gevoeligheid (met andere woorden: in geval van fraude, licht het alarm dan op?). Uit deze statistische studies blijkt dat OASIS een sterke specificiteit heeft (het alarm is een goede indicator voor fraude), maar dat zijn gevoeligheid verbeterd moet worden (voor meerdere kennelijke fraudeurs lichten de alarmen aangaande deze fraude niet noodzakelijk op).

Het is dus noodzakelijk gebleken de heuristische regels van OASIS te verbeteren door een programma voor datamining te koppelen aan deze datawarehouse.

Daartoe werd aan de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid een studie gevaagd met betrekking tot de verbetering van OASIS. Deze studie droeg de titel “Optimisation du datawarehouse OASIS”. Zij startte op 1 september 2007 om beëindigd te worden op 30 juni 2009.

Bij deze studie waren de SIOD, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de Université Libre de Bruxelles, de Katholieke Universiteit Leuven en de Université Catholique de Louvain, betrokken.

Vervolgens, in het tweede semester van 2009 en in de loop van het jaar 2010, heeft de FOD Sociale Zekerheid op de markt bestaande programma’s voor datamining gezocht die een meerwaarde konden bieden aan OASIS.

Daarom wenst de Sociale Inspectie de tests intern verder te zetten om na te gaan of de verwachte resultaten van het gebruik van de datamining en van het detecteren van sociale netwerken zouden toelaten om de door OASIS geleverde resultaten te verbeteren. Met die bedoeling heeft de FOD Sociale Zekerheid zich een tijdelijke licentie aangeschaft voor een programma voor datamining. Deze proof of concept had tot doel om na te gaan:

- of de technische mogelijkheid bestaat om een programma voor datamining te koppelen aan OASIS;

- welke de meerwaarde is van dit programma op het vlak van fraudedetectie.

Om over te gaan tot deze tweeledige verificatie, werd de proof of concept, gezien het tijdelijke karakter van de licentie, specifiek gericht op een activiteitssector, namelijk deze van de bouw. De rekenkundige algoritmes die werden ontwikkeld hadden tot doel de ondernemingen aan te duiden die een hoog (fraude) risico vertonen en de voorspellende waarde op het terrein te bevestigen.

Voor wat uw eerste vraag betreft, vindt u hieronder de resultaten van deze proof of concept:

Op het vlak van de doelmatigheid (resultaten), blijkt:

- dat bij controles “datamining”, 47 % van de ondernemingen met een hoge risicofactor, aangeduid door het programma voor datamining, ernstige inbreuken begingen (beroep op illegalen, misbruik van tijdelijke werkloosheid, enz.);

- dat bij vergelijking van deze resultaten met de gerichte controles, uitgevoerd volgens de traditionele methodes, slechts 20 % van de aangeduide ondernemingen ernstige inbreuken begingen;

- hetzij een verhoging van de doelmatigheid met een factor 2,4.

Op het vlak van de doeltreffendheid (middelen), blijkt:

- dat op 78 mandagen van controles “datamining”, 21 werkgevers werden geverbaliseerd die door het programma voor datamining aangeduid werden met een hoge risicoscore;

- dat bij vergelijking van deze resultaten met de gerichte controles, uitgevoerd volgens de traditionele methodes, op 93 mandagen van controle, slechts 12 werkgevers werden geverbaliseerd;

- hetzij een verhoging van de doeltreffendheid van nagenoeg 100 %.

Voor wat uw tweede vraag betreft, bevindt een lastenboek voor de definitieve aankoop van een licentie voor datamining binnen de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid zich in de eindfase, en zou de openbare aanbesteding uiterlijk in de maand juni 2012 moeten kunnen gegund worden. De FOD heeft hiervoor een speciaal budget ontvangen van 405 000 euro.

Voor wat uw derde vraag betreft, is het OASIS-platform, zoals ik eerder reeds aanhaalde, toegankelijk voor vier sociale inspectiediensten en de bedoeling van het project datamining bestaat er uiteraard in om, in 2012, de algoritmen uit te breiden naar andere activiteitssectoren, zoals: de cafés en restaurants, de metaal-, de schoonmaak-, de elektriciteitssector, enz.