De toekomst van het toekomstfonds voor de gezondheidszorg
Zilverfonds
sociale zekerheid
gezondheidsverzorging
vergrijzing van de bevolking
19/3/2012 | Verzending vraag |
25/4/2012 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2029
In het regeerakkoord staat dat de regering samen met de sociale partners zal onderzoeken of de fusie van het Zilverfonds en het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging opportuun is.
U zal begrijpen dat deze passage mij enigszins verwondert. Bij de oprichting van het Toekomstfonds werd aan de betrokkenen steeds voorgehouden dat de middelen van het fonds enkel en alleen gebruikt zouden worden om de toekomstige kosten van de vergrijzing in de gezondheidszorg op te vangen.
Een mogelijk fusie met het Zilverfonds kan dan ook tot onduidelijkheid leiden over de bestemming van deze fondsen.
Daarom had ik van u graag het volgende geweten:
Welke redenen heeft de regering om een fusie tussen beide fondsen te laten onderzoeken?
Wat is de invloed van een eventuele fusie op de bestemming van de middelen van het Toekomstfonds?
Het door het regeerakkoord voorziene onderzoek van fusie van het Zilverfonds en het Toekomstfonds heeft tot doel om na te gaan om het niet efficiënter en effectiever zou zijn om een globaal fonds op te zetten dat gebruikt kan worden om de kosten van de vergrijzing in de sociale zekerheid op te vangen. Zoals u weet, komt de vergrijzing in de ontwikkeling van het kostenpatroon van de sociale zekerheid vooral tot uiting in de sector pensioenen en de sector gezondheidszorg.
Op dit ogenblik kan ik nog niet zeggen wat de invloed van een eventuele fusie op de bestemming van de middelen van het Toekomstfonds zal zijn. Hiervoor moeten de resultaten van de studie afgewacht worden. Deze studie zal uitgevoerd dienen te worden op initiatief en onder toezicht van alle bevoegde ministers, enerzijds de ministers van Financiën en Begroting voor het Zilverfonds en anderzijds de minister van Volksgezondheid voor het Toekomstfonds, en mezelf als minister verantwoordelijk voor Pensioenen.