Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5887

van Piet De Bruyn (N-VA) d.d. 19 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Het geweld tegen holebi's en transgenders

seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
geweld
lichamelijk geweld

Chronologie

19/3/2012Verzending vraag
25/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1966

Vraag nr. 5-5887 d.d. 19 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De voorbeelden van expliciet homofoob geweld zijn helaas niet meer te tellen. Dit zogenaamde 'gaybashen' zorgt er ondertussen voor dat heel wat homo's terug in de kast kruipen en zich op straat nauwelijks nog als homo durven uiten. Daarover verschenen de voorbije weken en maanden verschillende getuigenissen in de media en wie met homo's uit de grote steden spreekt, kan probleemloos aanvullen met getuigenissen die de media niet haalden.

De vorige minister van Binnenlandse Zaken werd meermaals ondervraagd over het fenomeen maar kon geen concrete actie voorstellen. Vandaag lijkt het beleid nog geen stap verder te staan. Nochtans combineert de huidige minister van Binnenlandse Zaken deze bevoegdheid met de bevoegdheid voor Gelijke Kansen. We zouden dus toch een wat grotere betrokkenheid mogen verwachten.

Als we het bijzonder gewelddadige karakter van sommige incidenten in ogenschouw nemen, dan lijkt verder uitstel van een doelgerichte en krachtdadige aanpak geen optie. Als deze regering haar voornemens die in de beleidsnota worden opgesomd wil realiseren, dan is er geen dag tijd meer te verliezen.

Kan de minister een overzicht geven van de concrete stappen die zij momenteel reeds heeft gedaan en die zij in de nabije toekomst wenst te doen in het uitvoeren van de bepalingen in het regeerakkoord die handelen over het aanpakken van geweld tegen holebi's en transgenders?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2012 :

1. Concrete acties gericht op een grotere gelijkheid in overleg met de premier en de minister van Justitie  

De premier, de minister van Justitie en ikzelf hebben beslist om :

       I.       een nationaal actieplan voor de strijd tegen homofobie en transfobie (NAP) op te stellen ;

      II.       een gemeenschappelijke richtlijn “Justitie – Binnenlandse Zaken” uit te werken ;

    III.       de straffen te verzwaren in geval van haatdelicten (als onderdeel van het nationaal actieplan). 

1.1.       Nationaal actieplan voor de strijd tegen homofobie en transfobie (NAP) 

Intussen werden we opgeschrikt door de gebeurtenissen waarbij Ishan Jafri, een jonge homoseksueel gedood werd omwille van zijn seksuele geaardheid. Dit heeft aanleiding gegeven tot een overleg met de premier en de minister van Justitie waarbij enkele belangrijke beslissingen genomen werden. Er werd beslist om een nationaal actieplan tegen geweld tegen LGBT (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgenders) op te stellen.  

Dit wil zeggen dat we een actieplan gaan opmaken waarbij zowel de gewesten, de gemeenschappen als het federale niveau samen zullen werken om de strijd aan te gaan tegen homofobie en transfobie. 

Het NAP zal het resultaat zijn van onder meer :

1.   internationaal onderzoek, vergelijking en benchmarking ;

2.   detectie en analyse van de bestaande knelpunten en aanbevelingen vanuit het terrein (via een rondvraag van vertegenwoordigers van deskundigen, intermediairs en (zelf)organisaties, belangengroep etc.); hier wordt onder meer gebruikgemaakt van het bestaande platform homo- en transfobie ;

3.   het verzamelen van bestaande acties in België op alle beleidsniveaus ;

4.   diepgaande analyse van welke bijkomende acties nodig zijn voor nog openstaande knelpunten. 

Dit plan, waarbij de deelstaten nauw betrokken zullen worden, zal de volgende vijf doelstellingen nastreven : 

Er wordt voorzien dat dit NAP, uitgewerkt met het geheel van de betrokken actoren, het voorwerp zou uitmaken van een interministeriële conferentie ten laatste tegen het einde van de maand november van dit jaar, om een sterk signaal te geven in de strijd tegen homofobie en voor respect voor het verschil. 

1.2.       Gemeenschappelijke richtlijn Binnenlandse Zaken- Justitie 

Op mijn initiatief als minister van Gelijke Kansen en Binnenlandse Zaken, zal er een gemeenschappelijke richtlijn van de ministers van Justitie en het college van procureurs-generaal inzake discriminatie opgesteld worden ter bestemming van de politiediensten en parketten voor elke vorm van discriminatie, hetgeen een sleutelmaatregel vormt.  

Deze richtlijn zou de volgende elementen kunnen opnemen :  

·         doelstellingen van strafrechtelijk beleid (opsporings- en vervolgingsbeleid) inzake de strijd tegen discriminatie ;

·         definities van de verschillende vormen van discriminatie en geweldplegingen ;

·         opdrachten van de magistraten, referentiepolitiemensen ;

·         oprichting van een actieplan per arrondissement ;

·         regels voor de afhandeling van discriminerende situaties: met betrekking tot de politietussenkomst en op parketniveau ;

·         de opleidingen die moeten worden georganiseerd. 

Deze richtlijn zal dus streven naar een goede samenwerking tussen politie en justitie en naar een goede opvolging van discriminerende klachten. Alle criteria van de antidiscriminatiewetten van 2007 zullen hier in rekening gebracht worden in tegenstelling tot de huidige omzendbrieven. 

1.3.    Strafverzwaring bij haatdelicten 

Er wordt nagegaan in welke mate de straffen kunnen verzwaard worden, wanneer er sprake is van een haatdelict. De Minister van justitie werkt op dit moment een voorstel uit. 

2.     Maatregelen voor de geïntegreerde politie 

2.1.      Platform homofobie-transfobie 

In april van dit jaar ging het platform homofobie-transfobie van start op het kabinet. Hiervoor werden er personeelsleden uitgenodigd van alle relevante diensten van de politie, evenals het middenveld met in het bijzonder de VZW Rainbow cops.  

We reflecteren samen over hoe we van de politie een organisatie kunnen maken, waar ook holebi’s en transgenders zich thuis voelen. 

Het platform homofobie-transfobie zal de komende zes maanden, maandelijks overleggen en zich buigen over volgende thema’s: het diversiteitsbeleid, de opleidingen, selectie en aanwerving, de link met justitie, de rol van administratieve sancties en niet in het minst over de rol van de referentieagenten. Ik heb immers beslist om referentieagenten in de strijd tegen discriminatie aan te stellen. Het komt er op neer dat er politieagenten zullen belast worden met het opvolgen van discriminerende delicten en discriminatie in de politie naar het voorbeeld van de referentiemagistraten. 

2.2.      Lopende projecten en acties 

I.      De conventie tussen de Federale Politie en het centrum voor Gelijke Kansen 

Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding sluit sinds enkele jaren jaarlijks een conventie af met de federale politie, waardoor een samenwerkingsverband bestaat inzake de diversiteitsopleidingen. Vanaf 2011 is dit contract van bepaalde duur omgezet naar onbepaalde duur.  

In 2011 volgden 48 groepen, meer bepaald 561 personeelsleden van de geïntegreerde politie één van de vormingen aangeboden door het Centrum. Het Centrum ontwikkelde 7 verschillende opleidingen voor zowel de federale politieschool als de nationale officierenschool, waaronder een vorming ‘anti-racismewetgeving en anti-discriminatiewetgeving’, ‘diversiteit en seksuele geaardheid’, ‘interculturele communicatie’, enz. 

Meer personeelsleden moeten gestimuleerd worden om deze opleidingen te volgen en de module 5.4. in de basisopleiding moet worden geoptimaliseerd. Er bestaan immers grote verschillen tussen de verschillende politiescholen onderling. Daarom wordt er overleg georganiseerd tussen de lesgevers van deze module van de verschillende scholen en het Centrum om te streven naar een kwalitatieve en uniforme lesinhoud. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen is ook een standaard PV aan het uitwerken die de politiemensen kunnen gebruiken, wanneer ze geconfronteerd worden met een slachtoffer van discriminatie. 

II.   De dienst diversiteit en gelijke kansen 

Er wordt nagegaan in welke mate deze dienst kan versterkt worden om een krachtig diversiteitsbeleid uit te werken binnen de geïntegreerde politie. 

III. Steun aan het netwerk voor de strijd tegen homofobie en de VZW Rainbowcops, vereniging van homoseksuele politieagenten. 

Er wordt steun verleend aan de VZW en ze worden betrokken bij het maken van belangrijke keuzes. 

IV.  Ontwikkeling en de verspreiding van brochures ter sensibilisering binnen de politie in samenwerking met de LGBT-verenigingen. 

In het najaar zal er een brochure opgesteld worden, in samenwerking met de LGBT-koepelfederaties, die in de federale administraties zal verspreid worden, dus ook in de diensten van binnenlandse zaken. De brochure ‘Uit de kast werkt beter’ zal handvatten aanreiken om om te gaan met mensen met een andere seksuele geaardheid.