Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5886

van Inge Faes (N-VA) d.d. 15 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Nationale Opsporingsdirectie Douane en Accijnzen (NOD-DA) - Werking

douane
gerechtelijk onderzoek
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

15/3/2012Verzending vraag
4/12/2012Rappel
2/4/2013Antwoord

Vraag nr. 5-5886 d.d. 15 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nationale Opsporingsdirectie Douane en Accijnzen (NOD-DA) coördineert en houdt toezicht op de activiteit van de opsporingsdiensten van de administratie der douane en accijnzen. Zij fungeert ook als centrale coördinatie-eenheid in het kader van de internationale samenwerking inzake fraudebestrijding.

In principe is de tussenkomst van Douane en Accijnzen kosteloos, voor zover er geen uitzonderlijke leveringen van externe diensten of speciale goederen nodig is.

Teneinde de werking van deze dienst op dit vlak te kaderen in het opsporingsonderzoek en zijn actoren, had ik graag een antwoord op volgende vragen:

1) Hoeveel keer wordt de NOD-DA gevat voor deze taken per jaar, en dit sinds 2005? Hoe ziet de geografische spreiding (arrondissementeel/provinciaal) eruit?

2) Kan dit uitgesplitst worden per soort tussenkomst, nationaal of internationaal?

3) In hoeveel gevallen was de tussenkomst succesvol?

4) Hoeveel keer werd er jaarlijks een zogenaamde uitzonderlijke levering van diensten of speciale goederen gedaan? Welke kosten waren daaraan verbonden en door wie moeten ze worden gedragen? Werden er aangerekend als gerechtskosten? Zo ja, voor welk bedrag?

5) Kan u duiding geven over de samenstelling van deze dienst voor wat betreft personeel, hun opleiding en hun taalrol?

6) Wat is het budget van deze dienst, onderverdeeld in personeelskosten, werkingskosten en investeringen? Graag een overzicht per jaar sinds 2005.

Antwoord ontvangen op 2 april 2013 :

De Nationale Opsporingsdirectie van de Algemene Administratie der douane en accijnzen wordt in het kader van de internationale samenwerking inzake de strijd tegen de fraude aangezocht door de bevoegde overheid van de andere Lidstaten van de EU hetzij direct, hetzij door tussenkomst van de Parketten. De Nationale Opsporingsdirectie vervult daarbij de rol van centrale coördinatie-eenheid.

1. en 2. Bij de uitvoering van de verzoeken wederzijdse bijstand draagt de verzochte Lidstaat de kosten die eigen zijn aan de uitvoering van dat verzoek. De kosten verbonden aan deze verzoeken die zowel gerechtelijk of administratief kunnen zijn, worden ingebracht in de respectievelijke budgetten. Het aantal verzoeken en uitwisselingen wederzijdse bijstand, zijn opgenomen in de onderstaande tabel. De gegevens zijn slechts beschikbaar vanaf 2008.


2011

2010

2009

2008

Verzoeken gegevensuitwisseling inzake Wederzijdse Bijstand

EU

Andere

EU

Andere

EU

Andere

EU

Andere

Door andere Lidstaat aan België

687

176

426

94

452

95

668

85

Door België aan andere Lidstaat

345

187

410

178

157

89

155

15

De Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën beschikt niet over de gevraagde gegevens inzake geografische spreiding. Er bestaan zeven hoofdinspecties, gesitueerd te Luik, Bergen, Brussel, Gent, Genk, Kortrijk en Antwerpen, waarvan het ambtsgebied niet altijd overeenkomt met een gerechtelijk arrondissement of een provincie.

3. In ongeveer 95 % van de gevallen is de tussenkomst succesvol.

4. Om reden dat de uitzonderlijke leveringen van externe diensten of speciale goederen niet nader gespecifieerd zijn, kan deze vraag niet beantwoord worden.

5. De actuele samenstelling van de Nationale Opsporingsdirectie  is als volgt:


Franstalig

Nederlandstalig

Totaal

Niveau A

6

10

16

Niveau B

5

9

14

Niveau C + D

7

6

13

Het personeel van de Nationale Opsporingsdirectie krijgt een basisopleiding van 41 dagen waarin een overzicht wordt gegeven van de wetgeving van douane en accijnzen. De FOD Financiën beschikt niet over meer gedetailleerde cijfers over de opleidingen van de medewerkers.

De onderstaande tabel geeft de gegevens van de opsporingsinspecties, de groepen anti-drugs en de subafdelingen Aarlen en Brugge weer.


Statutair

Contractueel

UP


Niveau A

Niveau B

Niveau C

Niveau D


Niveau C

Niveau D



ANTWERPEN

10

29

25

6

70


1

1

71

AARLEN


2

1


3




3

BRUGGE

1

3

8


12




12

GENK

1

7

7


15


1

1

16

GENT

5

4

5


14




14

GRACE-HOLLOGNE

2

2


2

6




6

KORTRIJK

2

3

5

3

13




13

LUIK

6

8

4

4

22


1

1

23

BERGEN

3

7

8

4

22

2


2

24

SCHAARBEEK

6

4

4

5

19




19

SCHAERBEEK

3

3

6

2

14




14

ZAVENTEM


4

 

2

6




6


39

76

73

28

216

2

3

5

221

6. Wat betreft de werkingskosten en investeringen, beschikt de Nationale Opsporingsdirectie niet over een eigen budget. Alle uitgaven worden aangerekend op een globaal budget dat, afhankelijk van de aard van de uitgave, betrekking heeft op een geheel van diensten van de Algemene Administratie der douane en accijnzen of zelfs van de ganse FOD financiën. Het is niet mogelijk om de uitgaven die enkel betrekking hebben op de Nationale Opsporingsdirectie der douane en accijnzen te isoleren.

Hieronder vindt u de personeelskosten van deze directie per jaar sinds 2005:

2005:1 876 906,85 euro

2006:1 907 091,43 euro

2007:1 937 918,50 euro

2008:2 021 085,13 euro

2009:2 078 490,43 euro

2010:2 091 355,32 euro

2011:2 146 720,01 euro