Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5819

van Inge Faes (N-VA) d.d. 5 maart 2012

aan de minister van Justitie

Verkrachtingen - Gerechtelijke gevolgen - Cijfers

seksueel geweld
gerechtelijke vervolging
officiële statistiek
strafsanctie

Chronologie

5/3/2012Verzending vraag
4/12/2012Rappel
19/12/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5819 d.d. 5 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag had ik van de minister volgende cijfers voor het jaar 2011 gehad evenals de analyse van het College van procureurs-generaal hiervan.

1) Hoeveel klachten inzake verkrachting werden er in deze periode ingediend bij hetzij de politie, hetzij de procureur des Konings?

2) In hoeveel gevallen leidde het indienen van een klacht tot een opsporingsonderzoek?

3) In hoeveel gevallen leidde het indienen van een klacht tot een gerechtelijk onderzoek?

4) In hoeveel gevallen werd na afloop van het opsporingsonderzoek afstand gedaan van vervolging (en om welke redenen), en in hoeveel gevallen werd de vervolging ingesteld?

5) In hoeveel gevallen werd na afloop van het gerechtelijk onderzoek door de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling de beschikking tot buitenvervolgingstelling genomen, in hoeveel gevallen de beschikking tot verwijzing (met doorverwijzing naar een correctionele rechtbank), en in hoeveel gevallen de inbeschuldigingstelling?

6) In hoeveel gevallen werd door de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling beslist tot een internering van de inverdenkinggestelde, en in hoeveel gevallen tot een opschorting van de uitspraak van de veroordeling (en om welke redenen)?

7) In hoeveel gevallen leidde de doorverwijzing naar de correctionele rechtbank tot een veroordeling?

a. In hoeveel gevallen werd een opschorting van uitspraak uitgesproken? In hoeveel gevallen werden hier bepaalde probatiemaatregelen aan verbonden?

b. In hoeveel gevallen werd een gevangenisstraf met uitstel uitgesproken? In hoeveel gevallen gebeurde dit onder bepaalde voorwaarden of mits probatiemaatregelen (welke?) en wat was de gemiddelde looptijd van de uitgesproken gevangenisstraf?

c. In hoeveel gevallen werd een effectieve gevangenisstraf uitgesproken? Wat was de gemiddelde looptijd van de uitgesproken gevangenisstraf?

d. In hoeveel gevallen werd beslist tot de internering van de beklaagde?

8) In hoeveel gevallen leidde de doorverwijzing naar het hof van assisen tot een veroordeling?

a. In hoeveel gevallen werd een gevangenisstraf met uitstel uitgesproken? In hoeveel gevallen gebeurde dit onder bepaalde voorwaarden of probatiemaatregelen (welke?) en wat was de gemiddelde looptijd van de uitgesproken gevangenisstraf?

b. In hoeveel gevallen werd een effectieve gevangenisstraf uitgesproken? Wat was de gemiddelde looptijd van de uitgesproken gevangenisstraf?

c. In hoeveel gevallen werd beslist tot de internering van de beklaagde?

Antwoord ontvangen op 19 december 2012 :

Op basis van de inlichtingen mij verschaft door de federale politie, het college van procureurs-generaal en de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, kan ik u het volgende antwoorden.

Op basis van de informaticagegevens die in de gegevensbank van het College van procureurs-generaal werden geregistreerd, konden de statistisch analisten van het Openbaar ministerie informatie uit de gegevensbank halen omtrent het aantal verkrachtingszaken dat bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011 was ingestroomd. In de gegevensbank van het college van procureurs-generaal bestaat immers tenlasteleggingscode “37A - verkrachting” aan de hand waarvan dit soort misdrijven kan worden geselecteerd.

Om de evolutie van de dossiers in haar geheel te kunnen overschouwen en de geleverde antwoorden met elkaar te kunnen vergelijken, hebben de statistisch analisten van het Openbaar ministerie de periode 2009-2011 in overweging genomen. De statistisch analisten van het Openbaar ministerie konden ook informatie omtrent de vooruitgangsstaat van deze zaken (toestand per 10 januari 2012) en de motieven van zonder gevolgstelling uit de gegevensbank halen. Er kan ook informatie over de invoermodus van de zaken bij de parketten worden gegeven.

De beslissingen van de Raadkamer werden ook in het onderzoek opgenomen. Er kan echter geen informatie over de beslissingen van de Kamer van inbeschuldigingstelling worden verkregen omdat de analisten nog niet over bruikbare gegevens van de parketten-generaal beschikken.

In het eerste semester van 2011 was het aantal door de politiediensten geregistreerde verkrachtingen op nationaal niveau 1 521. Hiervan waren er 1 501 zonder de dood tot gevolg, één met de dood tot gevolg en negentien met gevolg onbekend.

In tabel 1 in bijlage is het aantal verkrachtingszaken opgenomen dat bij de correctionele parketten van 2009 tot 2011 is ingestroomd. De gegevens zijn per rechtsgebied opgedeeld.

Tijdens de bestudeerde periode, is het aantal bij de parketten ingestroomde zaken toegenomen. In 2009 waren er 3 360 verkrachtingszaken, in 2011 waren dit er 4 038. Dit is een toename met 20,18 % in drie jaar.

Deze toename wordt in alle rechtsgebieden vastgesteld.

In totaal zijn 9 674 beklaagden bij 11 170 zaken betrokken. Indien eenzelfde beklaagde bij meerdere zaken betrokken is, dan wordt hij meerdere keren geteld.

De tweede tabel in bijlage geeft het aantal verkrachtingszaken weer dat bij de correctionele parketten tussen 2009 en 2011 is ingestroomd volgens de invoermodus van de zaak bij het parket.

Aangezien de invoermodi bij het federaal parket en bij de parketten verschillend zijn, werden de vijf zaken die bij het federaal parket tijdens de bestudeerde periode werden geopend onder de categorie ongekend/fout opgenomen.

Doorheen de jaren werd geen enkele opmerkelijk evolutie in de verdeling van de zaken volgens de invoermodi vastgesteld. Nagenoeg vier op vijf processen-verbaal die bij de parketten instromen komen van de politiediensten. In absolute cijfers wordt evenwel een evolutie in absolute cijfers bij de invoermodi van de politiediensten (+17 % in drie jaar), klachten en burgerlijke partijstellingen (+52 % in drie jaar) en andere overzendingen (+33 % in drie jaar) vastgesteld. Dit is het gevolg van de evolutie van het aantal zaken dat bij de parketten is ingestroomd (+20 % in drie jaar).

In tabel 3 in bijlage worden de verschillende vooruitgangsstaten van de tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011 bij de correctionele parketten ingestroomde verkrachtingszaken weergegeven.

Voor een beter begrip moet rekening worden gehouden met de ouderdom van de weergegeven cohorte. Afgaande op de extractiedatum (10 januari 2012), stemmen de vermelde kwantitatieve gegevens immers overeen met dossiers van 0 tot 36 maanden oud. Bijgevolg zouden sommige dossiers nog naar een andere vooruitgangsstaat moeten evolueren. Dit impliceert dat er verschillende verhoudingen worden vastgesteld naargelang de bestudeerde cohorte. Verhoudingsgewijs is het bijvoorbeeld logisch dat bij de dossiers van de cohorte van 2011 meer zaken in het stadium van het opsporingsonderzoek zijn dan bij de cohorte van 2009. Omgekeerd zal een groter aantal dagvaardingen worden aangetroffen bij de oudste cohorten.

Er moet ook worden opgemerkt dat de statistisch analisten een zaak twee keer tellen wanneer een zaak ter beschikking wordt gesteld van een ander parket: eenmaal bij het parket van oorsprong en eenmaal bij het parket van bestemming.

44,22 % van deze zaken werd zonder gevolg gesteld (4 939 zaken), 12,09 % werd voor beschikking naar een andere instantie overgezonden (1 351 zaken), voor drie zaken werd op 10 januari 2012 een voorstel tot minnelijke schikking gedaan en voor zevenendertig dossiers werd op dezelfde datum een voorstel tot bemiddeling in strafzaken gedaan. 25,52 % leidde ten slotte tot vervolging (onderzoek, raadkamer, dagvaarding en vervolg; 2 851 zaken). Er moet tevens worden opgemerkt dat 17,80 % van de zaken nog steeds in gerechtelijk onderzoek zijn. De redenen van zonder gevolgstelling worden in tabel 4 weergegeven.

De zaken waarvan de vooruitgangsstaat in “voeging” is zijn geanalyseerd teneinde enkel de vooruitgangsstaat van de “moederzaak” te behouden. Tijdens de bestudeerde periode werden 1 264 zaken gevoegd. Uit de vooruitgangsstaat van de 1 264 moederzaken waaraan de verkrachtingszaken werden gevoegd, kan het volgende worden opgemaakt: 133 dossiers zijn in vooronderzoek, 297 dossiers werden zonder gevolg gesteld, zesentwintig zaken zijn ter beschikking overgezonden, één dossier kent een sturing naar een procedure van bemiddeling in strafzaken, 236 dossiers zijn in onderzoek, met betrekking tot 119 dossiers is een rechtsdag vastgesteld voor de raadkamer met het oog op de regeling van de rechtspleging, in 451 dossiers is er sprake van een dagvaarding of een beslissing na de dagvaarding en ten slotte is er een enkel gevoegd dossier waarvan niet kan worden achterhaald welke sturing aan de moederzaak werd gegeven.

In tabel 4 in bijlage worden de motieven van zonder gevolgstelling voor verkrachtingszaken weergegeven die in 2009 en 2011 bij de correctionele parketten zijn ingestroomd en op 10 januari 2012 zonder gevolg waren gesteld. In 6,92 % en 90,79 % van de zonder gevolg gestelde dossiers werd respectievelijk een opportuniteitsmotief en technisch motief aangevoerd. De "andere motieven van zonder gevolgstelling” stellen 2,29 % voor.

Het vaakst terugkerende opportuniteitsmotief is "wanverhouding gevolgen van strafvervolging - maatschappelijke verstoring”. Met 1,88 % is de verhouding evenwel gering.

Het meest aangevoerde motief bij de technische seponeringen is “onvoldoende bewijzen” (55,84 %). In deze categorie komt ook vaak het motief “dader onbekend” voor (17,57 %).

Tabel 5 in bijlage geeft meer informatie over de verschillende beslissingen van de Raadkamer in het kader van de regeling van de rechtspleging voor de beklaagden die betrokken zijn bij de tussen 2009 en 2011 bij de correctionele parketten ingestroomde dossiers die betrekking hebben op feiten van verkrachtingen. Aangezien de analisten geen toegang hebben tot de gegevens van de Kamer van Inbeschuldigingstelling, werd hier geen rekening mee gehouden.

De raadkamer heeft een verwijzing naar de correctionele rechtbank voor 888 personen (73,69 %) uitgesproken voor de beklaagden die betrokken zijn bij dossiers waarbij de rechtspleging werd geregeld. De buitenvervolgingstelling is uitgesproken voor 239 beklaagden (19,83 %). Een internering wordt minder vaak bevolen (46 beklaagden, 3,82 %).

Er moet opnieuw rekening worden gehouden met de ouderdom van de dossiers. Aangezien de zaken nog redelijk nieuw kunnen zijn, zullen andere beslissingen worden genomen in het kader van dossiers die het stadium van de regeling van de rechtspleging nog niet hebben bereikt.

De zesde en laatste tabel verdeelt het aantal beklaagden dat betrokken is bij verkrachtingszaken die tussen 1 juli 2009 en 31 december 2011 bij de correctionele parketten zijn ingestroomd en voor dewelke een vonnis door een correctionele rechtbank werd uitgesproken. Er moet op worden gewezen dat de veroordelingsstatistieken onder de bevoegdheid van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid vallen en, aangezien het tevens om activiteitsstatistieken van de rechtbanken handelt, behoort de kwestie ook tot de bevoegdheden van het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting van de zetel dat in juni 2008 werd opgericht. Het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting is meer bepaald belast met het beheer van de statistieken voor de zetel. De statistisch analisten van het college van procureurs-generaal kunnen een overzicht geven van de verschillende beslissingen voor zaken die door de correctionele rechtbanken werden berecht. Het betreft het meest recente vonnis ten gronde op de extractiedatum (10 januari 2012). Indien geen enkel vonnis ten gronde op de extractiedatum werd gewezen, zal het meest recente vonnis in aanmerking worden genomen (deze vonnissen zijn opgenomen in de categorie “Andere").

Deze gegevens stemmen overeen met de staat van de gegevensbank op 10 januari 2012. Het is dus mogelijk dat, op een later tijdstip, in het kader van deze zaken, andere beslissingen werden gewezen. Bovendien moet opnieuw rekening worden gehouden met de ouderdom van de cohorte. Een zaak die in 2011 in REA/TPI geregistreerd is, is vaak te jong om het stadium van het vonnis ten gronde te bereiken. De hierboven beschreven situatie is dus een tijdsgebonden beeld van vonnissen gewezen door de correctionele rechtbanken, hetgeen de vermindering van de weergegeven kwantitatieve gegevens verklaart.

De 1 589 zaken in ”dagvaarding en vervolg” (cf. tabel 3) hebben betrekking op 1 699 beklaagden. Hiervan zijn er op 10 januari 2012 1 280 gevonnist door een eerste vonnis ten gronde. De veroordeling is de meest voorkomende beslissing (74,38 %). In 82,58 % van de uitgesproken beslissingen zijn de feiten bewezen verklaard (74,38 % veroordelingen + 6,64 % opschortingen + 1,56 % interneringen = 82,58 %), terwijl in slechts 6,95 % van de gevallen een vrijspraak uitgesproken is.

Sinds 1994 publiceert de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid de veroordelings-, opschortings- en interneringsstatistieken. Deze statistieken worden opgesteld aan de hand van de gegevensbank van het Centraal strafregister waarin alle veroordelingsberichten zijn opgenomen die worden aangeleverd door de griffies van de hoven en rechtbanken. De statistieken zijn bijgevolg afhankelijk van de ontvangst en registratie van de veroordelingsberichten in het Centraal strafregister en vervolgens van de anonimisering van en de extracties uit deze gegevensdatabank. Voor het aantal veroordelingen, opschortingen en interneringen betreffende verkrachtingen tot en met 2010, verwijs ik naar de website van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid: www.dsb-spc.be.

ANNEXES/BIJLAGEN

Tableau 1 : Nombre d'affaires de viol entrées dans les parquets correctionnels de Belgique entre le 1 janvier 2009 et le 31 décembre 2011. Données présentées par année d’entrée et par ressort de cour d’appel (n & % en colonne).

Tabel 1 : Aantal verkrachtingszaken binnengekomen bij de Belgische correctionele parketten tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011. Gegevens gepresenteerd per jaar van binnenkomst en per ressort van het Hof van Beroep (a & % in kolom).


2009

2010

2011

TOTAL

TOTAAL

n

a

%

n

a

%

n

a

%

n

a

%

ANVERS

ANTWERPEN

626

18,63

776

20,57

897

22,21

2.299

20,58

BRUXELLES

BRUSSEL

784

23,33

860

22,80

898

22,24

2.542

22,76

GAND

GENT

747

22,23

773

20,49

849

21,03

2.369

21,21

LIEGE

LUIK

698

20,77

815

21,61

797

19,74

2.310

20,68

MONS

BERGEN

503

14,97

548

14,53

594

14,71

1.645

14,73

PARQUET FEDERAL

FEDERAAL PARKET

2

0,06

.

.

3

0,07

5

0,04

BELGIQUE

BELGIË

3.360

100,00

3.772

100,00

4.038

100,00

11.170

100,00

Source : Banque de données du collège des Procureurs Généraux – Analystes statistiques

Bron : Gegevensbank van het college van procureurs-generaal – statistische analisten

Tableau 2 : Nombre d’affaires de viol entrées dans les parquets correctionnels de Belgique, entre le 1er janvier 2009 et le 31 décembre 2011.

Données présentées par année d’entrée, selon le mode d’entrée de l’affaire au sein du parquet (n et % en ligne).

Tabel 2 : Aantal verkrachtingszaken binnengekomen bij de Belgische correctionele parketten tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011. Gegevens gepresenteerd per jaar van binnenkomst, volgens de wijze van binnenkomst van de zaak op het parket (a & % op de lijn)


(1) services de police



Poliite-diensten

(2) services d'inspection



Inspectie-diensten

(3) plaintes & parties civiles

Klachten & burgerlijke partijstelling

(4) autres envois

Andere wijzen van binnenkomst

inconnu/erreur



Onbekend/fout


TOTAL





TOTAAL

n

a

%

n

a

%

n

a

%

n

a

%

n

a

%

n

a

%

2009

2.674

79,58

73

2,17

126

3,75

485

14,43

2

0,06

3.360

100,00

2010

3.004

79,64

68

1,80

146

3,87

554

14,69

.

.

3.772

100,00

2011

3.124

77,37

73

1,81

192

4,75

646

16,00

3

0,07

4.038

100,00

TOTAL

8.802

78,80

214

1,92

464

4,15

1.685

15,09

5

0,04

11.170

100,00

Source : Banque de données du collège des Procureurs Généraux – Analystes statistiques

Bron : Gegevensbank van het college van procureurs-generaal – statistische analisten

Tableau 3 : État d’avancement, arrêté à la date du 10 janvier 2012, des affaires de viol entrées dans les parquets correctionnels au cours des années 2009 à 2011 (n et % en colonne).

Tabel 3 : Vooruitgangstaat, afgesloten op 10 januari 2012, van verkrachtingszaken in de correctionele parketten in de loop van de jaren 2009 tot 2011 (a & % in kolom)


2009

2010

2011

TOTAL

TOTAAL

n

a

%

n

a

%

n

a

%

n

a

%

Information

Vooronderzoek

127

3,78

414

10,98

1.447

35,83

1.988

17,80

sans suite

Zonder gevolg

1.760

52,38

1.927

51,09

1.252

31,01

4.939

44,22

pour disposition

Ter beschikking

416

12,38

462

12,25

473

11,71

1.351

12,09

Transaction

Minnelijke schikking

.

.

2

0,05

1

0,02

3

0,03

médiation pénale

Bemiddeling in strafzaken

14

0,42

15

0,40

8

0,20

37

0,33

Instruction

Onderzoek

66

1,96

186

4,93

494

12,23

746

6,68

chambre du conseil

Raadkamer

213

6,34

172

4,56

131

3,24

516

4,62

citation & suite

Dagvaarding en vervolg

763

22,71

594

15,75

232

5,75

1.589

14,23

inconnu/erreur

Onbekend/fout

1

0,03

.

.

.

.

1

0,01

TOTAL

TOTAAL

3.360

100,00

3.772

100,00

4.038

100,00

11.170

100,00

Source : Banque de données du collège des Procureurs Généraux – Analystes statistiques

Bron : Gegevensbank van het college van procureurs-generaal – statistische analisten

Tableau 4 : Nombre d’affaires de viol entrées dans les parquets correctionnels entre le 1 janvier 2009 et le 31 décembre 2011 et classées sans suite à la date du 10 janvier 2012.

Données présentées en fonction du motif de classement sans suite enregistré, par année d’entrée (n & % en colonne).

Tabel 4  Aantal verkrachtingszaken binnengekomen in de correctionele parketten tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011 en zonder gevolg gesteld op datum van 10 januari 2012.

Gegevens gepresenteerd in functie van het motief voor seponering, geregistreerd per jaar van binnenkomst (a & % in kolom)


2009

2010

2011

TOTAL

TOTAAL

n

a

%

n

a

%

n

a

%

n

a

%

Classement de nature technique

Technisch

1.578

89,66

1.756

91,13

1.150

91,85

4.484

90,79

absence d'infraction

Geen misdrijf

195

11,08

216

11,21

120

9,58

531

10,75

 charges insuffisantes

Onvoldoende bewijzen

976

55,45

1.086

56,36

696

55,59

2.758

55,84

 extinction de l'action publique

 Verval van de strafvordering

71

4,03

103

5,35

106

8,47

280

5,67

Prescription

Verjaring

61

3,47

86

4,46

74

5,91

221

4,47

décès de l'auteur

Overlijden van de dader

9

0,51

16

0,83

31

2,48

56

1,13

désistement de plainte

Klachtafstand

1

0,06

1

0,05

1

0,08

3

0,06

 irrecevabilité de l'action publique

Niet-toelaatbaarheid van de strafvordering

22

1,25

14

0,73

11

0,88

47

0,95

incompétence

Onbevoegdheid

9

0,51

10

0,52

6

0,48

25

0,51

autorité de la chose jugée

Gezag van gewijsde

11

0,63

4

0,21

4

0,32

19

0,38

cause d'excluse absolutoire

Schulduitsluitingsgrond

2

0,11

.

.

1

0,08

3

0,06

auteur(s) inconnu(s)

Dader(s) onbekend

314

17,84

337

17,49

217

17,33

868

17,57

Classement sans suite pour motifs d'opportunité

opprtuniteit

143

8,13

126

6,54

73

5,83

342

6,92

motifs propres à la nature des faits

Motieven eigen aan de aard van de feiten

36

2,05

43

2,23

21

1,68

100

2,02

répercussion sociale limitée

Beperkte maatschappelijke weerslag

5

0,28

3

0,16

2

0,16

10

0,20

situation régularisée

Toestand geregulariseerd

14

0,80

29

1,50

14

1,12

57

1,15

infraction à caractère relationnel

Misdrijf van relationele aard

8

0,45

4

0,21

4

0,32

16

0,32

préjudice peu important

Nadeel gering

3

0,17

.

.

.

.

3

0,06

dépassement du délai raisonnable

Overschrijding van de redelijke termijn

6

0,34

7

0,36

1

0,08

14

0,28

motifs propres à la personnalité de l'auteur

Motieven eigen aan de aard van de dader

82

4,66

69

3,58

40

3,19

191

3,87

absence d'antécédents

Geen antecedenten

4

0,23

.

.

.

.

4

0,08

faits occasionnels-circonstances spécifiques

Toevallige feiten – specifieke omstandigheden

10

0,57

14

0,73

3

0,24

 27

0,55

jeunesse de l'auteur

Jonge leeftijd dader

4

0,23

1

0,05

4

0,32

9

0,18

conséquences disproportionnées-trouble social

Wanverhouding gevolgen – maatschappelijke verstoring

42

2,39

28

1,45

23

1,84

 93

1,88

comportement de la victime

Houding van het slachtoffer

22

1,25

26

1,35

10

0,80

 58

1,17

politique criminelle

Beleid

25

1,42

14

0,73

12

0,96

 51

1,03

capacité d'enquête insuffisante

Te weinig recherchecapaciteit

8

0,45

7

0,36

4

0,32

 19

0,38

autres priorités

Andere prioriteiten

17

0,97

7

0,36

8

0,64

 32

0,65

Autres motifs de classement sans suite

Andere motieven van zondergevolgstelling

39

2,22

45

2,34

29

2,32

113

2,29

signalement de l'auteur

Seining van de dader

21

1,19

35

1,82

22

1,76

78

1,58

 probation prétorienne

Pretoriaanse probatie

18

1,02

10

0,52

7

0,56

35

0,71

TOTAL

TOTAAL

1.760

100,00

1.927

100,00

1.252

100,00

4.939

100,00

Source : Banque de données du collège des Procureurs Généraux – Analystes statistiques

Bron : Gegevensbank van het college van procureurs-generaal – statistische analisten

Tableau 5 : ombre de prévenus impliqués dans les affaires de viol entrées dans les parquets correctionnels de Belgique au cours des années 2009 à 2011 ayant été mises à l’instruction et pour lesquelles une décision a été rendue par la Chambre du Conseil dans le cadre du règlement de la procédure. Données présentées par type de décision (n & % en colonne).

Tabel 5 : Aantal betrokken verdachten in verkrachtingszaken binnengekomen bij de Belgische correctionele parketten in de loop van de jaren 2009 tot 2011 en waarvoor een onderzoek geopend werd en waarvoor de raadkamer een beschikking heeft verleend. Gegevens gepresenteerd volgens type van beslissing (a & % in kolom)


n

a

%

Renvoi

Verwijzing

renvoi devant le tribunal correctionnel

Verwijzing naar correctionele rechtbank

888

73,69

prise de corps

Inhechtenisneming

2

0,17

non lieu

Sepot

non lieu

Sepot

239

19,83

décision au fond

Beslissing ten gronde

Internement

Internering

46

3,82

suspension probatoire du pronounce

Probatie-opschorting

5

0,41

suspension du pronounce

Opschorting

3

0,25

Autre

Andere

action publique éteinte

Strafvordering vervallen

11

0,91

dessaisissement du juge d'instruction

Onttrekking aan onderzoeksrechter

11

0,91

Total

Totaal

1.205

100,00

Source : Banque de données du collège des Procureurs Généraux – Analystes statistiques

Bron : Gegevensbank van het college van procureurs-generaal – statistische analisten

Tableau 6 : Nombre de prévenus impliqués dans les affaires de viol entrées dans les parquets correctionnels de Belgique au cours des années 2009 à 2011 et pour lesquelles un jugement a été rendu à la date du 10 janvier 2012, par le tribunal correctionnel.Données présentées en fonction de l’année d’entrée de l’affaire au parquet et du type de jugement rendu (n & % en colonne).

Tabel 6 : Aantal betrokken verdachten in verkrachtingszaken binnengekomen bij de Belgische correctionele parketten in de loop van de jaren 2009 tot 2011 en waarvoor een vonnis werd verleend op datum van 10 januari 2012 door de correctionele rechtbank. Gegevens gepresenteerd in functie van jaar van binnenkomst van de zaak op het parket en van type verleend vonnis (a & % in kolom)


2009

2010

2011

TOTAL

n

a

%

n

a

%

n

a

%

n

a

%

Condamnation

Veroordeling

Condamnation

Veroordeling

294

41,88

204

45,13

51

40,48

549

42,89

Condamnation avec sursis

Veroordeling met uitstel

94

13,39

29

6,42

8

6,35

131

10,23

Condamnation avec sursis probatoire

Veroordeling met probatie-uitstel

130

18,52

106

23,45

36

28,57

272

21,25

Total rubrique

Total rubriek

518

73,79

339

75,00

95

75,40

952

74,38

Suspension

Opschorting

Suspension simple

Gewone opschorting

25

3,56

6

1,33

1

0,79

32

2,50

Suspension probatoire

Probatie-opschorting

39

5,56

11

2,43

3

2,38

53

4,14

Total rubrique

Total rubriek

64

9,12

17

3,76

4

3,17

85

6,64

Acquittement

Vrijspraak

Acquittement

Vrijspraak

60

8,55

27

5,97

2

1,59

89

6,95

Total rubrique

Total rubriek

60

8,55

27

5,97

2

1,59

89

6,95

Autres

Overige

Jugement interlocutoire

Tussentijds vonnis

18

2,56

36

7,96

11

8,73

65

5,08

Jugement avant dire droit

Vonnis alvorens recht te doen

11

1,57

6

1,33

2

1,59

19

1,48

Internement

Internering

11

1,57

7

1,55

2

1,59

20

1,56

Action publique éteinte

Strafvordering vervallen

5

0,71

.

.

1

0,79

6

0,47

Absorption

Opslorping

2

0,28

2

0,44

.

.

4

0,31

Irrecevabilité / Incompétence

Niet-toelaatbaarheid/onbevoegdheid

.

.

1

0,22

.

.

1

0,08

Révocation sursis (probatoire)

Herroeping van het uitstel (probatie)

10

1,42

13

2,88

6

4,76

29

2,27

Varia

Varia

3

0,43

4

0,88

3

2,38

10

0,78

Total rubrique

Total rubriek

60

8,55

69

15,27

25

19,84

154

12,03

TOTAL

TOTAAL

702

100,00

452

100,00

126

100,00

1.280

100,00

Source : Banque de données du collège des Procureurs Généraux – Analystes statistiques

Bron : Gegevensbank van het college van procureurs-generaal – statistische analisten