Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5742

van Louis Ide (N-VA) d.d. 29 februari 2012

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Invaliden - Ziektegroepen - Cijfers - OBSI-schaal

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
geografische spreiding
gezondheidsstatistiek
gehandicapte
geestesziekte
invaliditeitsverzekering

Chronologie

29/2/2012Verzending vraag
9/5/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5742 d.d. 29 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eerder stelde ik al vragen over het aantal invaliden per ziektegroep. Deze vraag is grotendeels een herhaling van die vragen, maar ze peilt naar meer recente gegevens teneinde de situatie te kunnen volgen.

De jaarverslagen van de Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) geven de evolutie aan in het aantal invaliden per ziektegroep, maar regionale cijfers ontbreken. Ook deze interesseren me echter.

Graag had ik antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Kan de staatssecretaris mij de cijfers geven van het aantal invaliden per ziektegroep voor de jaren 2010 en 2011? Kan hij deze cijfers uitgesplitst geven voor Brussel, Vlaanderen en Wallonië?

2) Is de OBSI, de schaal die wordt gebruikt voor de bepaling van het percentage invaliditeit, reeds geactualiseerd? Zo ja, in het domein van welke ziektegroepen (splenectomie, nierziekten, orthopedie, …)? Zo niet, waarom niet? Het feit dat er voor de bepaling van de arbeidsongeschiktheid enkel wordt gekeken naar de afname van het verdienvermogen is namelijk geen excuus om de OBSI niet te actualiseren.

3) Reeds enkele jaren zijn psychische stoornissen de belangrijkste reden voor invaliditeit. Heeft de staatssecretaris hiervoor een verklaring? Gaat hij dit analyseren en, de complexiteit van dit probleem beseffende, hiervoor een gepast antwoord trachten te vinden?

Antwoord ontvangen op 9 mei 2012 :

1. In bijlage vindt u per regeling, voor de jaren 2010 en 2011, het aantal invaliden opgesplitst per ziektegroep en per gewest.

2. Om arbeidsongeschikt erkend te worden in de ziekte- en invaliditeitsverzekering (primaire periode+invaliditeit) dient men te voldoen aan drie voorwaarden:

- Alle werkzaamheid moet zijn onderbroken;

- De arbeidsongeschiktheid moet het gevolg zijn van het intreden of verergeren van letsels of functionele stoornissen;

- De arbeidsongeschiktheid moet leiden tot een vermindering van het verdienvermogen tot één derde of minder (≤33%). Deze vermindering wordt gewaardeerd ten opzichte van het beroep dat betrokkene uitoefende voor de arbeidsongeschiktheid (eerste zes maanden arbeidsongeschiktheid) of ten opzichte van elk referentieberoep dat betrokkene zou kunnen uitoefenen op grond van zijn beroepsopleiding (na zes maanden arbeidsongeschiktheid).

Voor de bepaling van arbeidsongeschiktheid wordt er enkel gekeken of het verdienvermogen met meer dan 66% is afgenomen.

De gebruikte percentages komen niet overeen met de percentages die gebruikt worden in de OBSI (Officiële Belgische Schaal ter bepaling van de graad van Invaliditeit). Ze komen ook niet overeen met de percentages van definitieve arbeidsongeschiktheid die toegekend worden in het kader van een beroepsziekte of na een arbeidsongeval.

3. Uit de internationale wetenschappelijke literatuur blijkt dat de toename van psychische aandoeningen te wijten is aan multicausaliteit. De werkomgeving en de vaak toenemende eisen die op de werkvloer aan werknemers worden gesteld, kunnen naast andere factoren die zich in de persoonlijke levenssfeer bevinden, bijdragen tot een vermindering van algemeen welzijn wat op zijn beurt aanleiding kan geven tot bepaalde psychische stoornissen.

Zoals voor alle ziektegroepen is het ook bij psychische aandoeningen van belang bijkomende aandacht te besteden aan het luik preventie. Hierbij is het noodzakelijk dat zo snel mogelijk de eerste symptomen worden onderkend die mogelijk een periode van arbeidsongeschiktheid kunnen inleiden. Op medisch-sociaal vlak zou een adequate opvolging er moeten toe leiden dat de gerechtigden alsnog hun werk, mogelijks deeltijds, kunnen behouden. De werkgever dient hierbij een belangrijke rol te vervullen daar hij bepaalt of betrokkene, mits tijdelijke aanpassingen in het werkritme of arbeidspost, al of niet in dienst kan blijven. Maatregelen ter verbetering van de combinatie tussen werk en gezin kunnen eveneens bijdragen tot het verhogen van psychisch welzijn. Dat vooral vrouwen gevoelig zijn voor aandoeningen van psychische aard, ligt mogelijk in het feit dat zij meer zorgtaken uitoefenen dan mannen.

In de door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) opgerichte werkgroep “Back to work” worden nieuwe concepten geïntroduceerd zoals de tussenkomst van “disability case managers” die kunnen instaan om de terugkeer naar het werk te bevorderen en overleg op te starten met alle betrokkenen. Voor de gerechtigden die arbeidsongeschikt zijn geworden is het van groot belang dat snel de nodige initiatieven worden genomen die moeten leiden tot een terugkeer naar de arbeidsmarkt. Een tijdige concertatie tussen alle betrokken actoren gaande van de adviseur-geneesheer die in de eerste weken na zijn arbeidsongeschiktheid de gerechtigden dient te evalueren, tot de arbeidsgeneesheer en de behandelende arts is hiertoe noodzakelijk.

De dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) heeft de afgelopen jaren belangrijke inspanningen gedaan op het vlak van reactivering. Deze inspanningen hebben geleid tot een toename van het aantal arbeidsongeschikte gerechtigden die een opleiding volgen of deeltijds met toelating van de adviserend-geneesheer het werk hervatten. Dit is niet zonder belang, daar 15% van de arbeidsongeschikte gerechtigden die een deeltijdse activiteit uitoefenen, daarna weer volledig het werk hervatten.

Bovendien wordt verder gewerkt aan het tot stand komen van bilaterale overeenkomsten tussen het RIZIV, de verzekeringsinstellingen en de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling inzake vorming en socio-professionele integratie.

Bovenvermelde elementen dienen op termijn te leiden tot vermindering van het groeiritme van het aantal arbeidsongeschikten, inclusief zij die leiden aan psychische stoornissen.

Bijlage 1

Ziektegroep

1  Besmettelijke en parasitaire ziekten

2  Gezwellen

3  Endocriene, voedings-en stofwisselingsziekten

4  Ziekten van het bloed en bloedvormende organen

5  Psychische stoornissen

6  Ziekten van het zenuwstelsel en de zintuigen

7  Ziekten van het hartvaatstelsel

8  Ziekten van de ademhalingswegen

9  Ziekten van het spijsverteringsstelsel 

10 Ziekten van het urogenitaalsysteem

11 Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed

12 Ziekten van de huid en de celweefsels

13 Ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel

14 Congenitale afwijkingen

15 Aandoeningen met oorsprong in de perinatale periode

16 Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden

17 Ongevalsletsels en vergiftigingen

Bijlage 2

Aantal invaliden op 31 december 2010 per ziektegroep en per gebied

Algemene regeling

 

Brussels Hoofdstedelijk. Gewest

Vlaanderen

Wallonië

Onbekend 

Totaal

1

387

1 016

803

11

2 217

2

1 202

9 139

5 643

99

16 083

3

553

2 814

2 336

30

5 733

4

44

227

159

3

433

5

9 824

46 018

32 508

185

88 535

6

1 260

8 794

5 413

45

15 512

7

1 733

9 516

8 164

158

19 571

8

556

2 628

2 469

36

5 689

9

610

3 262

2 508

24

6 404

10

208

1 141

746

15

2 110

11

62

227

191

1

481

12

92

856

421

6

1 375

13

4 423

40 015

24 814

331

69 583

14

109

959

531

3

1 602

15

3

12

4

0

19

16

522

2 900

1 955

50

5 427

17

1 341

8 914

6 732

93

17 080

Onbekend

8

48

25

0

81

Totaal

22 937

138 486

95 422

1 090

257 935

Regeling der zelfstandigen

 

Brussels Hoofdstedelijk. Gewest

Vlaanderen

Wallonië

Onbekend 

Totaal

1

36

103

53

1

193

2

132

1 267

623

7

2 029

3

41

255

173

2

471

4

4

20

7

0

31

5

379

2 154

1 349

8

3 890

6

96

701

407

4

1 208

7

175

1 420

934

4

2 533

8

29

227

172

1

429

9

35

266

169

1

471

10

11

106

71

1

189

11

2

3

0

0

5

12

6

80

35

1

122

13

278

3 587

1 938

2

5 805

14

6

49

16

1

72

15

0

1

0

0

1

16

55

225

149

5

434

17

172

1 260

801

8

2 241

Onbekend

0

8

4

0

12

Totaal

1 457

11 732

6 901

46

20 136

Bijlage 3

Aantal invaliden op 30 juni 2011 per ziektegroep en per gebied

Algemene regeling

 

Brussels Hoofdstedelijk. Gewest

Vlaanderen

Wallonië

Onbekend 

Totaal

1

388

1 047

778

13

2 226

2

1 248

9 271

5 795

118

16 432

3

550

2 862

2 396

28

5 836

4

47

237

162

3

449

5

10 107

47 218

33 476

228

91 029

6

1 285

8 980

5 525

50

15 840

7

1 754

9 491

8 161

170

19 576

8

556

2 605

2 490

34

5 685

9

617

3 291

2 550

31

6 489

10

213

1 178

771

19

2 181

11

62

229

197

2

490

12

96

866

437

6

1 405

13

4 577

41 548

25 704

376

72 205

14

105

956

535

6

1 602

15

3

12

4

0

19

16

516

3 015

1 932

51

5 514

17

1 364

9 014

6 766

105

17 249

Onbekend

12

49

32

0

93

Totaal

23 500

141 869

97 711

1 240

264 320

Regeling der zelfstandigen

 

Brussels Hoofdstedelijk. Gewest

Vlaanderen

Wallonië

Onbekend 

Totaal

1

35

105

53

2

195

2

142

1 311

604

8

2 065

3

39

242

174

4

459

4

4

22

9

1

36

5

389

2 147

1 386

10

3 932

6

98

719

417

5

1 239

7

174

1 409

904

5

2 492

8

31

217

172

3

423

9

39

262

174

2

477

10

12

109

71

2

194

11

2

3

1

1

7

12

7

77

37

2

123

13

292

3 593

1 953

7

5 845

14

6

50

15

1

72

15

0

1

1

0

2

16

55

211

144

6

416

17

173

1 266

805

9

2 253

Onbekend

 

 

 

 

0

Totaal

1 498

11 744

6 920

68

20 230