Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5723

van Luc Sevenhans (N-VA) d.d. 29 februari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Het wetenschappelijke onderzoek naar de motivatie van daders van gewapende overvallen

misdaadbestrijding
diefstal
vuurwapen
georganiseerde misdaad
politie
gevolgenanalyse

Chronologie

29/2/2012Verzending vraag
20/3/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1620

Vraag nr. 5-5723 d.d. 29 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vorige week kondigde u aan dat u begin 2012 een wetenschappelijk onderzoek start waarin daders van gewapende overvallen bevraagd zullen worden over hun beweegredenen om een bepaald doelwit te kiezen. Ook zal worden nagegaan waarom bepaalde regio's meer in trek zijn bij overvallers. Als reden stelt u dat u op die manier de overvalkans van een handelszaak zou kunnen kunnen bepalen.

U gaat er dus van uit dat de daders bereid zullen zijn om hun methodes kenbaar te maken en ook dat er zulke methodes bestaan. Indien er zulke richtlijnen bestaan, lijkt het me vreemd dat die nog niet bekend zouden zijn?

Daarom volgende vragen:

1) Wordt er momenteel geen analyse gemaakt van de gepleegde feiten?

2) Gewapende overvallen zijn nogal eens het werk van internationale bendes. Is er met de buurlanden bijgevolg structureel overleg over de risicofactoren?

Antwoord ontvangen op 20 maart 2012 :

1. Er worden analyses uitgevoerd, met name door de diensten van de federale politie, met betrekking tot de problematiek van de gewapende overvallen op handelsdoelwitten. Onder het onderzoek “gewapende overvallen op zelfstandige ondernemers- daderbevraging” wordt verstaan, het voortzetten door middel van een bijzondere methodologie (daderbevraging) van de analyse over dit fenomeen en op die manier de kennis hierover uitbreiden. Het onderzoek waarvan sprake werd opgestart op 1 november 2011.. Doel van dit onderzoek is voornamelijk om na te gaan waarom een dader van een gewapende overval bepaalde commerciële doelwitten verkiest boven andere. Eveneens wordt de impact onderzocht van de genomen preventiemaatregelen door de handelaars op het beslissingsproces van de daders.

Op het gebied van methodologie, merken we op dat de interviews betrekking hebben op veroordeelde daders van dit soort feiten.

1. Inzake de strijd tegen diefstallen gewapenderhand, is er regelmatig overleg tussen de Belgische politiediensten en onze buurlanden. Dit overleg is meestal van operationele aard, naar aanleiding van concrete dossiers.

Dit operationeel overleg wordt bijkomend aangevuld door een strategisch overleg zowel op centraal niveau (bijvoorbeeld met Nederland en Frankrijk) als op gedeconcentreerd niveau (bijvoorbeeld Eurregio). Daarnaast zijn er ook nog de Belgische verbindingsofficieren in de buurlanden die ons informeren indien bepaalde trends van gewapende overvallen zich voordoen. Bovendien heeft de federale politie regelmatig overleg met haar privé partners (Febelfin, De Post, Nationale Bank, Fedis), die op hun beurt van hun buitenlandse privé partners worden geïnformeerd van bepaalde gebeurtenissen.

Dit alles leidt ertoe dat we in ons land een goede dreigingsanalyse kunnen maken met betrekking tot diefstallen gewapenderhand.