Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5620

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 februari 2012

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - Personeel - Thuiswerk

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
werk op afstand

Chronologie

10/2/2012Verzending vraag
13/6/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5620 d.d. 10 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Quasi in alle sectoren behoort thuiswerken van het personeel tot de geplogenheden. De federale overheidsbedrijven volgen deze trend, maar niet allemaal in het zelfde ritme.

Hierover volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister dat het werk van sommige personeelsleden van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) zich prima leent tot thuiswerken?

2) Kan hij een gedetailleerd overzicht geven van de mate waarin de medewerkers (a) de mogelijkheden krijgen en (b) deze ook effectief invullen door thuiswerk, jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en apprecieert de minister deze ontwikkelingen?

3) Wie beslist of de medewerkers de mogelijkheden tot thuiswerk krijgen? In welke mate kan de geachte minister hier bindende richtlijnen verstrekken?

4) Welke concrete spelregels gelden voor het thuiswerk van de medewerkers, onde andere met bereikbaarheid, combinatie met aanwezigheid van jonge kinderen, vergoedingen voor energie- en telefoon- en internetkosten enz.?

5) Bestaan er onderzoeksgegevens over de kwaliteit, de prestaties, de arbeidstevredenheid enz. in verband met dit thuiswerk? Kan de geachte minister de resultaten hiervan als synopsis verstrekken?

Antwoord ontvangen op 13 juni 2012 :

Het is de ambitie van de spoorweggroep om een voorbeeldrol betreffende mobiliteit te spelen ook voor het eigen personeel. Mobiliteit vermijden is ook goed bezig zijn met mobiliteit.

Vanuit die visie is er een werkgroep telewerken opgestart om telewerken binnen de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-groep in al zijn aspecten uit te werken. Een voorstel van deze werkgroep is ondertussen door het directiecomité van de NMBS-Holding goedgekeurd. Hierbij is een eerste reglementair kader voor telewerken uitgewerkt om een pilootfase met een beperkte groep medewerkers van de NMBS, Infrabel en NMBS-Holding te starten. Het reglementaire kader is al een eerste keer voorgelegd ter bespreking op de paritaire subcommissie en zal verder besproken en verfijnd worden in het sociaal overleg met de syndicale organisaties.

Door het specifieke statuut van autonome overheidsbedrijven zijn de CAO ‘s nr. 85 en nr. 85bis ter implementatie van de Europese kaderovereenkomsten over telewerken van 16 juli 2002 noch het koninklijk besluit van 22 november 2006 betreffende het telewerk bij het federaal administratief openbaar ambt immers van toepassing op de NMBS-Groep. Vandaar de noodzaak om een apart reglementair kader uit te werken om telewerk mogelijk te maken binnen de NMBS-Groep.

Omdat er binnen de NMBS-Groep geen reglementsbepalingen bestaan met betrekking tot telewerken, kunnen er op dat stuk geen cijfers meegedeeld worden.