Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5616

van Freya Piryns (Groen) d.d. 10 februari 2012

aan de minister van Justitie

Niet begeleide minderjarige vluchtelingen - Voogden

politiek asiel
minderjarigheid
voogdijschap
asielzoeker

Chronologie

10/2/2012Verzending vraag
12/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-5616 d.d. 10 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wanneer niet-begeleide buitenlandse minderjarigen (NBMV) in ons land in contact komen met de Dienst Vreemdelingenzaken of de politie, wordt de Voogdijdienst op de hoogte gebracht. Die overheidsdienst is verantwoordelijk voor de identificatie van de jongeren en moet ervoor zorgen dat de jongeren opvang krijgen. Elke jongere krijgt ook een voogd toegewezen die hem helpt bij het zoeken van een advocaat, het indienen van een asielaanvraag of het vinden van een geschikte school.

Mijn vragen aan de geachte minister:

1) Hoeveel voogden zijn er nu?

2) Hoeveel jongeren hebben zij gemiddeld onder hun hoede?

3) Hoeveel is het minimum en hoeveel het maximum aantal minderjarigen dat één voogd onder zijn hoede mag nemen?

4) Hoeveel bedraagt de vergoeding per minderjarige voor een voogd? En welke extra kosten worden nog vergoed (verplaatsingen en dergelijke meer)?

5) Welk bedrag werd er de laatste drie jaar uitgereikt aan voogden voor de begeleiding van NBMV?

Antwoord ontvangen op 12 maart 2013 :

Alvorens op de vragen te antwoorden, wil ik verduidelijken dat de dienst Voogdij elke niet-begeleide minderjarige vreemdeling onder zijn hoede plaatst en indien nodig de overheden bevoegd voor opvang en huisvesting contacteert. Dit betekent niet dat de dienst Voogdij zelf een opvangplaats moet garanderen. Hij hangt daarvoor dus af van de capaciteit van het opvangnetwerk van Fedasil, de gemeenschappen en verenigingen. 

1) Eind december 2012 kon de dienst Voogdij beschikken over 277 actieve voogden (121 Franstalig, 156 Nederlandstalig). 

2) Gemiddeld heeft een voogd 9,86 pupillen onder zijn hoede. 50 procent van de voogden heeft 0 à 2 pupillen onder zijn hoede, dit zijn de voogden die dit op vrijwillige basis doen. Enkelen onder hen hebben momenteel om privé- of beroepsredenen geen enkele voogdij onder hun hoede. 24,18 procent heeft tussen de 3 en de 14 voogdijen, 26,64 procent (waarvan 6,56 procent werknemervoogden in het kader van een protocolovereenkomst) heeft 15 voogdijen of meer. 

3) Het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van Titel XIII, Hoofdstuk 6 “Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen” van de programmawet van 24 december 2002, beperkt het aantal voogdijen per voogd tot 40. Er is geen minimum bepaald.  Het gebeurt dat voogden op een bepaald moment geen voogdijen op zich nemen omdat dit voor hen tijdelijk niet mogelijk is. Bijvoorbeeld omwille van zwangerschap en geboorte van een kind, een wijziging in de loopbaan, en dergelijke. 

4) Per jaar en per voogdij ontvangt de voogd een forfaitaire vergoeding van 565,80 euro, een vergoeding van 85 euro voor administratieve kosten en volledige terugbetaling van verplaatsing - en verzendingkosten”. 

5) Aan premies voor voogden, administratieve kosten, verplaatsingskosten, opleidingen, kosten voor tolken en vertalingen, verzekeringen voor voogden, werd in 2009 1 363 212,44 euro uitgegeven, in 2010 1 708.989,75 euro en in 2011 2.057 598,22 euro.