Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5581

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 9 februari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De vertraging van de Minimale Klinische Gegevens

ziekenhuis
medische gegevens

Chronologie

9/2/2012Verzending vraag
21/2/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1786

Vraag nr. 5-5581 d.d. 9 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag 5-2886 blijkt dat de meest recente Minimale klinische gegevens (MKG) dateren van 2008. Dit betekent dat de verwerking van de ingezamelde informatie bijna drie jaar in beslag neemt.

Tezelfdertijd hebben de FINHOSTA gegevens, het instrument van uw administratie die de systematische controle op de boekhouding van zorginstellingen verzekert, ruim vijf jaar vertraging. Ik ondervroeg u daarover in mijn schriftelijke vraag 5-2476.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1) Wat zijn uw plannen om de tijdspanne tussen de start van de inzameling en de resultaten van de verwerking van de MKG gegevens te verminderen?

2) Hoe zal u de bestaande MKG gegevens gebruiken om uw beleid bij te sturen?

3) Hoe vangt u de veroudering van de data op om acute problemen of noden bij te sturen?

4) Hoe detecteert u acute problemen en acute noden?

5) Hoe is de grote achterstand bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid te verklaren?

Antwoord ontvangen op 21 februari 2012 :

1) Ik wil er op wijzen dat de de minimale klinische gegevens (MKG), enkel voor de jaren 1990 tot 2007 verzameld werden. Sinds 2008 worden de MKG samen met de minimale verpleegkundige gegevens (MVG), opgevraagd binnen de minimale ziekenhuisgegevens (MZG). Het integreren van deze twee registraties en het uitbreiden van vooral de verpleegkundige gegevens in de VG-MZG en de personeelsgegevens zijn de hoofdoorzaak van de vertraging.

Ondertussen zijn de MZG 2008 afgewerkt, en zullen die van 2009 weldra volgen (in de loop van februari 2012). De MZG 2010 en 2011 zullen dit jaar worden afgerond.

Naast deze inspanning om de achterstand uit het verleden versneld in te halen, werkt men ook aan het verbeteren van de gegevenskwaliteit, door op basis van de analyses over de vorige periodes nieuwe controles toe te voegen.

2) De ervaring leert ons dat de gegevens op nationaal vlak over de jaren heen niet zoveel veranderen, ook al zijn er natuurlijk bepaalde trends. Het kunnen beschikken over de meest recente jaren vormt echter wel een meerwaarde wanneer met de situatie van één ziekenhuis, van een type ziekenhuis of van een dienst specifiek onder de loep wil nemen.

De manier waarop de gegevens worden opgevraagd, zorgt voor een wachttijd van minstens 6 maanden na het afsluiten van het betrokken semester. De MZG vormen een instrument om achteraf analyses uit te voeren en bepaalde trends te bestuderen. Het is geen “Early warning system” waarbij de gegevens dagelijks zouden verzonden worden.

3) De ervaring leert ons ook dat de gegevens vooral op lokaal vlak veranderen, en veel minder op macroniveau. Ik herinner er overigens aan dat het ziekenhuisbeheersysteem, met inbegrip van zijn financiering, zich op vele informatiebronnen baseert, en dat de MZG, FINHOSTA, enz. daar maar een onderdeel van vormen. De meeste gegevens zijn recent (2009 of 2010).

4) Tijdens hun systematische inspectiebezoeken controleren de inspecteurs van de dienst Boekhouding van de ziekenhuizen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid de gegevens. Voor echt acute problemen zijn andere registraties meer aangewezen. Op dit ogenblik gebeurt er in de spoedgevallendiensten een dagelijkse registratie. Er moeten nog technische problemen overwonnen worden, en het gemis aan een eenvormig elektronisch patiëntendossier verzwaart de registratielast voor de medewerkers op de spoedgevallendiensten. Daarom heb ik sinds 2008 het ziekenhuisbudget met een bijkomend jaarlijks bedrag van 16,3 miljoen euro verhoogd, met de bedoeling om het informatiseren van het verpleegkundig onderdeel van het patiëntendossier te steunen. De ervaring van sommige ziekenhuizen die deze informatisering hebben uitgevoerd toont de voordelen op het vlak van het delen van gegevens, de zorgcontinuïteit en de lastenverlichting voor de verpleegkundigen.

5) Het integreren van de medische (MG-MZG) en verpleegkundige (VG-MZG) gegevens in de minimale ziekenhuisgegevens (MZG) en het uitbreiden van de verpleegkundige en personeelsgegevens zijn de hoofdoorzaak van de vertraging. De ziekenhuizen moeten van hun kant hun registratieprogramma's, die soms in handen zijn van onderaannemingen, aanpassen, en dat vergt eveneens tijd.