Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5563

van Inge Faes (N-VA) d.d. 9 februari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Federale Politie - Tuchtonderzoeken - Schorsingen - Cijfers

politie
gemeentepolitie
tuchtprocedure
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

9/2/2012Verzending vraag
25/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5563 d.d. 9 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Om de problematiek van de schorsing en het interne tuchtonderzoek bij de politie te onderzoeken had ik graag volgende cijfers gekregen.

1) Hoeveel tuchtonderzoeken werden in 2011 tegen agenten gestart, dit onderverdeeld per graad (agent, inspecteur, hoofdinspecteur, commissaris en hoofdcommissaris)?

2) Wat waren de voornaamste aanleidingen voor die tuchtonderzoeken?

3) Wat waren de voornaamste conclusies van die tuchtonderzoeken?

4) Wat betreft de lokale politie had ik ook graag een opsplitsing per politiezone gekregen.

Ook had ik graag geweten hoeveel agenten in 2011 effectief werden geschorst:

1) Dit onderverdeeld per graad (agent, inspecteur, hoofdinspecteur, commissaris en hoofdcommissaris).

2) Wat waren de voornaamste aanleidingen van deze schorsingen?

3) Wat betreft de lokale politie had ik graag een opsplitsing per politiezone gekregen.

Antwoord ontvangen op 25 juli 2012 :

Zoals u werd gepreciseerd in antwoord op een identieke vraag met betrekking tot de jaren 2005 tot 2010 door toenmalig minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Annemie Turtelboom, zijn de tuchtoverheden niet verplicht om informatie te verschaffen over de tuchtonderzoeken (voorafgaande onderzoeken) die zij verrichten of de schorsingen (voorlopige schorsingen) die zij uitspreken in het belang van de dienst. Deze handelingen maken intrinsiek deel uit van het verantwoordelijk dagelijks personeelsbeheer op het ogenblik waarop de verantwoordelijke overheid kennis neemt van het disfunctioneren van één van haar leden. Dit maakt het echter niet mogelijk om vooruit te lopen op een sanctie die pas vaststaat als de aansprakelijkheid van het betrokken personeelslid effectief wordt aangetoond na afloop van de wettelijk ingestelde procedure.