Artsen - Taalkennis
dokter
taalgebruik
6/2/2012 | Verzending vraag |
14/3/2012 | Antwoord |
In de Kamercommissie van Volksgezondheid van 16 februari 2011 stelde de geachte minister dat haar administratie onderzocht hoe onder meer de taalkennis van artsen, onder meer in het kader van een Europese richtlijn, kan worden geïntegreerd in de proeven en controles die er bestaan omtrent de erkenning als arts of omtrent het uitoefenen van het beroep van arts:
1) Wat is de stand van zaken van dit onderzoek? Zijn er al conclusies en zo ja dewelke?
2) Welke maatregelen heeft de minister reeds genomen of stelt de minister in het vooruitzicht om het probleem van het gebrek aan taalkennis, inzonderheid van de streektaal, bij een aantal artsen op te lossen?
Enerzijds neemt de Europese Commissie in haar voorstel tot herziening van de richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties een hoofdstuk over talenkennis op, en anderzijds voorziet de staatshervorming in een overheveling van bevoegdheden naar de Gemeenschappen wat betreft operationele processen voor het uitreiken van erkenningen en toelatingen om een beroep uit te oefenen, en dit na een samenwerkingsakkoord.
Het ziet er dus naar uit dat deze kwestie in het kader van dat samenwerkingsakkoord moet worden geregeld.
Maar ondertussen gelden de rechten van de patiënt en de medische deontologie: die houden een recht voor de patiënt in, maar ook een plicht voor de arts om de taal voldoende te beheersen teneinde de relatie tussen de patiënt en de beroepsbeoefenaar mogelijk te maken.