Schriftelijke vraag nr. 5-5478

van Inge Faes (N-VA) d.d. 2 februari 2012

aan de minister van Justitie

Polygraaf - Gebruik - Strafzaken - Cijfers

gerechtelijk onderzoek
wetenschappelijk apparaat
gerechtelijke politie
officiële statistiek

Chronologie

Vraag nr. 5-5478 d.d. 2 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 1998 werd voor de eerste maal in België en West-Europa forensische polygrafie gebruikt in het kader van een strafrechtelijk dossier. Deze tests werden uitgevoerd door een Canadese, Franssprekende polygrafist van de Sûreté de Quebec. Wat de Nederlandstalige dossiers betreft, werd een beroep gedaan op een Zuid-Afrikaanse politieman-polygrafist. Sinds 1998 is het dus mogelijk om binnen een strafrechtelijk dossier van een getuige, verdachte, informant of slachtoffer een polygraaftest af te nemen.

Om het gebruik van de polygraaf in strafzaken te kunnen onderzoeken had ik graag volgende cijfers.

1) In hoeveel dossiers per jaar sinds 2000 werd een polygraaftest gebruikt?

Dit cijfer had ik graag onderverdeeld in:

- Het gerechtelijk arrondissement waarin de test plaatsvond;

- Het aantal personen per dossier dat met een polygraaf is verhoord;

- De hoedanigheid van deze personen (getuige, verdachte, informant, slachtoffer) en hun taalrol;

- Het misdrijf dat in het dossier onderzocht werd.

2) Betreffende de resultaten van de polygraaftest:

- Hoeveel testen zijn geloofwaardig?

- Hoeveel testen zijn ongeloofwaardig?

- Hoeveel testen zijn onbeslist?

- Hoeveel testen werden onderbroken, wat was de reden hiervoor?

- In hoeveel gevallen leidde een polygraaftest rechtstreeks tot een bekentenis?

Deze cijfers graag ook per jaar en sinds 2000.

Antwoord ontvangen op 13 juni 2012 :

1) Op basis van de beschikbare cijfers van de Federale Politie kunnen twee tabellen worden meegedeeld.  

De polygraaftesten zijn in Brussel gecentraliseerd en de gegevens worden vanaf 2001 opgeslagen.  

In principe wordt één persoon per dossier verhoord. In sommige gevallen met verschillende verdachten kunnen verschillende personen worden verhoord. 

In 98 % van de dossiers zijn die personen verdachten, 1 % is getuige en 1 % is slachtoffer. In verband met de taalrol kan worden opgemerkt dat 55 % Nederlandstaligen zijn, 40 % Franstaligen en 5% anderstaligen). 

In tabel 1 (in bijlage) wordt het totaal aantal polygraaftesten weergegeven in Brussel per jaar tussen 2000 en 2011. 

In tabel 2 (in bijlage) wordt het totaal aantal polygraaftesten per misdaad en per jaar weergegeven.  

2) In tabel 3 (in bijlage) wordt voor de periode 2000 tot 2011 het aantal polygraaftesten weergegeven die geloofwaardig zijn, ongeloofwaardig zijn, onbeslist zijn, onderbroken werden en in hoeveel gevallen dit leidde tot een bekentenis. 

Deze cijfers zijn opgesplitst per jaar sinds 2000.

Tabel 1 – Tableau 1 : Het totaal aantal polygraaftesten tussen 2000 en 2011 in Brussel per jaar – Le nombre de tests du polygraphe entre 2000 et 2011 à Bruxelles par année  

Tabel 2 – Tableau 2: Totaal aantal polygraaftesten tussen 2000 en 2011 per misdaad en per jaar – Nombre total de tests du polygraphe entre 2000 et 2011 

11 = Diefstal met geweld – Vol  avec violence

12 = Moord – Meurtre 

37 = Zedenfeiten – Faits  de moeurs

43 = Opzettelijke slagen en verwondingen – Coups et blessures volontaires

47 = Opzettelijke brandstichting – Incendie volontaire  

Tabel 3 – Tableau 3 : Resultaat van de polygraaftesten tussen 2000 en 2011 – Résultats des tests du polygraphe entre 2000 et 2011

A = Geloofwaardig – Fiable

B = Ongeloofwaardig – Non fiable

C = Onbeslist – Incertain

D = Onderbroken – Interrompu

E = Bekentenis – Aveux