Schriftelijke vraag nr. 5-5290

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 17 januari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Grafschennis - Processen-verbaal - Aantallen - Evolutie

begraafplaats
vandalisme
racisme
antisemitisme
gerechtelijke vervolging
eigendomsdelict
officiële statistiek

Chronologie

Vraag nr. 5-5290 d.d. 17 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag nr. 4-4670 en 4-6663 hierover.

Regelmatig maakt de pers gewag van feiten van grafschennis. Graven worden geschonden en sierstukken en -beeldjes worden gestolen en/of vernietigd.

Het hoeft geen betoog dat dergelijke feiten zeer traumatisch zijn voor de familie en de kennissen van de overleden personen. Soms blijkt dat er ook een racistisch of antisemitisch motief is voor de grafschennis. Het vervolgen van deze feiten moet dan ook een absolute prioriteit zijn. Meten is weten. Graag had ik me hierover dan ook een duidelijker beeld gevormd. Worden deze ernstige misdrijven al of niet veelvuldig gepleegd? Ik heb specifieke vragen over het aantal processen-verbaal dat door de politie wordt opgesteld.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister meedelen hoeveel processen-verbaal voor grafschennis er tijdens de laatste drie jaren in elk van die jaren werden opgesteld? Kan hij, indien mogelijk, voor elk jaar meedelen welke gemeentes en/of provincies werden getroffen? Beschikt zij tevens over cijfers betreffende de totale begrote schade?

2) Kan zij me informeren in hoeveel gevallen van grafschennis, en dit op jaarbasis voor de laatste drie jaar, de politie de daders heeft gevat? In hoeveel gevallen was er sprake van minderjarige daders? Kan zij dit cijfer toelichten?

3) Ik schrok zelf van het lange lijstje van feiten van de laatste zes maanden waarvan de pers gewag maakte. Klopt mijn indruk dat het aantal feiten toeneemt?

4) Kan zij zeggen in hoeveel gevallen, waarvoor gedurende de laatste drie jaar de politie een proces-verbaal opmaakte, er sprake was van een racistisch en/of een antisemitisch motief ? Kan zij de cijfers toelichten? Is er sprake van een toename?

Antwoord ontvangen op 24 april 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1 en 3.

Gelieve hierbij het aantal geregistreerde feiten inzake “Grafschennis” te willen vinden, op het niveau van de provincies en gemeenten, voor de periode 2008-2010 evenals voor het eerste semester van 2011 (Bron: ANG, afgesloten op 21 oktober 2011).

Meer recente cijfers zijn nog niet beschikbaar.

Het aantal feiten lijkt de voorbije drie jaar vrij stabiel te blijven.

2.

Er zijn hieromtrent geen gegevens op het centrale niveau beschikbaar.

4.

De in de ANG geregistreerde feiten inzake “racisme en xenofobie” betreffen enkel inbreuken op de antiracismewet (wet van 30 juli 1981). Gemeenrechtelijke misdrijven (bijvoorbeeld opzettelijke slagen en verwondingen, vandalisme) die met een racistisch motief gepleegd werden, vallen hier dus niet onder.

Bij het registreren van het proces-verbaal in het systeem van de lokale politie wordt weliswaar (zoals gevraagd door de omzendbrieven COL 6/2006 en COL 14/2006) deze context aangegeven, maar deze variabele wordt vooralsnog niet opgeslagen in de nationale politiedatabank, waardoor het niet mogelijk is hieromtrent cijfers te produceren.