GGO-aardappelen - Veldproeftest - Vernieling - Standpunt - Wetenschappelijk onderzoek - Vrijheid - Bescherming
aardappel
genetisch gemodificeerd organisme
biotechnologie
ecologische beweging
vernietiging van de gewassen
30/12/2011 | Verzending vraag |
2/2/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3052
In Wetteren wordt op basis van een door u verleende vergunning een veldproef uitgevoerd met genetisch gewijzigde aardappelen die bestand zijn gemaakt tegen de aardappelplaag. Deze ziekte vormt de grootste bedreiging van de Belgische aardappelteelt en kost de Belgische aardappelteler naar schatting jaarlijks 55 miljoen euro. Bedoeling van de veldproeftest is een genetisch gemodificeerde aardappel te creëren die bestand is tegen de aardappelplaag. Momenteel wordt in de aardappelteelt bijna wekelijks met fungiciden gespoten om deze infectie tegen te gaan. Wellicht zal met deze nieuwe genetisch gemodificeerde aardappelvariëteiten de fungicidenbehandeling drastisch kunnen teruggeschroefd worden of helemaal vermeden worden. Dit zal onmiskenbaar voordelen voor het milieu, de boer en de consument met zich meebrengen. De proef wil met andere woorden op een wetenschappelijk verantwoorde manier nagaan welke combinaties van resistentiefactoren onder Belgische condities goed werken, om zo bij te dragen tot de ontwikkeling van duurzaam resistente aardappelen voor de Belgische landbouwer.
De veldproef wordt uitgevoerd door een universiteit, een hogeschool en publieke onderzoeksinstellingen (Universiteit Gent, Hogeschool Gent, Instituut voor landbouw en visserij onderzoek en Vlaams Instituut voor biotechnologie) en is vergund door de bevoegde ministers na positief advies van de Bioveiligheidsraad.
Op zondag 29 mei 2011 organiseerde een beweging, die zich "Field Liberation Movement" noemt, op het GGO-aardappelveld in Wetteren een aangekondigde actie om de veldproef met deze genetisch gemodificeerde aardappelen te vernietigen. Dat is hen ook gelukt, ondanks de zware beveiligingsmaatregelen die de organisatoren van de veldproef (UGent, ILVO, VIB en HoGent) getroffen hadden. Beveiligingsmaatregelen die voor publiek wetenschappelijk onderzoek zeer ongebruikelijk zijn en die tot zeer zware kosten hebben geleid die voor de betrokken onderzoeksinstellingen bijna niet te dragen zijn.
De aanwezige actievoerders slaagden er in het veld te bestormen, de proefaardappelen uit te trekken en biologische aardappelen en strooizout op het veld te gooien. De veldproef met genetisch gemanipuleerde aardappelen ging daardoor totaal verloren.
In het kader van deze gebeurtenis had ik graag van u een antwoord gekregen op volgende vragen:
1) Hoe staat u tegenover de oproep tot het vernielen van de veldproef, en tegenover een vernieling zelf? Keurt u dit af, en zo ja, op welke manier gaat u uw standpunt in deze kracht bijzetten?
2) België heeft een zeer sterke positie in het agrobiotechnologisch basisonderzoek. Het is van het allergrootste belang dat de betrokken onderzoeksinstellingen dit basisonderzoek kunnen valoriseren. Het kunnen uitvoeren van rechtmatige veldproeven is hiervoor een eerste zeer belangrijke stap. Op welke manier gaat u waarborgen dat dergelijk onderzoek ook in de toekomst nog in België kan plaatshebben?
De minister van Leefmilieu en ik stonden deze veldproef met genetisch gewijzigde aardappelen toe, nadat men gedurende maanden de risico’s had beoordeeld. Men had met zekerheid vastgesteld dat de risico’s voor het leefmilieu en de volksgezondheid te verwaarlozen zijn.
Ik keur de vernieling van deze veldproef dus zeker niet goed.
Mijn bestuur heeft de nodige maatregelen genomen om deze vernieling te vermijden. Ten eerste is de procedure voor de beoordeling en de goedkeuring van deze veldproef, zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 21 februari 2005 tot reglementering van de doelbewuste introductie van Genetisch gemodificeerd organismes (GGO's) in het leefmilieu, via een specifieke website rond GGO’s volledig transparant verlopen. Daarnaast werd het publiek gedurende één maand over deze veldproefaanvraag geraadpleegd teneinde zijn opmerkingen en vragen en die van organisaties te verzamelen. Een rapport van deze consultatie met de antwoorden op de vragen werd eveneens gepubliceerd. Mijn bestuur heeft ook contact opgenomen met de burgemeester van Wetteren om de veldproef te beschermen, aangezien dat onder zijn bevoegdheid valt.
We kunnen de mogelijkheid om verdere maatregelen te nemen om zulke vernieling in de toekomst te vermijden overigens in het kader van de bevoegdheden van de federale Staat bestuderen. Indien de motivering van de vernietigers het gebrek aan debat is, dan kunnen wij eraan denken om tijdens het beoordelingsproces van zulke veldproefaanvragen een openbaar debat te organiseren. Maar ik ben voorstander van een breder debat rond GGO’s en hun socio-economische effecten. Deze discussie zal zeker aan bod komen tijdens de eventuele herziening van het samenwerkingsakkoord met de Gewesten inzake bioveiligheid.