Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5047

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Slachtoffers van huiselijk geweld en stalking - Mobiel alarmsysteem - Abused Women's Active Response Emergency - Toepassing in België

huiselijk geweld
stalking (belaging)
slachtofferhulp

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
2/5/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2358

Vraag nr. 5-5047 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mensen die stelselmatig worden bedreigd door hun ex-partner zouden een alarmkastje moeten dragen dat de politie waarschuwt bij gevaar. Die aanbeveling komt van de Nederlandse hulpverleners, politici en deskundigen.

Het mobiele alarmsysteem wordt in Nederland gezien als methode om gewelddadige excessen te voorkomen. Door het indrukken van een knop weet de politie waar de drager zich bevindt en wat er aan de hand is. Als het apparaat wordt geactiveerd, levert dat direct een aangifte op.

Dit zogeheten AWARE-systeem draaide aanvankelijk in vijfentwintig Nederlandse politiezones waaronder Bergen op Zoom en Tilburg en komt uit het Verenigd Koninkrijk. AWARE staat voor Abused Women's Active Response Emergency. Heden wordt het landelijk toegepast in Nederland.

Het systeem ziet eruit als een GSM en werkt met global positioning system (GPS). Zodra de vrouw op de knop drukt, gaat er een melding naar de centrale van de politie. Daar krijgt de melding zonder voorbehoud hoge prioriteit. Binnen enkele minuten is de politie ter plekke.

Slachtoffers komen pas in aanmerking voor het systeem na een intensieve screening. Daarin wordt de ernst van de situatie vastgesteld. Zo wordt bekeken of er aangiftes of meldingen bij de politie bekend zijn en of er sprake is van een zeer grote dreiging. Pas bij zeer ernstige stalking (meestal door een ex-partner), wordt AWARE ingezet.

Het systeem is voor de vrouwen een eerste stap in de richting van een eigen leven. Het zorgt ervoor dat vrouwen zich veiliger voelen. Ze zijn niet alleen. Dat maakt ze sterker, waardoor de stalker ook minder macht over ze heeft. Vaak wordt de stalker ook op de hoogte gesteld van het alarm, wat een preventieve werking heeft.

Graag had ik van een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Wat vindt u van de Nederlandse aanpak van ernstige stalkers en potentiële geweldplegers, waarbij een mobiel alarm wordt ingezet (zogenaamde AWARE systeem)? Kan hij uitvoerig de pro's en de contra's oplijsten?

2) Bent u bereid een gelijkaardig systeem te implementeren in ons land voor ernstige gevallen van stalking en partnergeweld? Kan u dit uitvoerig toelichten wat betreft budgetten, pilootprojecten en tijdstip? Kan u uitvoerig toelichten, zo er geen proefproject komt, welke de redenen hiervan zijn?

3) Een van de grootste voordelen van het mobiel alarm is dat het slachtoffer zich veel veiliger voelt. Bent u het met mij eens is dat het mobiel alarm voor bepaalde gewelddelicten en stalking de meest efficiënte manier is om het slachtoffer gerust te stellen en kan u dit toelichten? Zo neen, kan u aangeven welke andere maatregelen u heeft getroffen die een gelijkaardig effect hebben op het veiligheidsgevoel van het slachtoffer?

4) Kan u de meest recente cijfers van stalking geven op jaarbasis (aantal vastgestelde processen-verbaal) en de meest recente cijfers wat betreft partnergeweld, dit ook op jaarbasis? Kan u deze cijfers duiden en aangeven hoe deze cijfers zijn geëvolueerd in vergelijking met de cijfers van de vorige jaren?

Antwoord ontvangen op 2 mei 2012 :

Op basis van de inlichtingen die door de bevoegde diensten werden overgemaakt, kan ik u volgende elementen van antwoord meedelen.

1. en 2. Ik meen de eerste twee vragen samen te kunnen behandelen, aangezien een gelijkaardig systeem reeds in voege is in enkele Belgische steden waaronder Leuven (Basta-project) en Gent (Telealarm). Het zou ook bestaan in Luik en Veurne.

Het bestek van deze vraag lijkt me te kort om een grondige analyse van de buitenlandse systemen door te voeren. Mijn eerste indruk van de ervaringen uit Leuven en Gent, waar de systemen al enkele jaren lopen, zijn alleszins positief. Een meer diepgaande analyse van de mogelijkheden en de meerwaarde van zulke projecten en de opties van aansturing vanuit het Federale niveau dringt zich op. Een eventuele landelijke implementatie dient grondig voorbereid te worden, en dient niet in het minst samen met mijn collega bevoegd voor Binnenlandse Zaken besproken te worden.

Ik beschik nog niet over de noodzakelijke evaluaties om concrete afwegingen of beslissingen te nemen. Maar het lijkt er wel degelijk op dat de systemen een positief effect kennen. Door middel van een personenalarmsysteem met halszender kan het slachtoffer in geval van nood via een permanente meldcentrale een dringende politie-interventie oproepen. Hierdoor kan het dreigend geweld voorkomen of gestopt worden.

Het systeem kan een doorbraak bieden in hardnekkige dossiers die reeds jarenlang aanslepen. Er wordt aangegeven dat in een groot aantal gevallen geen interventies meer volgen na het afsluiten van het systeem.

Bovendien zou het systeem de werking van justitie vergemakkelijken. Doordat er zeer snel geïntervenieerd kan worden, wordt er vaker op heterdaad betrapt en wordt het parket meer elementen gegeven om de zaak terdege aan te pakken. Tenslotte kan een gunstig effect in zulke langdurige dossiers de actoren op het terrein verder motiveren om opnieuw zulke “verloren” situaties ter hand te nemen.

Bovendien lijkt het systeem ook preventief of recidiveverlagend te werken naar de stalker of ex-partner toe, gezien deze ervaart dat er rond het slachtoffer een ondersteuningsnetwerk wordt opgebouwd, en de macht en controle over de vroegere partner vervaagt. De pleger krijgt de indruk dat het slachtoffer permanente bescherming geniet. Dit lijkt een reden waarom slachtoffers in het systeem, slecht zelden werkelijk een interventie oproepen.

Het systeem heeft wel degelijk een kostprijs. De technische apparaten dienen aangekocht of gehuurd te worden en de noodzakelijke mensen en middelen dienen vrijgemaakt te worden om de onmiddellijke interventie te kunnen garanderen. Dit laatste verplicht de zones om het systeem slechts toe te passen in de meest risicovolle gevallen. Hierbij is aldus niet de kostprijs van het technische aspect doorslaggevend, doch de kost van die garantie op onmiddellijke interventie en veiligheid. Een verdere bestudering van hoe dit risico beter ingeschat kan worden, dient mee opgenomen te worden in dit verhaal.

Een kosten-baten-analyse van de bestaande lokale projecten zou een betere kijk kunnen verschaffen. Er zijn immers elementen die ervoor kunnen pleiten de kosten van zulke alarmsystemen eerder te beschouwen als een investering. Immers, indien het aantal interventies op lange termijn zou dalen door dit systeem, zou dit kunnen beschouwd worden als een winst in het veiligheidsbudget. De zogenaamde ‘hardnekkige’ dossiers kosten politie en justitie handen vol geld, vaak zonder grote successen te boeken. Een optie die deze kost en frustratie kan verminderen, kan niet anders dan serieus bestudeerd te worden. Tenslotte kent familiaal geweld een enorme maatschappelijke kost via de hulpverlening, ziekteverzuim, medische interventies, kosten voor veiligheid, … Bij de beleidskeuze om financiële middelen vrij te maken dient dit ruime plaatje mee bekeken te worden.

Een eventuele nationale implementatie heeft naar alle waarschijnlijkheid enkele voordelen: zo zal de aanpak van stalking en familiaal geweld meer gestroomlijnd worden, hetgeen meer duidelijkheid verschaft aan de slachtoffers wat hun concrete opties naar veiligheid toe zijn. Daarenboven zal de kostprijs van het systeem gedrukt kunnen worden indien dit in groep aangekocht of gehuurd wordt. Een nationale implementatie laat ook beter toe om beschermingssystemen mee te verhuizen indien een slachtoffer de zone verlaat.

3. Het effect op de objectieve veiligheid lijkt mij pertinenter om de investering te maken dan de invloed op de subjectieve veiligheid. Maar het lijkt inderdaad te kloppen dat de elektronische systemen een gunstig effect hebben op deze subjectieve veiligheid. Doorgaans melden de aangesloten personen dat ze zich door de combinatie van het personenalarm en het opgezette ondersteuningsnetwerk veiliger voelen en dat ze zich geloofd en serieus genomen voelen door de opvang bij verschillende mensen die met hen begaan zijn. Het personenalarm lijkt een positieve impact te hebben op de zelfredzaamheid van de aangesloten personen. Hun gevoel van eigenwaarde, autonomie en zelfstandigheid wordt bewerkstelligd.

4. Met betrekking tot belaging werd in 2010 23.662 feiten geregistreerd bij de politie. Er is een daling zichtbaar sinds 2007 (26 095), 2008 (25 331) en 2009 (24 585). Deze cijfers zijn raadpleegbaar op de website van de federale politie (http://www.polfed-fedpol.be/), waar ook de methodologie tot opmaak van deze cijfers staat beschreven.

De politie registreerde in 2010 44 604 feiten van partnergeweld (“Intrafamiliaal geweld binnen het koppel”). Hier is een stijging zichtbaar ten opzichte van 2007 (38 016), 2008 (41 971) en 2009 (44 604). De cijfers met betrekking tot partnergeweld werden al verscheidene malen toegelicht in Kamer en Senaat. Ik verwijs dan ook graag naar de antwoorden die gegeven werden bij bijvoorbeeld de parlementaire vragen nr. 4-6835 en nr. 5-2356.

Uit deze cijfers kan niet worden afgeleid dat er momenteel meer partnergeweld voorkomt dan enkele jaren geleden, of dat er minder gestalkt wordt. Deze cijfers vertellen ons slechts iets over de registratie van zulke feiten bij de politie.