Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-494

van Lieve Maes (N-VA) d.d. 3 december 2010

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Negatieve loonindexering - Toepassing - Startpositie nieuwe loononderhandelingen

loonindexering
sociale dialoog

Chronologie

3/12/2010Verzending vraag
2/2/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-493

Vraag nr. 5-494 d.d. 3 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de negatieve inflatie en de toepassing van de daarop volgende negatieve loonindexering was het mogelijk dat de lonen van de werknemers begin 2010 daalden. Enkele sectoren, waaronder de bouwsector, bosontginning, houthandel, zagerijen en papier- en kartonbewerking, lieten op voorhand weten dat ze de negatieve loonindexering niet zouden toepassen.

Tijdens contacten met het bedrijfsleven vernam ik dat sommige bedrijven die aanvankelijk van plan waren de maatregel toch door te voeren, dat uiteindelijk niet gedaan hebben om sociale onrust te voorkomen.

Om die redenen had ik graag volgende vragen beantwoord gezien:

1) Heeft de minister er zicht op hoeveel bedrijven deze loonindexering niet toepasten? Zijn er verschillen merkbaar tussen de sectoren? Graag kreeg ik een overzicht per gewest.

2) Wordt dit meegenomen in de nieuwe berekeningen en in het nieuwe sociaal overleg? Kan een bedrijf dat de negatieve indexatie niet uitvoerde dat bij een volgende indexsprong toch nog compenseren? Zo ja, hoe gebeurt dat in de praktijk? Is dat controleerbaar?

Antwoord ontvangen op 2 februari 2011 :

Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden, maar tot die van mijn collega, de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, aan wie deze vraag eveneens werd gesteld.