Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4889

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Werk

Luchtkwaliteit - Kantoren - Gezondheid - Impact - Actieplan

gezondheid op het werk
luchtverontreiniging
werkplek

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
23/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3492

Vraag nr. 5-4889 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een recent onderzoek uit Nederland bewijst dat de luchtkwaliteit in vele kantoren beduidend slechter is dan deze van de buitenlucht. Heel wat gezondheidsproblemen, onder andere allergieën, verkoudheden enz. zouden gerelateerd zijn aan deze bedenkelijke kwaliteit, in een arbeidsomgeving waarin heel wat mensen vele uren per dag doorbrengen.

Hierover de volgende vragen:

1) Beschikt de geachte minister over gegevens die de slechte kwaliteit van de lucht in vele kantoren bevestigen?

2) Beaamt zij dat deze bedenkelijke kwaliteit significant slechte effecten heeft op de gezondheid van vele duizenden werknemers wiens werk zich gedurende vele uren per dag afspeelt in kantoren? Kwamen er vanuit actoren betrokken bij de gezondheid op het werk hieromtrent signalen? Vormt dit probleem een item in besprekingen met de sociale partners?

3) Vindt zij deze vaststelling voldoende prioritair om hieromtrent een actieplan vanuit Werk op te stellen?

4) Nam zij hieromtrent al contact met haar collega van Volksgezondheid? Zo ja, met welke gevolgen? Zo niet, plant de minister dit contact alsnog?

Antwoord ontvangen op 23 februari 2012 :

  1. Zoals voor alle risico’s op het werk, gelden ook voor luchtverontreiniging de algemene beginselen inzake risicoanalyse die elke werkgever moet toepassen. Hiertoe bepaalt artikel 5 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk dat de werkgever de nodige maatregelen moet treffen ter bevordering van het welzijn op het werk. Daartoe past hij een aantal preventiebeginselen toe waarin onder andere volgende elementen worden geïntegreerd: techniek, organisatie van het werk, arbeidsomstandigheden, sociale betrekkingen en omgevingsfactoren op het werk. Deze verplichting wordt aangevuld met een aantal concrete bepalingen die thans nog steeds opgenomen zijn in het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB), met name de artikelen 55 tot 58 en artikel 148decies1. Uit deze bepalingen volgt dat in al de werklokalen een behoorlijke lucht- en klimaatregeling in stand moet worden gehouden. Het arbeidsklimaat mag er niet worden verstoord door de invloed van onder meer de aanwezigheid van bevuilde of bedorven lucht (…). Ook de gebruikte materialen en de stoffen waaraan de werknemers blootgesteld worden moeten beantwoorden aan wettelijke regels betreffende chemische agentia.

    Uit de beschikbare wetenschappelijke gegevens blijkt dat de concentratie van bepaalde luchtverontreinigende stoffen (zoals zwaveldioxide, stikstofoxiden en ozon) beduidend lager is binnen in lokalen, onder meer door adsorptie door materialen.

    Een gebrek aan ventilatie onder meer door een doelmatige isolatie kan nochtans leiden tot een verminderde luchtkwaliteit in kantoren. Mijn administratie hanteert de concentratie van 1000 ppm (volume/volume) als richtwaarde. Een systematische en beduidende overschrijding van deze concentratie wijst op een onvoldoende ventilatie in het geval de menselijke uitademing de enige verontreinigingsbron is. Hierbij dient opgemerkt dat de achtergrondconcentratie (in de buitenlucht) in stedelijke gebieden met druk verkeer zich rond de 700 ppm of hoger situeert. Veel marge is er bijgevolg niet.

    Een algemene uitspraak over de slechte kwaliteit van de lucht in kantoren is gelet op het principe van risicoanalyse niet mogelijk. Bij de beoordeling van de luchtkwaliteit moet immers rekening gehouden worden met de specifieke toestand van elk kantoorgebouw, met name de ligging (stad, platteland), de bij de bouw gebruikte materialen, de oppervlakte van de lokalen, de installaties voorzien voor de ventilatie enz….

  2. De Inspectiediensten van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk hebben bij hun inspectiebezoeken in kantoren in de laatste drie jaar geen noemenswaardige inbreuken op de hierboven vermelde wettelijke bepalingen vastgesteld. In de praktijk is er ook geen verontrustende verhoging van het aantal klachten in dat verband gemeld. Ook de sociale partners hebben dit item niet als afzonderlijk onderwerp aangebracht. Desalniettemin is het nodig om de bestaande wetgeving te moderniseren. Daarom heb ik het initiatief genomen om binnenkort twee ontwerpen van koninklijke besluiten ter ondertekening voor te leggen die de voornaamste bepalingen in dit verband groeperen, het eerste over de arbeidsplaatsen en een tweede over de thermische omgevingsfactoren. Zij strekken ertoe de hierboven geciteerde bepalingen te vervangen.

    Het spreekt vanzelf dat individuele gevallen of klachten in verband met luchtkwaliteit in kantoren (bijvoorbeeld bij gebruik van printers, fotokopieermachines, blootstelling aan tonerstof, ozon...) steeds grondig worden onderzocht en opgevolgd door voornoemde Directie Toezicht welzijn op het werk. Indien nodig worden de nodige metingen uitgevoerd door het Laboratorium voor industriële toxicologie van deze directie.

  3. Momenteel wordt niet overwogen aan dit onderwerp een afzonderlijke campagne te wijden. Wel werd er eind de jaren negentig op vraag van mijn administratie, door professor Dr. Malchaire van de UCL een brochure opgesteld over het Sick Building Syndroom. Deze brochure biedt een leidraad en een helder stappenplan voor de aanpak van de problemen op het gebied van het binnenklimaat, de verluchting, de verlichting, het lawaai, de vervuiling….

    Deze brochure wordt momenteel geactualiseerd. Uiteraard zullen ook de twee vermelde koninklijke besluiten van de nodige commentaar worden voorzien en zal een brochure per besluit beschikbaar zijn. Deze besluiten zullen ook beide voorgesteld worden aan het publiek in seminaries en congressen die de Federale Overheidsdienst (FOD) WASO zal organiseren in de loop van 2012-2013.

  4. Gelet op het voorgaande, heb ik geen bijzondere contacten gelegd met mijn collega van Volksgezondheid.