Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4880

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Belgische schuld - Omvang - Evolutie - Verdeling - Participaties - Waarborgen - Leninglast

overheidsschuld
deelneming

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
2/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3659

Vraag nr. 5-4880 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het kader van een onderzoek naar de financiële schuldenlast van de federale overheid, is het belangrijk om accuraat en exact zicht te hebben op de schulden van de Belgische Staat.

Daarover heb ik enkele vragen aan de geachte minister:

1) Hoeveel bedraagt de Belgische overheidsschuld op 31/10/2011? Hoeveel bedroeg de Belgische overheidsschuld op 1/1/2011 en op 1/1/2010?

2) Hoeveel van deze Belgische geconsolideerde overheidsschuld valt ten laste van de federale overheid en dit zowel op 31/10/2011 als op 1/1/2011 en 1/1/2010? Wat is het aandeel van de andere entiteiten van de Belgische Staat?

3) Hoeveel participaties staan er tegenover deze federale overheidsschuld en dit op 31/10/2011 als op 1/1/2011 en 1/1/2010? Welke zijn deze respectievelijke participaties van de Belgische overheid?

4) Welk bedrag aan financiële engagementen vanwege de Federale overheid werden er aangegaan die niet terug te vinden zijn in de officiële cijfers van de federale overheidsschuld en dit respectievelijk op 31/10/2011, 1/1/2011 en 1/1/2010? Deze financiële engagementen zijn ondermeer waarborgen op de schuld van andere overheden en overheidsinitiatieven. Kan een overzicht gegeven worden van de gewaarborgde schuld op resp. 31/10/2011, 1/1/2011 en 1/1/2010? Hoeveel risicokapitaal bezig de federale overheid op deze resp. data?

5) Wat is het bedrag aan pps-schuld die door de federale overheid werd aangegaan en dit op resp. 31/10/2011, 1/1/2011 en 1/1/2010? Het gaat hier om leningen die aangegaan werden door privébedrijven, maar waar een publiek - private samenwerking rond is opgezet, waarvoor de federale overheid de leninglast draagt via beschikbaarheidvergoedingen die aan de privépartners worden betaald. Wat is het bedrag van deze beschikbaarheidvergoedingen op resp. 31/10/2011, 1/1/2011 en 1/1/2010?

6) Doet deze bijkomende schuld van de federale overheid, die niet opgenomen wordt in de boeken van de federale overheid, niet een veel negatiever beeld over de schuldproblematiek van de federale overheid ontstaan?

Antwoord ontvangen op 2 februari 2012 :

1. De gezamelijkegezamenlijke Belgische overheidsschuld (in de zin van Maastricht, met andere woorden de geconsolideerde brutoschuld), wordt op een jaarlijkse en driemaandelijkse basis berekend: er is dus geen cijfer beschikbaar voor 31 oktober 2011. Ik zal u dan ook de cijfers per 30 september 2011 geven. De schuld bedroeg 326,3 miljard euro per eind 2009, 340,7 miljard euro per eind 2010 en 361,4 miljard euro op het einde van het derde trimester van 2011 (30 september 2011).

2. De schuld van de Federale Overheid, na intra-sectoriële consolidatie, bedroeg 299,2 miljard euro per 31 december 2009, 310,8 miljard euro per 31 december 2010 en 328,9 miljard euro per eind september 2011. De schulden van de andere entiteiten bedroegen op dezelfde data respectievelijk 38,3 miljard euro, 42,3 miljard euro en 44,4 miljard euro. Als men het verband wil leggen tussen deze cijfers en deze van de schuld van de gezamenlijke overheid, dient men rekening te houden met de inter-sectoriële consolidatie.

3 Op dit punt zijn de gegevens nog niet volledig,. Wel kan ik al de participaties in de financiële instellingen vermelden die de federale overheid sinds september 2008 genomen heeft. Deze participaties in BNP Paribas, BNP Paribas Fortis, KBC, Dexia nv, Ethias en Royal Park Investments bedroegen (aan historische waarde) 15,4 miljard euro op 31 december 2009, op 31 december 2010 en op 30 september 2011. Daarnaast houdt de FPIM, die zich in de perimeter van de federale overheid bevindt in het Europees t Systeem van Rekeningen, een aantal participaties aan voor eigen rekening voor een bedrag van een miljard euro.

4. Exclusief de garanties voor de financiële instellingen, waarover het Rekenhof nog uitvoerig rapporteerde in haar 168e boek, bedroeg de gewaarborgde schuld 5,3 miljard euro per 31 december 2009, 4,9 miljard euro per 31 december 2010, en 5,1 miljard euro per 30 september 2011. De garanties in het kader van de redding van de financiële instellingen sinds 2008 bedroegen 59,1 miljard euro per 31 december 2009, 55,1 miljard euro per 31 december 2010 en 37,1 miljard euro per 30 september 2011.

Voor wat de vraag naar het risicokapitaal betreft, verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 3.

5. De federale overheid heeft geen pps-schuld.

6. België publiceert net zoals de andere landen van de Europese Unie zijn rekeningen volgens het ESER95-systeem. Waarborgen en gewaarborgde schulden worden in dit statistisch systeem niet opgenomen als schuld. In het kader van een verhoogde transparantie omtrent de mogelijke risico’s voor de overheidsfinanciën, zal er ten laatste vanaf 2014 een rapportering omtrent waarborgen en gewaarborgde schulden opgezet worden in uitvoering van Art 14 van de richtlijn 2011/85/EU inzake de vereisten waaraan de nationale budgettaire kaders moeten voldoen.,