De uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan in het kader van de pensioenen
beroepsloopbaan
pensioenregeling
besluit
toepassing van de wet
pensioenvoorwaarden
23/12/2011 | Verzending vraag |
26/1/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2817
De Wet van 11 mei 2003 wijzigde het principe van de eenheid van loopbaan bij de berekening van de pensioenen. De nieuwe wettelijke bepaling beoogde om aan een gepensioneerde het hoogst mogelijke pensioenbedrag toe te kennen, ongeacht het feit of hij of zij een homogene of gemengde loopbaan heeft.
In het jaarverslag 2010 van de Ombudsdienst voor Pensioenen, beveelt deze dienst de minister aan om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de teksten van de uitvoeringsbesluiten van de Wet van 11 mei 2003 zo snel mogelijk in het Belgisch Staatsblad te publiceren en om na te gaan of er aan de bepalingen een terugwerkende kracht kan worden gegeven.
Gaf de Minister al gevolg aan de aanbeveling? Zo ja, wanneer verscheen het gevraagde uitvoeringsbesluit en komt dit tegemoet aan het advies van de Ombudsdienst?
Zo niet, wat verhindert de Minister om deze aanbeveling om te zetten in concrete maatregelen en het uitvoeringsbesluit hieromtrent te publiceren. Hoe komt het dat de Minister zo treuzelt met dit uitvoeringsbesluit, dat toch in grote mate tegemoet komt aan een faire verwachting van vele burgers?
Artikel 2.2.1 van het regeerakkoord voorziet de progressieve afschaffing van de eenheid van loopbaan:
Het beginsel van eenheid van loopbaan zal in alle stelsels geleidelijk aan worden afgeschaft: de gewerkte jaren na 45 loopbaanjaren zullen recht geven op een verhoogd pensioen, voor zover ze niet meer dan dertig gelijkgestelde dagen per loopbaanjaar bevatten.
De wet van 11 mei 2003 wijzigde slechts het principe van de eenheid van loopbaan. Het regeerakkoord gaat verder, het voorziet de geleidelijke afschaffing. Daarmee wordt tevens tegemoet gekomen aan de verzuchtingen die de Ombudsman Pensioenen had omtrent de eenheid van loopbaan.