De inzet van de Civiele Bescherming bij NMBS-problemen met geblokkeerde reizigers
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
burgerbescherming
rechten van passagiers
23/12/2011 | Verzending vraag |
14/5/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3799
De voorbije maanden en zeker weken kwam de NMBS in het nieuws met een aantal infrastructuurproblemen die heel wat menselijke ellende veroorzaakten. De meest in het oog springende was zeker deze van 27 juni, waarbij duizenden mensen gedurende uren geïmmobiliseerd bleven in hun treinwagons, dit in een ondraaglijke hitte, zonder kans op verluchting of verfrissing of drinken. Uiteraard - laat ons daarover niet twijfelen - berust de verantwoordelijkheid voor zulke calamiteiten bij de NMBS. Accidents can happen, en zoals een topman van de NMBS het stelde: dit was een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden. Laat deze quote nu een mooie definitie zijn voor "crisis", dan blijkt meteen dat de NMBS al enkele keren het bewijs leverde om zulke problemen niet voldoende te beheersen. Deze euvels komen niet op het conto van de personeelsleden, want die willen maar al te graag de handen uit de mouwen steken.
Deze vraag dient echter niet om de gepeperde rekening van de NMBS-top te maken - die maakte ik elders. Ongeacht het organisatorisch en handelend onvermogen van dit overheidsbedrijf, moet de overheid in elke omstandigheid de veiligheid en het basale comfort van haar burgers waarborgen. Onze samenleving beschikt daarvoor over specifieke instrumenten, bijv. de Civiele Bescherming.
Bestaan er overeenkomsten, protocollen, draaiboeken, scenario's enz. waarbij de NMBS kan beroep doen op assistentie van de Civiele Bescherming? Zo ja, welke zijn de hoofdlijnen daarin? Kan de Civiele Bescherming op korte termijn en slagkrachtig worden ingezet in calamiteiten zoals recent op de treinverbinding tussen kust en Gent? Zo niet, vindt de Minister het niet hoogstnoodzakelijk dat zulke samenwerking wordt verankerd en dat in gevallen van geblokkeerde reizigers de Civiele Bescherming een aanvullende opdracht vervult?
Werd de Civiele Bescherming ingezet ter bestrijding van de gevolgen van de breuk in de bovenleiding op maandag 27 juni jl.? Zo ja, hoe verliep dit? Zo niet, werd dit overwogen? Het jaarverslag 2010 van Binnenlandse Zaken vermeldt de inzet van de Civiele Bescherming bij de treinramp van Buizingen. Deze was inderdaad van een uitermate dramatische omvang, maar via welke spelregels functioneerde deze bijstand?
Het geachte lid vindt hierna het antwoord op haar vraag:
Er zijn besprekingen aan de gang om een overeenkomst af te sluiten tussen enerzijds de Civiele Bescherming en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) anderzijds. De problemen waarover u spreekt leken op een crisissituatie. Het beheer van de crisissen valt onder de toepassing van de koninklijke besluiten (KB) betreffende de noodplanning van de hulpdiensten, met name het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen. Het is dus in dit kader dat de Civiele Bescherming, als discipline 1 en 4, gevraagd kan worden om te interveniëren. In dit geval, intervenieert de Civiele Bescherming niet noodzakelijk alleen, de brandweerdiensten kunnen eveneens interveniëren. Bovendien zouden de medische hulpdiensten waarschijnlijk ook opgeroepen worden. Het beheer van dit type crisis, via de mechanismen van de noodplanning, heeft de interventie van meerdere types hulpdiensten die men « disciplines » noemt, tot gevolg en dit zowel op het niveau van een gemeente, als op het niveau van een provincie of zelfs in het ganse land.
De eenheden van de Civiele Bescherming van Liedekerke, Ghlin en Jabbeke hebben inderdaad geïntervenieerd op 27 juni 2011. De interventies van de verschillende operationele eenheden van de Civiele Bescherming bestonden uit het uitdelen van waterzakjes en samen met bepaalde medische hulpdiensten in te staan voor de opvang van de gestrande reizigers zoals bijvoorbeeld in het station van Bergen.
Zoals ik reeds eerder heb gezegd, zijn het de koninklijke besluiten en de regels inzake de noodplanning die de werking van de hulpdiensten regelen bij dergelijk incidenten met de noodzakelijke medewerking, naargelang het geval, van de burgemeesters wanneer het om een gemeentelijke crisis gaat, van de gouverneurs als het om een provinciale crisis gaat of van mijzelf als het om een federale crisis gaat.