Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4844

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Persoonlijke politiebescherming - Voorwaarden - Aanvragen

getuigenbescherming
slachtofferhulp
politie
openbare veiligheid

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
22/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3379

Vraag nr. 5-4844 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Regelmatig melden de media dat politici en andere bekende personen vragen om politiebescherming nadat ze (anoniem) werden bedreigd.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel aanvragen werden er jaarlijks in de periode 2007-2011 ingediend voor politiebescherming omwille van persoonlijke bedreigingen? Hoeveel werden er hiervan goedgekeurd? Hoe duidt en evalueert de geachte minister deze cijfers?

2) Aan welke voorwaarden moet men voldoen om van deze gespecialiseerde politiebescherming te kunnen genieten? Als het over een ad hoc afweging gaat, welke criteria worden als belangrijk of doorslaggevend beschouwd? Wat houdt deze bescherming juist in?

3) Wie betaalt dit? Komt dit gedeeltelijk op het conto van de aanvrager?

4) Wie is er verantwoordelijke voor de verwerking en goedkeuring van deze aanvragen? Op welke wijze gebeurt dit? Bestaat er een mogelijkheid tot beroep?

5) Zijn er gevallen bekend waarbij de politiebescherming werd geweigerd en waarbij het uiteindelijk fataal of noodlottig is afgelopen?

Antwoord ontvangen op 22 maart 2012 :

1. Hoeveel aanvragen werden er jaarlijks in de periode 2007- 2011 ingediend voor politiebescherming omwille van persoonlijke bedreigingen? Hoeveel cijfers werden er hiervan goedgekeurd? Hoe duidt en evalueert de geachte minister deze cijfers?

Onderstaande cijfers geven enkel een overzicht weer van het aantal dossiers dat aan het crisiscentrum werden aangemeld in het kader van de omzendbrief Col 6/2004. Het crisiscentrum treedt niet in alle dossiers die haar worden overgemaakt, ook daadwerkelijk op. In bepaalde gevallen is het crisiscentrum niet bevoegd zoals voor de personen die vallen onder de Wet op de Bescherming van de Getuigen van 7 juli 2002 als voor bepaalde private personen waarvoor het lokale niveau bevoegd is. Ook worden er soms binnen een politiedienst zelf en binnen de geïntegreerde politie maatregelen genomen zonder het crisiscentrum hiervan te verwittigen. Dergelijke dossiers zijn uiteraard niet in onderstaande telling opgenomen. Verder dient te worden opgemerkt dat één dossier betrekking kan hebben op één of meerdere personen.

- In 2007 werden 48 dossiers overgemaakt aan het crisiscentrum, in 34 dossiers trad het crisiscentrum op.

- In 2008 werden 42 dossiers overgemaakt aan het crisiscentrum, in 34 dossiers trad het crisiscentrum op.

- In 2009 werden 46 dossiers overgemaakt aan het crisiscentrum, in 38 dossiers trad het crisiscentrum op.

- In 2010 werden 49 dossiers overgemaakt aan het crisiscentrum, in 43 dossiers trad het crisiscentrum op.

- In 2011 werden 49 dossiers overgemaakt aan het crisiscentrum, in 46 dossiers trad het crisiscentrum op.

1. Aan welke voorwaarden moet men voldoen om van deze gespecialiseerde politiebescherming te kunnen genieten? Als het over een ad hoc afweging gaat, welke criteria worden als belangrijk of doorslaggevend beschouwd? Wat houdt deze bescherming juist in?

Het is de omzendbrief Col 6/2004 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep die bepaalt dat personaliteiten, overheidsfunctionarissen en privé-personen die in de uitoefening van hun beroep, functie of maatschappelijke rol bedreigd worden met betrekking tot hun fysieke integriteit als ook hun familieleden of verwanten, beschermd dienen te worden.

De aard van de genomen maatregelen verschilt sterk van dossier tot dossier en wordt bepaald door het niveau van de dreiging dat op zijn beurt wordt bepaald door de evaluatie van de dreiging. Het Crisiscentrum legt de maatregelen op, maar de praktische uitvoering ervan wordt geregeld door de verschillende diensten en valt onder hun bevoegdheid.

2. Wie betaalt dit? Komt dit gedeeltelijk op het conto van de aanvrager?

Het zijn de diensten die de maatregelen uitvoeren die de kosten van deze dragen. Een aantal maatregelen worden uitgevoerd tijdens de normale dienstuitoefening (zoals patrouilles). Wanneer deze maatregelen onvoldoende zijn, worden andere maatregelen voorzien die de inzet van andere gespecialiseerde diensten vereisen of die wel een impact kunnen hebben op de normale werking van de dienst (zoals een vast dispositief, persoonsbeveiliging…). De federale politie (DAO) staat in voor een goede coördinatie van de gevraagde maatregelen van bestuurlijke politie en beheert de organisatie van de eventuele steunverlening tussen de politie-entiteiten.

Momenteel is er geen budget beschikbaar voor de financiering van de desbetreffende maatregelen terwijl dit wel het geval is voor bedreigde getuigen. Hiermee rekening houdend, zal de minister van Binnenlandse Zaken een budget bepleiten onder de vorm van trekkingsrechten teneinde de beschermingsmaatregelen voor politiepersoneel, magistraten.. te kunnen financieren. Dit punt werd opgenomen in de algemene beleidsnota van de minister.

4. Wie is er verantwoordelijk voor de verwerking en goedkeuring van deze aanvragen? Op welke wijze gebeurt dit? Bestaat er een mogelijkheid tot beroep?

De Algemene Directie Crisiscentrum is onder de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken aangewezen als de bevoegde overheidsinstantie belast met de beslissingsbevoegdheid, het beheer en de coördinatie van de te nemen beschermingsmaatregelen.

De werkwijze voor dossiers die ressorteren onder de Col 6/2004, is gelijklopend met die waarvoor andere veiligheidsmaatregelen dienen te worden genomen. Het crisiscentrum wordt gevat door politiediensten of de gerechtelijke autoriteiten waarna het vervolgens de bedreigingen laat analyseren en evalueren, naargelang hun aard door het OCAD (dreigingen van terroristische/extremistische aard) of door de diensten van de federale politie (dreigingen onder meer binnen de criminele sfeer). Vervolgens kunnen na eventuele evaluatie- en coördinatievergaderingen met alle betrokken diensten, door het crisiscentrum maatregelen van bestuurlijke politie worden genomen.

Daarbij wordt gewaakt dat deze maatregelen de eventuele gerechtelijke onderzoeken in het dossier niet hinderen.

5. Zijn er gevallen bekend waarbij de politiebescherming werd geweigerd en waarbij het uiteindelijk fataal of noodlottig is afgelopen?

Zoals hierboven reeds uiteengezet, treedt het crisiscentrum enkel op in het kader van haar eigen bevoegdheden en dus niet in alle dossiers die haar worden overgemaakt. Voor die dossiers waarvoor ze bevoegd is, zal het de analyse en de evaluatie van de dreiging zijn die uiteindelijk de aard van de te nemen maatregelen zal bepalen. Deze maatregelen duren bij sommige dossiers een aantal jaren, bij andere een aantal weken of dagen. Andere dossiers geven op basis van de evaluatie van de dreiging geen aanleiding tot het nemen van specifieke maatregelen.

Tot op heden zijn er geen gevallen bekend waarbij de dreiging dermate was dat het voor de bedreigde persoon fataal is afgelopen.