Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4814

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de staatssecretaris voor Asiel, Immigratie en Maatschappelijke Integratie, toegevoegd aan de minister van Justitie

Armoedebestrijding - Sociale rechten - Automatische toekenning - Resultaten - Beleidsplannen

armoede
sociale rechten
OMNIO
sociaal beleid
sociaal achtergestelde groep

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3570

Vraag nr. 5-4814 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De automatische toekenning van sociale rechten was en is één van de prioriteiten in het kader van armoedebestrijding. Van heel wat beleidsmaatregelen is geweten dat ze matthëuseffecten veroorzaken. Een maatregel kan nog zo goed bedoeld zijn, door een gebrek aan informatie of allerhande drempels bij het aanvragen of opnemen van de maatregelen komen ze niet steeds terecht bij de mensen die ze het meest nodig hebben. Daarnaast blijkt dat voor bij uitstek mensen in armoede een averechts gevolg sorteren en daardoor de achterstelling vergroten.

Hierover de volgende vragen aan de geachte ministers:

1) Welke resultaten hebt u al geboekt bij het automatische toekenning van sociale rechten? Concretiseerde men binnen uw bevoegdheiddomein(en) de opmaak van een inventaris van sociale rechten waarvan een "automatisering" wenselijk en mogelijk zou zijn? Zo ja, kan u een stand van zaken geven en mij deze lijst bezorgen? Zo neen, bestaan er plannen in deze richting en wanneer worden de eerste concrete resultaten verwacht?

2) Beschikt u hieromtrent al over financiële ramingen? Kan u mij deze bezorgen?

3) Bestaan er binnen uw bevoegdheidsdomein(en) plannen om bijkomende rechten aan het omnio-statuut te koppelen? Zo ja, over welke rechten gaat het hier en voor wanneer wordt dit geconcretiseerd?

4) Bestaat er hierover overleg met andere beleidsdepartementen? Op welke wijze wordt dit georganiseerd en met welke resultaten?

Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

De automatische toekenning van afgeleide sociale rechten neemt in de strijd tegen de armoede en een rechtvaardigere toekenning van bijstand een belangrijke plaats in. Dankzij de automatische toekenning wordt immers ook hulp geboden aan kansarme mensen die niet in bij machte zijn zich over hun rechten te informeren.

De federale regering besteedt hieraan ook de nodige aandacht.  In mijn beleidsnota stel ik dat daar waar mogelijk er werk gemaakt moet worden van de automatische opening van sociale rechten van het type “sociaal tarief” (onder meer energie, water, communicatie, Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)).

De toekenning van het OMNIO-statuut voor iedereen die er recht op heeft, zal vereenvoudigd en versneld worden.  Er zullen tevens inspanningen gebeuren om de toekenning van het recht op inkomensgarantie voor ouderen sneller te laten gebeuren.

Er bestaat op dit moment een concrete inventaris van de afgeleide sociale rechten voor personen die een OCMW-uitkering krijgen (zie bijlagen). Niet al deze rechten komen echter in aanmerking om automatisch te worden toegekend. Voor het openen van sommige rechten moet de gebruiker immers bepaalde stappen ondernemen. Hun toekenning is dan ook niet kosteloos en automatisch.

Vandaag gebeurt de toekenning van het BIM-statuut automatisch voor de leefloonbegunstigden en begunstigden met een equivalent leefloon. Dit geldt ook voor de verhoogde kinderbijslag, en ook het sociaal tarief voor gas en elektriciteit wordt automatisch toegekend omdat het geen kosten met zich meebrengt voor de gebruiker. Daarentegen kan de toekenning van sociale tarieven voor het gebruik van het openbaar vervoer bepaalde kosten genereren (dossier, magneetkaart, enz.). Hier ontstaat het recht dan ook niet automatisch maar op vraag van de gebruiker. De procedure wordt wel vergemakkelijkt door het gebruik van aan elektronisch attest dat online door De Lijn en Stib kan worden geraadpleegd.

De automatische opening en toekenning van afgeleide sociale rechten in andere beleidsdepartementen en sectoren worden momenteel onderzocht. Het gaat hier onder meer om de toekenning van een sociaal tarief in de telecommunicatiesector, de toekenning van tweedelijnshulp in de sector justitie, fiscale vrijstellingen in Brussel en Wallonië,  meer mogelijkheden voor de toekenning van sociale huisvesting of een studiebeurs in Vlaanderen, enz. Overleg met de verschillende partners gebeurt over het algemeen bilateraal, waarbij elke partner zijn noden te kennen geeft en laat weten over welke middelen het beschikt om eraan tegemoet te komen. De samenwerking betreft vervolgens in eerste instantie de uitwisseling van gegevens waardoor ofwel het recht automatisch kan worden geopend, ofwel aan de betrokken instelling kan worden medegedeeld dat het recht aan de betrokkene kan worden toegekend.

Voor al deze afgeleide sociale rechten  kan ik geen financiële raming geven. Er wordt immers slechts het kader gecreëerd waarbinnen rechten kunnen ontstaan. De rechten zelf worden door andere sectoren en administraties toegekend. Zij dragen dan ook de kosten die de (al dan niet automatische) toekenning van deze rechten met zich meebrengt.

Om die reden ben ik niet bevoegd om nieuwe rechten te koppelen aan het OMNIO-statuut, dat op zich niet onder mijn bevoegdheid valt.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.