|
|
Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen - Opvang - Asielaanvraag - Gemeenschappen
Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
minderjarigheid
politiek asiel
illegale migratie
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
asielzoeker
| 28/12/2011 | Verzending vraag |
| 2/4/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3562
De gemeenschappen zijn bevoegd voor de opvang van niet-begeleide minderjarigen die geen asiel aanvroegen. De bijzondere jeugdzorg van de gemeenschappen blijkt echter vaak niet in staat om deze minderjarigen op te vangen. Door een informele samenwerking nam het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil) dan de verantwoordelijkheid op zich om deze niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op te vangen.
Door de opvangcrisis heeft Fedasil in december 2009 de directies van de opvangcentra aanbevolen om geen niet-begeleide minderjarigen zonder asielaanvraag meer op te nemen. Die richtlijn is weer ingetrokken, maar de praktijk zou doorleven.
Hierover de volgende vragen:
1) Klopt het dat Fedasil in de praktijk geen niet-begeleide minderjarigen zonder asielaanvraag meer opneemt? Hoeveel aanvragen kreeg Fedasil sinds 2008 vanuit de gemeenschappen om niet-begeleide minderjarigen zonder asielaanvraag op te vangen? Hoeveel hiervan werden er geweigerd?
2) Bestaat er een verschil in opvang en omkadering van de door Fedasil aanvaarde de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen naargelang ze al dan niet een asielaanvraag hebben ingediend?
3) Wat is de stand van zaken met betrekking tot het interbestuurlijk overleg opgestart tussen de bestuursniveaus die betrokken zijn bij de opvang, begeleiding en hulpverlening aan niet-begeleide minderjarige vreemdelingen? Wanneer kan men hier rond een samenwerkingsakkoord verwachten tussen de federale overheid en de gemeenschappen? Hoe ver staan de onderhandelingen en kan de geachte staatssecretaris reeds een korte weergave geven de reeds bereikte akkoorden? Welke visie hanteert hij daarbij?
In antwoord op uw vraag,
1. Alvorens te antwoorden op uw vraag, wil ik eerst een algemeen overzicht geven van de opvang van niet begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV), al dan niet asielzoeker, om de context van deze problematiek te situeren.
Voor 2004 en de oprichting van de dienst Voogdij, organiseerde Fedasil alleen de opvang van asielzoekers. Op vraag van de dienst Voogdij werd opvang voorzien voor alle NBMV, dit door het oprichten van twee observatie- en oriëntatiecentra (OOC). De minderjarige asielzoekers werden door de OOC´s doorverwezen naar de opvangcentra van Fedasil en de minderjarigen die geen asielzoeker waren, werden doorverwezen naar de diensten van de Bijzondere Jeugdzorg.
Aangezien de diensten van de Bijzondere Jeugdzorg overbelast waren, besloot Fedasil de minderjarigen die geen asiel aanvragen en dus niet worden opgevangen door een van de Gemeenschappen, een opvangplaats aan te bieden in haar opvangnetwerk. Deze keuze kon toen gemaakt worden omdat het opvangnetwerk van Fedasil tussen 2004 en 2007 nog over voldoende plaatsen beschikte. Vanaf de tweede helft van 2007 raakte het opvangnetwerk van Fedasil voor NBMV geleidelijk aan overbelast. Fedasil werd gedwongen om de organisatie van NBMV te herzien.
NBMV die asiel aanvragen bij de Dienst Vreemdelingenzaken worden gesignaleerd aan de Voogdij. Deze stuurt een kopie van de registratie en een aanvraag tot opvang door naar Fedasil. De minderjarige wordt vervolgens doorverwezen naar een van de twee observatie- en oriëntatiecentra, in functie van de beschikbare plaatsen.
Wat betreft de NBMV die geen asiel aanvragen, worden alleen de meest kwetsbare minderjarigen nog naar een OOC doorverwezen. De minderjarigen worden daar opgevangen op vraag van de dienst Voogdij. Het gaat om een moeilijk doelpubliek, dat vaak niet geïnteresseerd is in verblijfsprocedure of opvang.
De opvang van NBMV gebeurt dus alleen op vraag van de dienst Voogdij maar nooit op vraag van de Gemeenschappen.
De cijfers waarover we beschikken tonen aan dat in de loop van 2010-2011 bijna 100 plaatsen in het netwerk bezet worden door NBMV die geen asiel hebben aangevraagd (waarvan 60 in de collectieve opvangstructuren).
2. De begeleiding is dezelfde.
3. Er is de voorbije jaren overleg geweest tussen de federale overheid en de gemeenschappen om de opvang van NBMV te verbeteren. Een allesomvattend akkoord waarbij de doorstroming van NBMV naar de opvang van de Bijzondere Jeugdzorg vlot verloopt, is er nog niet. Fedasil heeft de voorbije jaren veel bijkomende plaatsen gecreëerd voor NBMV.
Om de NBMV juiste opvang te geven en dus vlugger door te sturen naar de opvang van de Bijzondere Jeugdzorg, is het overleg met de bevoegde ministers van de gemeenschappen door mij heropgestart. Ik wil, de federale loyauteit in acht nemend, dat de nodige maatregelen genomen worden die de doorstroming van NBMV naar de opvang in de Bijzonder Jeugdzorg verhoogt en dat een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen eindelijk wordt bereikt.