Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4684

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Stroperij - Aangiftes - Evolutie - Strafrechterlijke vervolging

jacht
jachtvoorschriften
overtreding
officiële statistiek

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
29/5/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2982

Vraag nr. 5-4684 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Stropers en stropersbendes kunnen het beheer van natuur- en jachtgebieden grondig verstoren.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen:

1) Hoeveel gevallen van stroperij werden er jaarlijks in de periode 2001-2010 aangegeven door de bijzondere veldwachters en de federale politie aan de gerechtelijke diensten? Kan de geachte minister de exacte cijfers per jaar geven? Kan de minister dit ook opsplitsen per gerechtelijk arrondissement?

2) In hoeveel van deze gevallen is men gedurende deze periode overgegaan tot vervolging gedurende de laatste vijf jaar?

3) In hoeveel van de gevallen is gedurende deze periode de zaak geseponeerd geweest? Kan uit de gegevens worden afgeleid dat in bepaalde gerechtelijke arrondissementen consequent wordt overgegaan tot seponeren van dergelijke misdrijven?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2012 :

1), 2) en 3) Onder het begrip “stroperij” vallen zeer uiteenlopende fenomenen die al naargelang het geval meestal inbreuken betreffen op de wetgevingen inzake jacht en visvangst. De strafrechtelijke kwalificatie van deze wederrechtelijke fenomenen gebeurt op basis van de strafbepalingen van de specifieke wetgevingen.

Het algemene begrip “stroperij” komt evenwel niet voor in het strafwetboek noch in de strafbepalingen vermeld in wetten en decreten.

De jacht en de visvangst zijn strikt gereglementeerd. De stroperij is een strafrechtelijk fenomeen die niet als dusdanig strafbaar wordt gesteld maar bestaat in het begaan van een hele reeks inbreuken op deze reglementering. Naast de traditionele stroperij stelt men tevens het opkomen vast van de zogenaamde industriële stroperij die wordt gepleegd door gestructureerde bendes op grote schaal en die tevens aanleunen bij andere inbreuken van georganiseerde criminaliteit.

Uit de analyse van de statistisch analisten van het College van procureurs generaal blijkt dan ook dat zaken die als “stroperij” zouden kunnen weerhouden worden, niet als zodanig worden geregistreerd, omdat er geen tenlasteleggingscode voor stroperij bestaat.

Op het niveau van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg worden in het REA/TPI-systeem misdrijven geregistreerd op basis van de tenlasteleggingscode “63A : Jacht / Chasse” en de tenlasteleggingscode “63B : Visvangst / Pêche”. Hieronder bevinden zich ongetwijfeld zaken die als “stroperij” kunnen aangeduid worden, doch niet als zodanig gespecificeerd.

Er dient bijgevolg geconcludeerd te worden dat het antwoord dat de statistisch analisten van het College van procureurs generaal zouden kunnen aanleveren de reikwijdte van de parlementaire vraag overstijgt.