Mensenhandel en -smokkel - Strafrechtelijke veroordelingen - Daling - Redenen
mensenhandel
gerechtelijke vervolging
28/12/2011 | Verzending vraag |
11/12/2013 | Herkwalificatie |
6/1/2014 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2420
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4475
Uit het jaarverslag Mensenhandel en -smokkel 2009 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding blijkt dat het aantal uitgesproken strafrechtelijke veroordelingen voor mensenhandel en -smokkel sinds een hoogtepunt in 2003 gestaag terugloopt. Van 384 straffen in 2003 tot 188 in 2008 is dat meer dan een halvering.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Hoe verklaart de geachte minister deze evolutie? Kan men spreken van een lagere prioriteit voor mensenhandel en -smokkel? Komt dit fenomeen mogelijk minder voor dan enkele jaren geleden? Kan hij zijn antwoord motiveren?
2) Kan hij mij de cijfers bezorgen van het aantal strafrechtelijke veroordelingen voor mensenhandel en -smokkel voor de jaren 2009 en 2010? Hoeveel gevangenisstraffen werden er daarbij uitgedeeld? Hoeveel boetes werden er opgelegd? Hoe evalueert en duidt hij deze cijfers?
3) Het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 vermeldt mensenhandel als prioriteit. Beschouwt Justitie dit nog steeds als een prioriteit? Zo ja, hoe kan hij deze prioriteit bewijzen? Zo niet, op basis van welke argumenten motiveert hij deze negatieve keuze?
1-2. In verband met uw vraag inzake de veroordelingen kan ik u het volgende meedelen:
Sinds 1994 verzamelt de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid de statistieken inzake veroordelingen, opschortingen en interneringen. Zijn gegevensbank is gebaseerd op de gegevensbank van het Centraal Strafregister. Deze is belast met het invoeren in het systeem van in kracht van gewijsde gegane beslissingsbulletins die hem door de griffies van de hoven en rechtbanken die in strafzaken uitspraak doen worden bezorgd.
Deze cijfers hebben betrekking op de jaren 2000 tot 2009. Vanaf 2005 gaat het evenwel om voorlopige cijfers. Er worden nog regelmatig veroordelingsbulletins voor deze jaren ingevoerd. Voor 2009 werd ongeveer 25 % van de bulletins nog niet ingevoerd. In tabel 1 wordt uitgegaan van het aantal veroordelingen voor misdrijven inzake mensenhandel.
Bepaalde technische details verdienen hierbij de nodige aandacht.
Vóór de hervorming van 2005 waren verschillende artikelen van het Strafwetboek of de bijzondere wetten gericht op feiten van mensenhandel of op met mensenhandel verwante feiten.
Artikelen 380 van het Strafwetboek – uitbuiting van de ontucht en de prostitutie.
Artikel 77bis van de wet van 15 december 1980 – artikel dat zowel mensenhandel als mensensmokkel strafbaar stelde (beide begrippen werden op dat moment niet goed van elkaar onderscheiden).
In 2005 werden al deze artikelen herzien, zodat de strafbaarstellingen mensenhandel en mensensmokkel in overeenstemming waren met het protocol van Palermo. Mensenhandel is voortaan opgenomen in artikel 433quinquies van het Strafwetboek. Mensenhandel staat nog steeds in artikel 77bis van de wet van 15 december 1980.
Hoewel de wetswijzigingen in 2005 hebben plaatsgevonden, werden de codes van de gegevensbank hier slecht in 2009 aan aangepast. Tussen 2005 en 2010 zijn oude strafbaarstellingen bijgevolg nog de basis voor de veroordelingsgegevens inzake mensenhandel.
Dit heeft tot gevolg dat de gegevens, omwille van onderstaande redenen, met de nodige omzichtigheid moeten worden benaderd:
Teneinde de kwalificaties die aan mensenhandel beantwoorden af te bakenen, worden de oude bepalingen van het Strafwetboek en de wet van 15 december 1980 gebruikt. Artikel 77bis van de wet van 15 december 1980 had toen echter betrekking op feiten van zowel mensenhandel als mensensmokkel. Zodus is het mogelijk dat veroordelingen inzake mensenhandel en mensensmokkel in de geleverde cijfers door elkaar zijn gehaald zonder dat deze kunnen worden onderscheiden.
In tabel 2 wordt uitgegaan van het aantal beslissingen voor misdrijven inzake mensenhandel. Een veroordelingsbulletin kan een of meerdere hoofdbeslissingen bevatten. Deze beslissingen (straffen) worden genomen ten aanzien van een misdrijf of een groep misdrijven (hetgeen vaker het geval is). De straffen die hier worden voorgesteld zijn dus straffen die worden opgelegd ten aanzien van een groep misdrijven waartoe minstens een mensenhandelmisdrijf behoort.
Sinds 2005 dalen de veroordelingsgegevens. Dit betekent evenwel geen daling van de veroordelingen inzake mensenhandel. Zoals reeds vermeld, omvatten de cijfers tevens gegevens inzake mensensmokkel. Het aandeel van mensenhandel, in het bijzonder voor de met betrekking tot artikel 77bis geleverde cijfers, is dus niet gekend.
Bovendien kan er worden van uitgegaan dat een deel van de dossiers mensenhandel niet meer onder een van onderstaande codes wordt geregistreerd of geregistreerd geweest is omdat ze onder artikel 433quinquies zijn ingevoerd dat pas in de loop van 2009 in de gegevensbank werd opgenomen.
Ook al wordt, in vergelijking met de drie voorbije jaren, een kleine cijferdaling van het aantal uitgesproken straffen vastgesteld (87 % ten opzichte van 90 tot 95 % in 2006, 2007 en 2008), stijgt, in termen van straf, het aantal uitgesproken verbeurdverklaringen in relatieve cijfers ten aanzien van 2008 en 2007 (38 % ten opzichte van 23 % en 31 % in 2007 en 2008).
Vanaf 2010 is de methode van berekenen volledig veranderd. Er werd een specifieke code voor mensenhandel gemaakt. Ondanks dat er nog enkele coderingsproblemen zijn, zijn de gegevens inzake mensenhandel nu meer precies. Het is dus niet mogelijk om de gegevens voor 2010 te vergelijken met de gegevens erna. De gegevens vanaf 2010 geven dus een nog beter beeld over de toepassing van de specifieke strafbaarstelling mensenhandel dan de vorige berekeningsmethodes.
3. De strijd tegen de fenomenen mensenhandel en mensensmokkel blijft een prioriteit voor de regering. In 2008 werd namelijk een Actieplan inzake de strijd tegen de mensenhandel door de Regering goedgekeurd voor een termijn van drie jaar. In 2012 werd een nieuw Nationaal Actieplan inzake de strijd tegen de mensenhandel aan de Ministerraad voorgelegd. Het plan is een vervolg op het eerste actieplan dat goedgekeurd is in 2008 en vormt de basis voor een concrete aanpak de komende twee jaar (2012-2014).
De uitvoering van dit actieplan is verbonden met de activiteiten van de Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel, opgericht door het Koninklijk Besluit van 16 mei 2004.
Deze Cel is samengesteld uit de belangrijkste politieke, administratieve en institutionele actoren in de strijd tegen de mensenhandel. Zij komt in principe twee keer per jaar samen.
Teneinde het werk van deze Cel voor te bereiden, creëerde het Koninklijk Besluit een Bureau. De samenstelling van dit Bureau is meer beperkt. Zij wordt voorgezeten door de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid en het secretariaat wordt uitgeoefend door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding. Andere actoren zijn de sociale inspectiediensten, Dienst Vreemdelingenzaken, de Federale politie, de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken en de Staatsveiligheid. Het Bureau komt maandelijks samen teneinde de uitvoering en de opvolging van de beslissingen van de Cel te verzekeren.
Zowel in 2008 als in 2009 werd er een vergadering van de Cel gehouden. Het is inderdaad zo dat de Cel geen vergadering heeft gehouden in 2010 zoals voorzien in het Koninklijk besluit. Twee factoren zijn hiervoor verantwoordelijk. Eerst en vooral is er getwijfeld om een vergadering te houden aangezien het logisch was te wachten op de samenstelling van een nieuwe regering. Daarnaast is alle aandacht gegaan naar het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie.
Op 7 juli 2011 was er opnieuw een vergadering van de Cel. Tijdens deze vergadering werden een stand van zaken gegeven van een aantal projecten uit het Actieplan. In 2012 werd er een vergadering gehouden op 8 mei 2012 en in 2013 zullen er twee vergaderingen gehouden zijn namelijk op 28 juli 2013 en op 18 december 2013.
Hieronder kan u de stand van zaken van een aantal projecten uitgewerkt door het Bureau terug vinden.
Op basis van internationale vragenlijsten bleek dat België moet werken aan initiatieven inzake preventie.
Het Bureau heeft dan ook een adhoc werkgroep inzake preventie opgericht. Door de werkgroep werden verschillende initiatieven genomen:
Op initiatief van het Bureau en op vraag van Belgische diplomatieke posten, werd in 2009 een informatiefolder met betrekking tot de economische exploitatie opgesteld. Deze folder heeft als doel om de mensen van vreemde oorsprong en vragende partij voor een werkvisum te wijzen op de risico’s van uitbuiting. Daarnaast wordt hen ook aangeraden zich goed te informeren bij de potentiële werkgever voor hun vertrek naar België. Verschillende contactpunten zijn dan ook op de folder vermeld. Deze folder werd aan verschillende “test” ambassadeurs ter beschikking gesteld. Deze ambassades stoppen hun document in het paspoort van de visumaanvrager.
Deze informatiefolder werd verstuurd naar de betrokken diplomatieke posten (China, India, Ecaudor, Filippijnen). In 2011 werd ook een informatiefolder opgesteld voor de ambassades van Brazilië en Marokko. Dit werd in 2012 en 2013 uitgebreid naar Thailand, Tunesië, Nigeria en Algerije.
Het Bureau heeft een sensibilisatie-instrument ontwikkeld ten aanzien van het medisch personeel van ziekenhuizen. Het personeel kan namelijk ook geconfronteerd worden met potentiële slachtoffers van mensenhandel. In dit kader werd ook overleg gepleegd met de drie gespecialiseerde onthaalcentra. De brochure “Mensenhandel… Wat kunt u doen?” legt de problematiek uit, licht de situatie van de slachtoffers toe en toont aan hoe het medisch personeel die mensen kan helpen. Zo kunnen ze de slachtoffers doorverwijzen naar gespecialiseerde onthaalcentra die hen psychologische, administratieve en juridische bijstand verlenen. Dit initiatief werd gelanceerd in september 2012. Deze campagne zal in 2014 geëvalueerd worden.
Tijdens deze legislatuur heeft het Bureau van de Cel zich ook over andere in uitvoering zijnde kwesties van het actieplan gebogen: evaluatie van de richtlijn inzake de bescherming van slachtoffers van mensenhandel, bestraffing van opdrachtgevers, statuut van de tolken, ..In 2012-2013 heeft het Bureau onder andere gewekt aan de erkenning van de gespecialiseerde onthaalcentra (zie hiervoor KB van 18 april 2013inzake de erkenning van de centra gespecialiseerd in de opvang en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel en van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel en inzake de erkenning om in rechte op te treden), opstellen van een fiche voor de medewerkers van Fedasil, enzovoort Deze initiatieven werden gerealiseerd in het kader van het Nationaal Actieplan 2012-2014.
Hiernaast heeft de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid jaarlijkse evaluaties van de richtlijn betreffende de opsporingen en vervolgingen inzake mensenhandel uitgevoerd. Deze evaluatie werd vervolgens tijdens een informatiedag aan de magistraten van het expertisenetwerk mensenhandel en mensensmokkel voorgelegd. Deze dag, die door de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid werd gefinancierd, werd samen met het expertisenetwerk van het College van procureurs-generaal georganiseerd en maakt een informatie-uitwisseling tussen magistraten over actualiteitsvragen inzake mensenhandel mogelijk. Dit was tevens in het actieplan opgenomen.
Het actieplan beval nog de bekrachtiging van het Verdrag van de Raad van Europa inzake de strijd tegen mensenhandel aan. Dit werd tevens op 27 april 2009 gerealiseerd.
Bescherming van de slachtoffers.
Op het vlak van de bescherming van de slachtoffers, was er in het actieplan vraag naar de goedkeuring van een richtlijn die gericht was op het gedetailleerd en duidelijk uiteenzetten van de te volgen procedures in het kader van de identificatie en de bescherming van slachtoffers van mensenhandel.
Een omzendbrief werd door de bevoegde ministers en het College van procureurs-generaal op 26 september 2006 gefinaliseerd en goedgekeurd, met name de omzendbrief betreffende het opzetten van een multidisciplinaire samenwerking inzake slachtoffers van mensenhandel en/of bepaalde zware vormen van mensensmokkel. Deze werd opgesteld binnen de werkgroep die door de Dienst Vreemdelingenzaken werd voorgezeten en door de Interdepartementale Cel werd samengesteld.
Er moet op worden gewezen dat deze omzendbrief, overeenkomstig het actieplan, bepaalde specifieke procedures heeft verduidelijkt die van toepassing zijn op niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Dit geldt ook voor de te volgen procedure om de bescherming van slachtoffers te garanderen die in het kader van een privédienst aan een diplomaat (huishoudelijk werk) zouden zijn uitgebuit.
Het Bureau van de Interdepartementale Cel heeft de evaluatie van de toepassing van deze omzendbrief (actieplan deel 4.1) gefinaliseerd. In het kader van deze evaluatie hebben alle leden van het Bureau verschillende rondetafels voorgezeten. Hoewel deze evaluatie eind 2010 beëindigd had moeten zijn, heeft het Belgische voorzitterschap deze termijn niet kunnen naleven. Daarenboven moesten, bovenop hetgeen voorzien was, bijkomende gesprekken worden georganiseerd waardoor de evaluatie werd verlengd.
De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid heeft een nota met aanbevelingen opgesteld. Deze werd aan de Interdepartementale Cel voorgesteld. Er werden verschillende aanbevelingen weerhouden, zoals het organiseren van verplichte opleidingen, het verbeteren van de communicatie van de parketten aan de Dienst Vreemdelingenzaken bij een beslissing tot afsluiting van een bijstandsprocedure, enzovoort.
Een tweede deel van de evaluatie zal meer bepaald betrekking hebben op de kwestie van de bescherming van minderjarigen. Tijdens de werkzaamheden leek het relevant deze kwestie verder uit te diepen. Deze evaluatie werd in 2013 gefinaliseerd en de aanbevelingen zullen voorgelegd worden op de vergadering van de ICC op 18 december 2013.
Europees voorzitterschap van België.
Naast deze werkzaamheden heeft het Bureau en het departement Justitie verschillende initiatieven genomen in het kader van mensenhandel tijdens het Europees voorzitterschap van België.
De dienst voor het Europees strafrecht heeft namelijk de onderhandelingen van de nieuwe richtlijn inzake de strijd tegen de mensenhandel gecoördineerd.
Daarnaast heeft de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, in samenwerking met de leden van het Bureau van de ICC, van CEIPA (Center for European and International Policy Action) en in samenwerking met de Europese Commissie, een tweedaagse conferentie georganiseerd voor experten inzake mensenhandel: “Towards a multidisciplinary approach to prevention of trafficking in human beings, prosecution of traffickers and protection of victims” .Deze vond plaats op 18-19 oktober, op de Europese Anti-Trafficking Day. De conclusies van deze conferentie werden gepubliceerd op de anti-trafficking website van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/anti-trafficking/index.action ) net zoals op de website van het Belgisch voorzitterschap ( http://www.eutrio.be/nl).
Bijlage QPV - nr. 5 4662 (cf. nr. 5 2420)
Tabel 1: Veroordelingen inzake “mensenhandel”.
Veroordelingen |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
|
Totaal |
207 |
179 |
234 |
265 |
320 |
404 |
363 |
324 |
305 |
250 |
198 |
132 |
Tabel 2: Uitgesproken straffen inzake mensenhandel.
Beslissingen |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
Totaal Mensenhandel |
207 |
181 |
234 |
267 |
320 |
404 |
365 |
324 |
305 |
250 |
198 |
132 |
Mensenhandel en gevangenisstraf |
204 |
177 |
228 |
256 |
318 |
381 |
350 |
307 |
290 |
229 |
189 |
115 |
Mensenhandel en gevangenisstraf met uitstel |
124 |
110 |
127 |
149 |
139 |
186 |
179 |
154 |
161 |
120 |
111 |
64 |
Mensenhandel en geldboete |
183 |
158 |
209 |
242 |
284 |
350 |
317 |
277 |
266 |
211 |
167 |
108 |
Mensenhandel en werkstraf |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 |
3 |
4 |
8 |
2 |
11 |
2 |
7 |
Mensenhandel en verbeurdverklaringen |
0 |
0 |
0 |
19 |
112 |
113 |
126 |
110 |
121 |
59 |
62 |
51 |
Mensenhandel en verlies van rechten |
179 |
143 |
172 |
182 |
213 |
274 |
282 |
231 |
224 |
178 |
156 |
91 |
Mensenhandel en ontzetting uit titels, graden en functies |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1 |
0 |
0 |
1 |
0 |
0 |
Mensenhandel en verbod op het uitoefenen van een functie of activiteit |
16 |
24 |
4 |
15 |
26 |
26 |
7 |
13 |
3 |
3 |
4 |
4 |
Mensenhandel en terbeschikkingstelling van de regering |
0 |
0 |
0 |
1 |
0 |
1 |
1 |
1 |
2 |
1 |
1 |
0 |