Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4656

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Jeugdrechtbanken - Bezetting - Behandelde dossiers - Ondersteuning - Visie - Evaluatie

rechtspraak voor minderjarigen

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
11/12/2013Herkwalificatie
17/12/2013Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2270
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4471

Vraag nr. 5-4656 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het kader van een onderzoek naar het jeugdbeleid in België kreeg ik graag antwoorden op de volgende vragen:

1) Hoeveel jeugdrechters in hoeveel jeugdrechtbanken werken er in België, verdeeld over de drie gewesten? Hoeveel daarvan zijn Nederlandstalige jeugdrechters? Deze cijfers per jaar voor de periode 2006-2010?

2) Hoeveel dossiers behandelde deze jeugdrechters jaarlijks, in de periode 2006-2010, per jeugdrechter, per jeugdrechtbank en per gewest?

3) Hoeveel personeel werkt er op de Belgische jeugdrechtbanken, dit per jeugdrechtbank en per gewest? Hoe evolueerde dit personeelsbestand in de periode 2006-2010?

4) Hoeveel middelen werden er jaarlijks besteed aan de werking van de Belgische jeugdrechtbanken, dit voor de periode 2006-2010?

5) Hoe kunnen de dossiers die de jeugdrechtbanken behandelen kwalitatief worden gecatalogeerd, bijvoorbeeld naar maatregel, naar leeftijd van de betrokken minderjarigen, naar arrondissement / gewest, naar nationaliteit, naar geslacht, naar leeftijd, naar opleiding en / of andere sociaal-culturele, sociaal-economische, sociaal-geografische of juridische kenmerken?

6) Welke visie op de jeugd (kinderen en jongeren) ligt aan de basis van het beleid rond de jeugdrechtbanken?

7) Wie adviseert het beleid ter zake, op welke informatie, ervaringen, inzichten, onderzoeken, enz., baseert men het beleid met betrekking tot de jeugdrechtbanken?

8) Welke resultaten biedt een sterkte-zwakte analyse van de Belgische jeugdrechtbanken? Zijn hier territoriale of categoriale verschillen te duiden?

9) Hoe evalueert de geachte minister de verhouding tussen de jeugdrechtbanken en de gemeenschappen die instaan voor de opvang en begeleiding van kinderen en jongeren? Bestaat er hieromtrent een systematisch overleg met de gemeenschappen?

10) Waar liggen de belangrijkste uitdagingen voor de Belgische jeugdrechtbanken en welke doelstellingen worden op dit moment prioritair gesteld?

11) Pleegt hij overleg met zijn collega's over wat een federaal jeugdbeleid zou kunnen worden genoemd?

12) Pleegt hij overleg met zijn collega's van de gewesten over wat een gezamenlijk jeugdbeleid zou kunnen worden genoemd?

Antwoord ontvangen op 17 december 2013 :

  1. Gelieve in bijlage de gevraagde informatie te vinden onderverdeeld in drie tabellen.

    Tabel 1: Aantal jeugdrechters voor het Brussels Gewest, per taalrol en per jaar.

    Tabel 2: Aantal jeugdrechters voor het Vlaams Gewest, per rechtbank en per jaar.

    Tabel 3: Aantal jeugdrechters voor het Vlaams Gewest, per rechtbank en per jaar.

  2. De behandeling van de jeugddossiers (enkel burgerlijke dossiers) per rechtbank en per gemeenschap wordt voorgesteld in tabel 4 in bijlage. Het is helaas niet mogelijk het aantal per rechter behandelde zaken te bepalen. Daarentegen kunnen inzake (jeugd)bescherming thans geen cijfers worden bezorgd betreffende de zaken die aanhangig werden gemaakt bij de jeugdrechtbank of de minderjarigen die daarbij betrokken waren aangezien het DUMBO-programma (waarover de griffies van de jeugdrechtbanken beschikken) thans wordt aangepast door informatici van de dienst ICT, precies om in de toekomst een statistische verwerking op grond van de erin gecodeerde gegevens mogelijk te maken.

  3. Mijn administratie beschikt niet over de personeelsaantallen per afdeling, enkel over gegevens op het niveau van de rechtbank van eerste aanleg. Het komt aan de bevoegdheid van de hoofdgriffier toe om het werk aan het personeel toe te wijzen.

  4. Wat de materiële middelen betreft, is het niet mogelijk hiervan een besteding op het niveau van de Jeugdrechtbanken te becijferen, aangezien de jeugdrechtbank voor zijn praktische en logistieke ondersteuning als een afdeling van de Rechtbank van Eerste Aanleg beschouwd wordt. Een uitsplitsing van de kosten tot op het niveau van een afdeling van een rechtbank is niet mogelijk.

  5. Vanuit de toepassing zou het mogelijk zijn de dossiers te rangschikken volgens de volgende criteria: leeftijd van de minderjarige, gewest, nationaliteit en geslacht. De andere voorgestelde factoren, zoals sociaal-culturele, sociaal-geografische, sociaal-economische of juridische factoren, zijn niet beschikbaar vanuit de toepassing.

  6. De jeugdrechtbanken baseren hun beleid op de wettelijke bepalingen opgenomen in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, betreffende het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. Dit wil zeggen dat de jeugdrechters werken vanuit een beschermingsfilosofie, waarbij subsidiariteit in de besluitvorming belangrijk is. Daarbij wordt in eerste instantie gekeken naar herstelgerichte mogelijkheden en wordt de jongere aangesproken op het nemen van verantwoordelijkheid ten opzichte van de gepleegde feiten.

  7. Jeugdrechters zijn onafhankelijk. De jeugdrechter bepaalt zijn beleid in volledige onafhankelijkheid binnen het kader van de wet. Het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding draagt ertoe bij dat jeugdrechters geïnformeerd worden over nieuwe inzichten, onderzoeken, enz. en dit door zelf vormingen te organiseren of de toegang tot externe vormingen en opleidingen te faciliteren.

  8. Er werd tot nog toe geen dergelijke analyse uitgevoerd. Wat wel kan worden vastgesteld is dat de caseload van de jeugdrechtbanken in de grootstedelijke context zwaar is. Het aantal POS dossiers is hierbij in stijgende lijn. Waar in 2006 58 213 dossiers instroomden op het jeugdparket, zijn er dat in 2010 al 73 197. Niet al deze dossiers leiden tot een vordering bij de jeugdrechter, maar uiteraard stijgt het aantal vorderingen evenredig.

  9. Zowel met de Vlaamse Gemeenschap als met de Franstalige Gemeenschap is er een structureel overleg opgezet. Langs Nederlandstalige kant bestaat er het structureel overleg tussen het Agentschap Jongerenwelzijn en een vertegenwoordiger van de Unie van de Nederlandstalige jeugdmagistraten, een vertegenwoordiger van het College van Procureurs-generaal, een vertegenwoordiger van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, een vertegenwoordiger van het NICC en de Nederlandstalige coördinatrice parketcriminoloog jeugd en gezin. Langs Franstalige kant is er het structureel overleg tussen het departement “Aide à la Jeunesse” en een vertegenwoordiger van de Unie van de Franstalige jeugdmagistraten, een vertegenwoordiger van het College van Procureurs-generaal en een vertegenwoordiger van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid.

    Niettegenstaande het feit dat dit overleg positief wordt ervaren, is de onderlinge afhankelijkheid van verschillende bevoegdheidsniveaus om de nodige plaatsen en mogelijkheden inzake opvang en begeleiding te creëren, niet evident.

  10. Zowel op federaal niveau als binnen de gemeenschappen, en in het bijzonder wat betreft de hervormingen binnen de Integrale Jeugdhulp in Vlaanderen, zijn de uitdagingen voor de jeugdrechtbanken enorm. De hervormingen doorgevoerd op federaal niveau in 2006 zitten nog vers in het geheugen. Jeugdrechters en parketmagistraten dienen goed geïnformeerd en bij voorkeur van bij de aanvang betrokken te worden bij de nieuwe ontwikkelingen in het brede landschap van de jeugdbescherming.

  11. Op regelmatige basis zijn er contacten tussen de verschillende beleidscellen.

  12. Op regelmatige basis zijn er contacten tussen de verschillende beleidscellen.



Antwoord op vraag 1

Tabel 1

Brussel Hoofdstedelijk Gewest

Aantal jeugdrechters/jaar


Jaar

NL

FR

TOTAAL













2006

3

14

17













2007

5

17

22













2008

5

18

23













2009

5

17

22













2010

5

17

22




























Tabel 2

Vlaams Gewest

Aantal jeugdrechters per jeugdrechtbank/jaar


Jaar

A'pen

Mechelen

Turnhout

Hasselt

Tongeren

Leuven

Denderm.

Gent

Oudenaarde

Brugge

Ieper

Kortrijk

Veurne

TOTAAL


2006

8

2

2

2

2

3

3

4

1

2

1

2

1

33


2007

10

3

2

2

2

3

3

4

0

2

0

2

1

34


2008

14

2

2

2

2

3

4

4

0

3

1

2

1

40


2009

13

3

2

3

2

2

3

5

0

3

1

2

1

40


2010

11

3

2

3

2

3

5

3

1

3

1

2

1

40

















Tabel 3

Waals Gewest

Aantal jeugdrechters per rechtbank/jaar


Jaar

Nijvel

Hoei

Luik

Eupen

Verviers

Aarlen

Marche

Neufchâteau

Dinant

Namen

Charleroi

Bergen

Doornik

TOTAAL


2006

2

1

5

1

1

1

1

0

2

2

5

4

2

17


2007

2

1

6

1

2

1

1

1

2

2

5

5

2

19


2008

2

1

6

1

2

1

1

1

2

2

5

5

2

19


2009

3

1

5

1

2

2

1

1

2

2

5

5

2

20


2010

2

2

6

1

2

2

1

1

2

1

5

4

2

18



Tabel 4

Rechtbanken van eerste aanleg

Bron: publicatie Kerncijfers

Jeugdzaken: Burgerlijk


2006


2007


2008


2009


2010



Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

ANTWERPEN

Antwerpen

976

1223

1122

1445

1029

1551

1105

1631

1046

1581

Mechelen

364

546

387

625

405

733

388

714

403

672

Turnhout

415

533

463

599

443

682

495

667

555

701

Hasselt

353

484

384

596

431

653

409

622

412

693

Tongeren

290

428

297

499

336

421

336

479

379

539

Totaal

2398

3214

2653

3764

2644

4040

2733

4113

2795

4186

BRUSSEL

Brussel

1987

2562

2019

3466

1936

3392

2493

3317

2191

3106

Leuven

458

664

493

752

506

769

490

791

530

752

Nijvel

-

-

-

-

-

-

625

441

645

482

Totaal

2445

3226

2512

4218

2442

4161

3608

4549

3366

4340

"-" : Geen statistische gegevens overgemaakt.

GENT

Dendermonde

681

793

728

909

788

1135

824

1118

839

1018

Gent

651

727

714

819

665

895

696

863

674

751

Oudenaarde

193

217

233

193

222

250

231

239

242

268

Brugge

581

658

592

662

632

691

645

720

645

811

Ieper

150

146

125

212

154

219

174

201

176

249

Kortrijk

326

393

411

422

368

511

459

568

442

542

Veurne

123

214

154

220

119

266

142

249

169

305

Totaal

2705

3148

2957

3437

2948

3967

3171

3958

3187

3944












Rechtbanken van eerste aanleg

Bron: publicatie Kerncijfers

Jeugdzaken: Burgerlijk


2006


2007


2008


2009


2010



Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

Aantal nieuwe zaken

Aantal eind-en tussen-vonnissen

LUIK

Eupen

54

82

57

93

64

147

63

177

71

188

Hoei

273

412

309

496

340

572

260

557

367

522

Luik

1417

1827

1517

1933

1588

1973

1637

2121

1618

2248

Verviers

364

537

414

624

436

662

438

742

412

680

Aarlen

157

226

208

158

184

322

175

284

191

312

Marche-en-Famenne

150

192

142

74

146

209

137

226

186

264

Neufchâteau

-

-

-

-

-

-

-

-

268

263

Dinant

377

451

362

480

404

519

374

541

341

638

Namen

581

877

611

945

632

838

658

1004

672

1038

Totaal

3373

4604

3620

4803

3794

5242

3742

5652

4126

6153

BERGEN

Charleroi

2028

1935

1661

2078

1447

2097

1529

2057

1544

2230

Bergen

-

-

964

974

979

1238

1077

1385

1079

1467

Doornik

610

744

604

757

629

862

694

910

737

1015

Totaal

2638

2679

3229

3809

3055

4197

3300

4352

3360

4712

Het Rijk

13559

16871

14971

20031

14883

21607

16554

22624

16834

23335

"-" : Geen statistische gegevens overgemaakt.