De verhouding tot Syrië (en de toekomstige rol van de Belgische diplomatie)
Syrië
politiek geweld
diplomatieke betrekking
internationale politiek
23/12/2011 | Verzending vraag |
9/2/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3859
Al maanden woedt in Syrië een vorm van burgeroorlog, waarbij het regime in toenemende mate geweld uitoefent op de burgerbevolking. Systematisch valt alle steun voor de machthebbers rond president Assad weg. Ook vertrouwde bondgenoten, zoals Turkije en zelfs de Arabische Liga (mede door Syrië opgericht), hebben hun vertrouwen radicaal opgezegd. Ondertussen vallen er dag na dag meer en meer slachtoffers.
Op welke stelde heeft de Belgische diplomatie zich op tegenover het Syrische regime? Kan de minister hieromtrent gewagen van een eigen Belgische strategie of bestaat er met betrekking tot dit soort conflicten geen nationale houding meer en wordt alles overgenomen door de Europese Unie? Op welke wijze kan ons land - bij uitbreiding een lidstaat van de Europese Unie - nog een internationaal beleid voeren?
Op welke wijze ging de minister om met de Syrische ambassadeur? Heeft de minister deze ontboden? Zijn er directe contacten geweest tussen de minister en de vertegenwoordigers van het formele Syrië in ons land? Zo ja, wanneer, met wie en met welke inhouden?
Of moet de minister ruiterlijk toegeven dat hij in deze zaak en in vergelijkbare zaken geen rol van betekenis meer kan spelen en dat de Belgische diplomatie dus irrelevant werd?
Hoe ziet de minister de toekomstige rol van de Belgische diplomatie, rekening houdend met een toenemende irrelevantie en slagkracht bij zaken van groot internationaal belang?
Hoe evalueert en apprecieert de minister deze evoluties?
België eist net zoals vele andere landen een einde van het geweld tegen onschuldige burgers en een vertrek van President Assad en zijn regime om plaats te maken voor daadwerkelijke hervormingen in Syrië. België heeft dit standpunt duidelijk gemaakt binnen de Europese Unie, maar ook door onder meer de speciale sessies van de Mensenrechtenraad en een resolutie in de derde Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te steunen, al dan niet in Europees verband. Ook het sanctiebeleid van de Europese Unie geniet de volledige Belgische steun en België geeft ook actief suggesties om dat sanctiebeleid verder uit te breiden. Daarnaast zijn er al verschillende contacten, ook op ministerieel niveau, geweest met vertegenwoordigers van de Syrische oppositie, onder meer om hen aan te sporen een gezamenlijke strategie te hebben om een alternatief te bieden voor het Assad-regime.
De Syrische ambassadeur werd op vraag van mijn voorganger sinds het begin van het conflict al drie keer geconvoceerd door de diensten van Buitenlandse Zaken. Op ministerieel niveau is er nog met mezelf, noch met mijn voorganger een direct contact geweest met vertegenwoordigers van het Syrische regime. De diensten van Buitenlandse Zaken hebben wel regelmatig contact met de Syrische ambassadeur in België, onder meer om het Belgische standpunt in verband met het conflict in Syrië duidelijk te maken.