Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4590

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Centraal-Afrikaanse republiek - Humanitaire crisis - Hulpverlening

Centraal-Afrikaanse Republiek
sterftecijfer
humanitaire hulp
ontwikkelingshulp

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
21/2/2012Antwoord

Vraag nr. 5-4590 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het sterftecijfer in de Centraal-Afrikaanse republiek ligt in sommige regio's tot drie maal hoger dan de drempel die wordt gebruikt om van een humanitaire crisis te spreken. De levensverwachting ligt er - op één land na - het aller laagste ter wereld. Artsen Zonder Grenzen hekelen de internationale hulpverlening en beschuldigen zowat alle landen van een onverschilligheid.

Hierover de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister de analyse dat de toestand in de Centraal-Afrikaanse republiek tot de meest precaire in de wereld behoort?

2) Deelt hij de analyse dat de hulpverlening aan dit land op een totaal onvoldoende wijze wordt ingevuld?

3) Welke hulp verstrekt ons land aan de Centraal-Afrikaanse republiek? Hoe evolueerde deze hulp jaarlijks in de periode 2006-2010? Hoe duidt en interpreteert hij deze ontwikkelingen?

4) Is hij bereid om op korte termijn de hulp aan de Centraal-Afrikaanse republiek drastisch op te drijven? Zo ja, hoe en wanneer zal hij dit doen? Zo niet, hoe verklaart hij de inertie van ons land bij deze uiterst precaire humanitaire situatie?

Antwoord ontvangen op 21 februari 2012 :

1) De situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek is inderdaad zeer precair. Ondanks de vredesakkoorden van 2007 verlopen de pacificatie van het land en de ontwapening van alle strijdende partijen moeilijk. In het noorden en het noordoosten van het land laaide laatst nog in september 2011 het geweld weer op tussen twee gewapende groeperingen (Union des forces démocratiques pour le rassemblement - UFDR versus Convention des patriotes pour la justice et la paix - CPJP) waardoor de lokale bevolking op de vlucht sloeg. Er wordt gemeld dat beide partijen kinderen aan het front hebben ingezet. Deze voortdurende onzekerheid belemmert het goede verloop van humanitaire activiteiten en ontwikkelingsacties.

3) De Centraal-Afrikaanse Republiek (RCA) maakt geen deel uit van de achttien partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Toch financiert de Belgische ontwikkelingssamenwerking in de RCA vooral humanitaire hulpactiviteiten. Tussen 2006 en 2010 werd ongeveer 3,5 miljoen euro uitgegeven ter ondersteuning van acties van het WFP, het ICRC, het UNDP en ngo’s. In dezelfde periode trok België ook om en bij 1 miljoen euro uit voor conflictpreventie en voor het Bureau d’Appui à la Consolidation de la Paix (bureau voor vredesopbouw). Dit bureau vervult een ondersteunende rol voor de werkzaamheden van de VN-Commissie voor vredesopbouw. In deze commissie is België voorzitter van de country-specific configuration voor de RCA die als taak heeft bij de internationale gemeenschap steun te zoeken voor dit land en de steunverlening aan te moedigen. Let wel, de financiering van vredesopbouw en conflictpreventie ressorteert onder de minister van Buitenlandse Zaken. Deze verschillende vormen van steunverlening zijn het bewijs van de wil om een bijdrage te leveren aan de stabilisering van het land sinds de ondertekening van de vredesakkoorden.

4) en 2) Het hangt niet alleen van België af of meer middelen aan de RCA worden besteed: de hele internationale gemeenschap moet achter dit streven staan, ook nieuwe actoren uit de particuliere sector en uit de opkomende landen. Nu is de steun ontoereikend vanwege het geringe aantal donoren (vooral de Europese Unie, Frankrijk, de Wereldbank, de Verenigde Naties). De RCA is bovendien een land dat bekend staat als land dat door de donorgemeenschap stiefmoederlijk wordt behandeld (aid orphan).

In december laatstleden, op het High Level Forum on Aid Effectiveness dat plaatshad in Busan, maakten de donoren de afspraak meer aandacht te besteden aan de kwestie van de “aid orphans”.