Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4577

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Antidepressiva - Minderjarigen - Registratie - Beleid

geestesziekte
jongere
geneesmiddel
kind
kosten voor gezondheidszorg
officiële statistiek
geografische spreiding
leeftijdsverdeling
verdeling naar geslacht

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
20/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3840

Vraag nr. 5-4577 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In België worden antidepressiva voor de behandeling van depressie bij kinderen en jongeren weliswaar voorgeschreven maar niet geregistreerd.

Heel wat studies tonen zich uitermate kritisch over gebruik van antidepressiva bij de behandeling van depressies bij jonge mensen. Er rijzen heel wat twijfels over hun doeltreffendheid en bovendien - en dat klinkt erg beangstigend - voorspellen deze studies een hoger risico op zelfmoordgedachten en automutilatie.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe evolueerde het geregistreerde gebruik van antidepressiva jaarlijks in de periode 2001 - 2010 bij minderjarigen? Kan de geachte minister deze cijfers tevens opdelen per levensjaar, geslacht en per provincie (en gewest)? Hoe evalueert en duidt de minister deze cijfers?

2) Hoeveel kostte dit gebruik jaarlijks aan de Sociale Zekerheid, voor dezelfde periode?

3) Hoeveel van dit gebruik kan worden gekoppeld aan een langdurig gebruik, dit betekent meer dan zes maanden?

4) Welke zijn volgens de geachte minister de oorzaken van deze jaarlijkse stijging van het gebruik van antidepressiva bij kinderen? Is zij bekend met de studies ( onder andere van de Food and Drugs Administration) die het gebruik van de antidepressiva door kinderen en jongeren linken aan verhoogd risico op zelfmoordgedachten? Wordt het gebruik van antidepressiva door kinderen nauwkeurig en wetenschappelijk opgevolgd in België?

5) Rekening houdend met de mogelijke tijdbommen die het gebruik van deze medicatie kan betekenen, gaf zij opdracht tot intensieve en duurzame monitoring van het voorschrijfgedrag en onderzoek naar causale verbanden met andere pathologieën?

6) Welke concrete stappen heeft zij ondernomen om het gebruik van deze middelen door kinderen en jongeren terug te dringen? Welke concrete stappen zal zij verder nemen? Bestaat er hierover overleg en samenwerking met de gemeenschappen?

Antwoord ontvangen op 20 maart 2012 :

Allereerst moet ik opmerken dat de Farmanetgegevens (specialiteiten afgeleverd in een apotheek opengesteld voor het publiek en terugbetaald door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV)) over het gebruik van antidepressiva per patiënt slechts beschikbaar zijn vanaf het afleveringsjaar 2007.  

Uit deze Farmanetgegevens blijkt dat het aantal kinderen en jongeren tot en met de leeftijd van 17 jaar waaraan antidepressiva werden afgeleverd in de periode 2007-2010 jaarlijks gemiddeld gedaald is met 2,8 %, van 9 650 in 2007 tot 8 850 in 2010. Het verbruik (in DDD gemeten) ging lichtjes omhoog met gemiddeld 0,9 % van 0,94 miljoen DDD in 2007 tot 0,97 miljoen DDD in 2010, terwijl de RIZIV-uitgaven gemiddeld met 6,0 % daalden van 0,51 miljoen euro in 2007 tot 0,42 miljoen euro in 2010. Het langdurig gebruik (meer dan 180 DDD of dagdosissen per patiënt per jaar) maakte in 2007 54,1 % uit van het totale verbruik (in DDD gemeten). Dit steeg tot 59,0 % in 2010. 

Ik merk hierbij op dat sinds 1 januari 2008 de “kleine risico's” voor de zelfstandigen in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging opgenomen zijn. Dit heeft in 2008 gezorgd voor een stijging van het waargenomen geneesmiddelenverbruik in de Farmanetgegevens in vergelijking met de voorgaande jaren. De globale toename in geneesmiddelenverbruik door deze integratie wordt geschat op ongeveer 5,4 %. 

Tabel 1 in bijlage geeft, zowel voor algemeen gebruik als voor langdurig gebruik, het aantal patiënten, het volume (in aantal verpakkingen en in DDD), de RIZIV-uitgaven (in euro) en het persoonlijk aandeel (in euro) van antidepressiva voor kinderen en jongeren tot en met de leeftijd van 17 jaar weer per afleveringsjaar, per gewest, per provincie, per geslacht en per leeftijd voor de periode 2004-2010, zoals ze in Farmanet voorkomen.  

In tegenstelling met wat vermeld is in de gestelde vraag, hebben sommige antidepressiva wel degelijk een vergunde indicatie voor de kinderen en jongeren. Zo is het gebruik van fluoxetine bij adolescenten en kinderen ouder dan 8 jaar voor de behandeling van matig ernstige tot ernstige depressie (na falen van psychotherapie) een vermelde indicatie.  

Nadat de U.S. Food and Drug Administration (FDA) in 2005, naar aanleiding van een meta-analyse over het gebruik van antidepressiva bij kinderen en adolescenten, de producenten verplichtte een waarschuwing op te nemen die wees op het gevaar van het veroorzaken van zelfmoordneigingen bij pediatrische patiënten (in mei 2007 uitgebreid tot jongvolwassenen, van 19 tot 24 jaar), ontstond hierover een polemiek in psychiatrische middens.  

In 2007 verscheen een andere synthese van de wetenschappelijke literatuur daarover. Deze studie toont aan dat bij kinderen en adolescenten serotonineheropnameremmers (SSRI’s) beperkt werkzaam zijn bij majeure depressie en bij obsessief compulsief lijden. Bij andere angststoornissen is er een zeer goede respons met SSRI’s. Anderzijds bevestigt deze studie dat er in deze doelgroep een verhoogd risico is van suïcidaliteit door SSRI’s. Kinder- en adolescentenpsychiaters dienen daarom patiënten en hun ouders hierover duidelijk te informeren, de diagnose scherp te stellen en de patiënten heel nauwkeurig op te volgen. Er wordt daarbij ook rekening gehouden met het ontbreken van wetenschappelijke bevindingen over het (de) langetermijneffect(en) op het zich ontwikkelende brein van kinderen en jongeren.  

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) heeft reeds meerdere consensusvergaderingen georganiseerd betreffende het goed gebruik van antidepressiva. Mijn diensten hebben tevens een oriëntatienota opgesteld in 2009. Deze nota werd ingeleid en besproken met vertegenwoordigers van zowel de huisartsen als de specialisten. 

In het “Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium” uitgegeven door het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie staat het volgende vermeld: ‘Bij kinderen en adolescenten is voor geen enkel antidepressivum de doeltreffendheid afdoende bewezen. Studies met bepaalde antidepressiva in deze leeftijdsgroep tonen daarenboven, vooral bij de start van de behandeling, een verhoogd risico van zelfmoordgedachten en automutilatie, en volgens sommigen is een dergelijk risico voor geen enkel antidepressivum uit te sluiten’. 

Al deze stappen lijken volgens de gegevens van de laatste jaren van Farmanet hun vruchten afgeleverd te hebben met het oog op een kleine daling van het voorschrijven van antidepressiva bij diegenen die jonger zijn dan 18 jaar en dit ondanks een uitbreiding van de indicaties van deze geneesmiddelen. 

Ik herinner eraan dat op het vlak van de veiligheid zowel de voorschrijvers als de patiënten uitgenodigd worden om het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) elke bijwerking tijdens het gebruik van een geneesmiddel en die aan het geneesmiddel gekoppeld kan worden, te melden . Zoals dit het geval is voor de monitoring van het Belgisch antibioticagebruik door het “Belgian antibiotic policy coordination committee” (BAPCOC), heb ik de regering voorgesteld om een gelijkaardig initiatief te nemen. Er zal dan een comité worden opgericht om ook het gebruik van antidepressiva en andere psychomedicatie te volgen. Op basis van de vaststellingen van dat comité kunnen dan beleidsinitiatieven worden genomen.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.”