Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4455

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Staatsveiligheid - Vacature - Invulling

staatsveiligheid

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
5/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-1681

Vraag nr. 5-4455 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verneem uit een artikel in de krant De Tijd van 16 december 2010 dat de regering de 'postjesrel' rond de Staatsveiligheid zou bezworen hebben. Niet de magistraat van het hof van beroep van Bergen, maar wel de procureur des Konings van Namen zou worden aangesteld in de betrokken toezichtscommissie. Daarnaast blijkt ook de derde vacature gewijzigd. Deze zou worden toebedeeld aan een rechter uit Mechelen.

Kan de minister meedelen op basis van welke criteria uiteindelijk gekozen is voor de procureur des Konings van Namen?

Waarom veranderde ook de invulling van de derde vacature en ging deze post naar een rechter uit Mechelen?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

Artikel 43/1 van de wet van 4 februari 2010 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten bepaalt de criteria voor de benoeming tot lid van de bestuurlijke commissie belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (afgekort: “de commissie”).

De wet bepaalt dat de leden de hoedanigheid van magistraat hebben waarbij één lid de hoedanigheid van lid van het openbaar ministerie heeft en beide anderen de hoedanigheid van rechter, van wie één deze van onderzoeksrechter. De voorzitter moet over een voldoende kennis van het Frans en het Nederlands beschikken; de twee overige leden moeten elk tot een verschillende taalrol behoren.

Op het ogenblik van hun aanwijzing dienen de leden de volgende voorwaarden te vervullen:

  1. de leeftijd van veertig jaar hebben bereikt;

  2. minstens vijf jaar nuttige ervaring hebben in één van de materies die tot de bevoegdheidsdomeinen van de inlichtingen- veiligheidsdiensten behoren;

  3. houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau “zeer geheim” krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheids-machtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;

  4. gedurende de periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanwijzing geen lid geweest zijn van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten, noch van het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten, noch van een politiedienst, noch van een inlichtingen- en veiligheidsdienst.

De toenmalige procureur des Konings van Namen en rechter van Mechelen beantwoorden aan voornoemde criteria en hebben een zeer gunstig advies ontvangen van het selectiecomité. Dit comité was bovendien van mening dat beiden zich positief onderscheiden van de andere kandidaten en bijgevolg in aanmerking komen voor de functie van respectievelijk effectief lid in de hoedanigheid van magistraat van het openbaar ministerie en effectief lid in de hoedanigheid van magistraat van de zetel.

De leden van de commissie werden bij koninklijk besluit van 21 december 2010 door de Koning aangewezen op voorstel van de minister van Justitie en van de minister van Landsverdediging en na overleg in de ministerraad.