Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4442

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Gestolen voertuigen - Vergoeding takeldiensten

automobiel
diefstal
parkeerterrein
overtreding van het verkeersreglement
wegverkeer

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
2/5/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-168

Vraag nr. 5-4442 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Naar ik vernam bestaan er strikte richtlijnen voor de vergoeding van takeldiensten. Wanneer een auto zou weggetakeld zijn omwille van onregelmatig parkeren, mag de eigenaar vóór het afhalen van de wagen gevraagd worden een vergoeding te betalen. Wanneer een takeldienst daarentegen moet optreden voor het verplaatsen van een wagen die voordien gestolen werd, dan zou deze vergoeding ten laste komen van het parket. De takeldiensten zouden dan ook het verbod opgelegd gekregen hebben om een vergoeding te vragen bij het afhalen van dergelijke wagens.

Uit de praktijk blijkt nu dat de takeldiensten dit verbod vaak naast zich neerleggen. Veel slachtoffers zien zich daardoor genoodzaakt een behoorlijke som neer te tellen ten bate van de takeldiensten. Zij weten evenmin dat zij de betrokken som kunnen terugvorderen bij het parket.

1.Kan u mij meedelen of de bovengeschetste richtlijnen correct zijn weergegeven?

2.Hebben de diensten van de minister er weet van dat verscheidene takeldiensten misbruik maken van hun machtssituatie?

3.Werden de richtlijnen op voldoende duidelijke wijze ter kennis gebracht aan de takeldiensten?

4.Bij welke dienst kan men terecht voor een klacht tegen dit soort misbruiken?

Antwoord ontvangen op 2 mei 2012 :

Op basis van de inlichtingen van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV), kan ik u het volgende antwoorden.

Antwoord op vraag 1

De specifieke problematiek van “gestolen en teruggevonden” voertuigen komt aan bod in punt 10 van de ministeriële omzendbrief nr. 62ter (zie bijlagen, in het Nederlands en in het Frans) die van toepassing is op alle door de parketten erkende takeldiensten.

Rekening houdende met deze richtlijnen, is het een foutieve redenering dat de kosten voor het wegslepen en bewaren van voertuigen in alle gevallen ten koste van het parket vallen en dat de aan de takeldienst betaalde som bijgevolg door het slachtoffer van de diefstal terugvorderbaar zou zijn.

In de praktijk worden de meeste wegtakelingen van “gestolen en teruggevonden” voertuigen op vraag van de politiediensten binnen de uitvoering van hun opdrachten van administratieve politie uitgevoerd. Ze moeten immers toezien op de handhaving van de openbare orde, met inbegrip van de bescherming van personen en goederen. De kosten voor het wegslepen en bewaren zijn vanuit deze veronderstellingen altijd ten koste van de eigenaar of zijn verzekering. In het onderhavige geval handelt het meestal om het wegtakelen van een gestolen voertuig omdat de eigenaar niet kan worden bereikt of deze het voertuig niet meteen kan komen ophalen. In sommige gevallen moet worden vermeden dat het voertuig opnieuw wordt gestolen of deze het verkeer hindert.

Indien de magistraat meent dat het voertuig getakeld moet worden als overtuigingsstuk, dienstig om de waarheid te achterhalen of met het oog op een verbeurdverklaring zijn de takel- en stallingskosten gerechtskosten, tot aan de opheffing van het beslag.

Er dient nog vermeld te worden dat de erkende takeldiensten enkel de tarieven toepassen die zijn bepaald in de ministeriële omzendbrief nr. 62ter.

Antwoord op vraag 2

Het COIV heeft geen kennis van misbruik.

Antwoord op vraag 3

De richtlijnen staan op de site van het COIV www.confiscaid.be onder Voertuigen/Omzendbrieven.

Antwoord op vraag 4

Indien er misbruiken zijn, dan kunnen deze bij de parketten of de politiediensten worden gemeld. In voorkomend geval zou het parket de officiële goedkeuring van de takeldienst kunnen intrekken. Het COIV heeft geen kennis van andere diensten of instellingen die klachten in het kader van wegtakelingen zouden behandelen.



Federale Overheidsdienst Justitie

Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie

1000 Brussel, 20 juli 2007

Waterloolaan 115

Tel. (02) 542.65.23

Fax (02) 542.70.37



De directeur-generaal van de Rechterlijke Organisatie

Aan

De heren procureurs-generaal

mijnheer de Federale procureur

De dames en heren procureurs des Konings

De dames en heren arbeidsauditeurs 

Ter informatie

mijnheer de voorzitter van het College van procureurs generaal

De heren eerste voorzitters 

Kopie aan de dames en heren hoofdgriffier en hoofdsecretaris



Omzendbrief Nr. 062ter 

Betreft : Gerechtskosten in strafzaken. Vervolg op de omzendbrieven nr. 062 en nr. 062bis.

Tarieven voor de takeling en de stalling van voertuigen, van toepassing met ingang van 1 juli 2007[1].  

Samenvatting.

Deze omzendbrief wijzigt de omzendbrieven nr. 062 van 20 juli 2005 en nr. 062bis van 22 december 2005. Met ingang van 1 juli 2007 worden geïndexeerde tarieven en nieuwe voorwaarden van kracht. De aandacht van de gerechtelijke autoriteiten wordt getrokken op het al dan niet als gerechtskosten taxeerbare karakter van de facturen.

Bijkomende informatie wordt gegeven betreffende de thans gestalde voertuigen en enkele nieuwe maatregelen : bevestiging van het beslag en de niet-verzekering.  Algemeen wordt de nadruk gelegd op het belang van het onderscheid tussen het louter gerechtelijk beslag en de tussenkomst ten administratieve titel, waarvan de onkosten in elk geval niet kunnen beschouwd worden als gerechtskosten.  

Context

Om de budgettaire impact te verminderen van de gerechtskosten, die door de gemeenschap gedragen worden, moeten er adequate maatregelen getroffen worden. De maximumtarieven die werden vastgelegd inzake de takeling en stalling van voertuigen worden geïndexeerd en de toepassingsvoorwaarden worden herzien ingevolge hun evaluatie en de in werking getreden wetswijzigingen, nl. de nieuwe bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de vervreemdingsprocedures voor in beslag genomen vermogensbestanddelen, in de Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en in het “Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken “koninklijk besluit van 27 april 2007 (Belgisch Staatsblad 25 mei 2007), ook genoemd “Tarief in strafzaken”. De gerechtelijke autoriteiten worden eraan herinnerd dat de wet van 26 maart 2003 houdende, inzonderheid, oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring, het principe van het waardevast beheer van in beslag genomen goederen heeft ingevoerd. Sedert 1 september 2003 zijn de magistraten er bovendien toe gehouden om te waken over de opvolging van de in beslag genomen voertuigen, teneinde waardeverminderingen te vermijden en de gerechtskosten te verminderen. 

Inhoudstafel 

1.         Inleiding

2.         Indexatie van het tariefrooster en wijziging van de toepassingsvoorwaarden

3.         Facturatie, taxatie en betaling van de gerechtskosten

4.         Vervreemding van in beslag genomen goederen

5.         Behandeling van voertuigen waarvan afstand werd gedaan ten voordele van de “Domeinen”

6.         Opvolging van verbeurdverklaarde voertuigen

7.         Terugvordering van de gerechtskosten

8.         Inventarisatie van gestalde voertuigen

9.         Implicaties van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken

10.      Problematiek van de “gestolen en nadien teruggevonden” voertuigen

11.      Inwerkingtreding

12.      Verspreiding van de omzendbrief 

1. Inleiding 

Sedert 1 januari 2006 kunnen in geval van een gerechtelijke takeling van een voertuig enkel de takeldiensten gevorderd worden die daartoe een aanvraag hebben ingediend bij het betrokken parket en die zich bereid hebben verklaard om de tarieven, voorwaarden en de richtlijnen van de omzendbrieven nr. 062 van 20 juli 2005 en nr. 062bis van 22 december 2005, na te leven. 

Op dit ogenblik zijn er 426 takeldiensten opgenomen in de lijsten die door de 27 gerechtelijke arrondissementen werden opgesteld. Hun coördinaten en ligging worden op vraag van de Procureurs des Konings regelmatig geactualiseerd door het Centraal Orgaan (gegevens te consulteren op de website van het COIV www.confiscaid.be rubriek “Voertuigen – erkende takeldiensten”). 

Een politiedienst die een niet-erkende takeldienst zou hebben gevorderd, zonder de redenen daarvoor voorafgaandelijk aan de betrokken magistraat te hebben uiteengezet en diens akkoord te hebben gevraagd, zal zelf instaan voor de factuur, zelfs in de hypothese dat de in de omzendbrieven opgenomen tarieven gehanteerd werden. 

Bovendien moet elke deskundige die door een magistraat werd aangesteld, behoudens uitzonderlijke en gerechtvaardigde omstandigheden, in de uitvoering van zijn opdracht, beroep doen op een erkende takeldienst. 

Er wordt aan herinnerd dat de vordering, waarop alle nuttige vermeldingen dienen voor te komen, binnen de 72 uur aan de takeldienst dient te worden overgemaakt. 

Met het oog op het verdere beheer van het voertuig is het bovendien essentieel dat de politiedienst die tot het beslag is overgegaan zich de sleutels en de boorddocumenten laat overhandigen, om ze zo spoedig mogelijk aan de takeldienst te kunnen overmaken. 

2. Indexatie van het tariefrooster en wijziging van de toepassingsvoorwaarden 

Rekening houdende met de indexatie op 1 juli 2007 en met de wijziging van de toepassingsvoorwaarden, wordt de bijlage 1 van de ministeriële omzendbrief nr. 062 van 20 juli 2005 vervangen door de hierna bijgevoegde nieuwe bijlage. Het formulier dat aan de procureur des Konings moet worden toegestuurd om de erkenning aan te vragen, werd niet gewijzigd en blijft te downloaden op de website van het COIV. 

Bovenop voornoemde indexatie kunnen de takeldiensten voortaan in geval van teruggave van een voertuig dat in beslag was genomen wegens niet-verzekering, aan de eigenaar een forfait van 25 euro factureren voor administratiekosten. 

Er wordt aan herinnerd dat de tarieven enkel van toepassing zijn op de gerechtelijke vorderingen en dat de administratieve takelingen hier niet geviseerd worden. 

Het toepasselijke tarief is datgene dat van kracht is op het tijdstip waarop de takeldienst gevorderd werd. In functie van de datum van de vordering moet men zich dus richten tot de omzendbrief nr. 049 van 22 december 2004, de omzendbrief nr. 062 van 20 juli 2005 of tot de huidige omzendbrief nr. 062ter. 

Voor de voertuigen die nog gestald staan bij takeldiensten die zich niet akkoord verklaard hebben met de nieuwe tarieven, is de gemiddelde dagelijkse kost van 1,26 euro (exclusief BTW) van toepassing, hetzij 1,24 euro geïndexeerd. 

De volgende indexatie zal van rechtswege toegepast worden op 1 januari 2008.  

3. Facturatie, taxatie en betalingen van de gerechtskosten 

Sommige takeldiensten klagen nog steeds over grote vertragingen in de betaling van hun facturen. Er wordt herinnerd aan het belang om de facturen onverwijld te begroten en om te zorgen voor de regelmatige betaling door de griffies. 

Desgevallend moeten de facturen die niet in overeenstemming zijn met de ministeriële omzendbrieven ter regularisatie teruggestuurd worden aan de takeldiensten.  

4. Vervreemding van in beslag genomen voertuigen 

Het Centraal Orgaan werd ermee belast om alle maatregelen te nemen die dienstig zijn om het beheer van de in beslag genomen voertuigen door de magistraten te vergemakkelijken. De procedures van vervreemding, voorzien in de artikelen 28octies en 61sexies van het Wetboek van Strafvordering werden in dat verband vereenvoudigd door de wet houdende diverse bepalingen (II) van 27 december 2006. 

Bovendien bepaalt het samenwerkingsakkoord, dat tussen het COIV en de Patrimoniumdiensten (“Domeinen”) werd gesloten, dat de ontvanger van domeinen, na ontvangst van het mandaat tot verkoop, binnen de 10 werkdagen overgaat tot de schatting van het goed, waarna het COIV over een zelfde termijn beschikt om de schatting te analyseren. In principe heeft de publieke verkoop plaats binnen 2 maanden vanaf de goedkeuring van de schatting. 

De stallingskosten van het te vervreemden voertuig zijn gerechtskosten tot op het moment van de verkoop of ten laatste tot aan het verstrijken van de termijn die door de ontvanger werd toegestaan om het gekochte goed af te halen. Daarna zijn ze ten laste van de koper. 

Het merendeel van de ontvangers beschikt niet over een stallings- en/of verkooplocatie. Daarom wordt eveneens gedacht aan het betalen van een forfait van 25 euro wanneer een voertuig, dat bij een erkende takeldienst gestald werd, dáár vervreemd moet worden. Vanuit die optiek worden de takeldiensten die aangesteld willen worden om dergelijke verkopen te centraliseren, uitgenodigd om dit aan het Centraal Orgaan ter kennis te brengen, vóór 10 september 2007. Een formulier zal hen dan worden toegestuurd, teneinde na te gaan of zij voldoen aan de vastgestelde criteria.

5. Behandeling van voertuigen waarvan afstand werd gedaan ten voordele van de “domeinen” 

Wanneer de rechtmatige eigenaar afstand heeft gedaan van zijn voertuig ten voordele van de Staat (“Domeinen”), moet de ontvanger hiervan meteen worden ingelicht op basis van een proces-verbaal van overdracht. De kosten zijn gerechtskosten tot aan de overdracht van het voertuig aan de ontvanger. 

6. Opvolging van verbeurdverklaarde voertuigen, voordien in beslag genomen 

In geval van een verbeurdverklaring van een voertuig door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing, wordt een politiedienst door het Openbaar Ministerie belast met de overhandiging ervan aan de bevoegde ontvanger. Daartoe dient een proces-verbaal van overdracht aan de ontvanger te worden overgemaakt. De kosten zijn gerechtskosten tot aan de overdracht van het voertuig aan de ontvanger. 

Concreet: behoudens het geval waarin de ontvanger niet om de verplaatsing van het verbeurdverklaarde voertuig vraagt, vordert de Procureur des Konings de overdracht van het voertuig (en, in voorkomend geval, van de sleutels en/of de boorddocumenten) naar de aangeduide locatie. In deze hypothese hanteert de politiedienst die met de overdracht aan de ontvanger werd belast, dezelfde richtlijnen als bij een in beslag genomen voertuig. Bijgevolg moet er beroep gedaan worden op een erkende takeldienst, onderworpen aan de tarieven voor gerechtelijke vorderingen. 

7. Terugvordering van de gerechtskosten 

De takel- en stallingskosten, die in 2004 en begin 2005 zeer verontrustend waren, lijken in gunstige zin te evolueren. In 2006 bedroegen ze 4 764 132,01 euro en voor het eerste semester van 2007 bedragen ze 2 376 295,94 euro. Deze resultaten zijn opmerkelijk wanneer men ze vergelijkt met de kosten voor het eerste semester van 2005 die 2 500 000 euro overschreden. Het is niettemin belangrijk dat deze kosten gerecupereerd worden van de overtreder of de veroordeelde. 

Krachtens artikel 80 van het “Reglement op de Gerechtskosten” moet in criminele, correctionele en politiezaken een staat van vaststelling van de kosten worden opgemaakt. Om de vaststelling te vergemakkelijken, dienen de taxateurs, na beëindiging van hun werkzaamheden, voor elke zaak een door hen ondertekende staat van de invorderbare kosten bij de stukken te voegen. 

Het blijkt dat er zaken gevonnist worden zonder veroordeling tot betaling van de gerechtskosten. Om dit te vermijden, moet in elk dossier waarin dergelijke kosten naar voren komen, een kaftje “terug te vorderen gerechtskosten” worden aangelegd.  

Bovendien bepaalt artikel 80, derde lid dat, ingeval van kosten die niet konden worden vastgesteld in het vonnis, een afzonderlijke staat van vaststelling moet worden opgemaakt, die door de bevoegde rechter uitvoerbaar wordt verklaard en waarvan de griffier een afschrift aan de bevoegde ontvanger bezorgt, teneinde de kosten van de veroordeelden terug te vorderen. Wanneer dus de kosten op het tijdstip van een vonnis nog niet gekend waren, kunnen ze door de bevoegde ontvanger, op basis van een door de bevoegde rechter uitvoerbaar verklaarde kopie van de staat van vaststelling, worden teruggevorderd van de veroordeelde. 

8. Inventarisatie van gestalde voertuigen 

Duizenden voertuigen die op vordering van de politiediensten getakeld werden, staan momenteel gestald bij erkende takeldiensten of elders. In heel wat gevallen werden zij ten onrechte als gerechtelijke inbeslagnames beschouwd, terwijl het administratieve takelingen betrof, waarvan de kosten ten laste komen van de particulieren, de gemeenten, enz. Een inventaris wordt op dit moment opgesteld door het COIV om vanaf 2 november 2007 de gerechtelijk in beslag genomen voertuigen in kaart te kunnen brengen. Deze inventaris zal geregeld geactualiseerd worden. 

9. Implicaties van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken (Belgisch Staatsblad 25 mei 2007) 

-     Bevestiging van de handhaving van een beslag na 8 dagen 

Artikel 40, tweede en derde lid van het koninklijk besluit bepaalt dat om de inbeslagname langer dan 8 dagen te handhaven, zij door de procureur des Konings, de arbeidsauditeur, de onderzoeksrechter, enz. bevestigd dient te worden. Het proces-verbaal van inbeslagneming, evenals alle nodige informatie, moet aan de magistraat worden toegezonden, uiterlijk de vijfde dag die volgt op de inbeslagneming. 

Deze procedure vervangt artikel 42 van het Tarief in Strafzaken van 28 december 1950, dat bepaalde dat zonder machtiging van de Procureur-generaal bij het hof van beroep de sequestratie niet langer dan 8 dagen gehandhaafd kon blijven. 

Eén van de doelstellingen van de nieuwe bepaling is ervoor te zorgen dat de magistraten sneller een beslissing zouden nemen. De magistraat kan tot de onmiddellijke teruggave beslissen, ofwel een beheersmaatregel nemen, ofwel de uitvoering van bijkomende opdrachten vorderen, teneinde hem toe te laten over het lot van het in beslag genomen voertuig te beslissen. 

Om de vastgestelde termijn te halen, nl. de vijfde dag na de inbeslagname, moet het proces-verbaal, evenals de nodige informatie, per fax of per drager overgemaakt worden, met de vermelding “dringend – beslag met kosten” 

Bij gebrek aan bevestiging van het beslag door een magistraat zullen de facturen voor de stalling na de 8e dag niet langer als gerechtskosten kunnen worden ten laste genomen. Voor de goede uitvoering van deze bepaling brengt de magistraat, belast met het dossier, de politiedienst ter kennis dat hij het beslag niet langer handhaaft en dat het voertuig dus dient te worden teruggegeven. 

-     Overzending van het proces-verbaal van niet-regularisatie van een voertuig dat in beslag werd genomen wegens niet-verzekering, indien het beslag langer dan 30 dagen duurt 

Artikel 40, vierde lid van het koninklijk besluit bepaalt dat wanneer de inbeslagneming van een voertuig bij gebrek van verzekering langer duurt dan 30 dagen, het proces-verbaal van vaststelling van niet-regularisatie overgemaakt moet worden aan de procureur des Konings, zodra deze termijn verstreken is. 

Naar analogie van het tweede en het derde lid, dient het proces-verbaal , na het verstrijken van de termijn en binnen dezelfde tijdsspanne, overgemaakt te worden. 

-     Voertuigen gestald ter correctionele griffie 

Volgens artikel 41, tweede lid van het algemeen reglement zijn de tarieven die gelden voor de stalling eveneens van toepassing wanneer het voertuig ter griffie of in één van de eraan verbonden plaatsen gestald werd. Bovendien worden zij beschouwd als gerechtskosten. 

Deze bepaling heeft tot doel om de voertuigen die met kosten gestald staan bij de takeldiensten op gelijke voet te behandelen met de voertuigen die “neergelegd” zijn ter correctionele griffie. 

Aangezien bepaalde griffies over locaties beschikken die hen ter beschikking werden gesteld teneinde er voertuigen of andere omvangrijke goederen te stallen, terwijl andere griffies vragen om eveneens van die mogelijkheid te kunnen genieten, werd aan het Centraal Orgaan gevraagd om een stand van zaken op te stellen van de situatie. 

10. Problematiek van de “gestolen en nadien teruggevonden” voertuigen 

Vaak stelt zich de vraag wie de kosten dient te dragen met betrekking tot “gestolen en nadien teruggevonden” voertuigen. Artikel 14 van de Wet op het Politieambt van 5 augustus 1992 bepaalt dat de politiediensten, bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke politie, toezien op de handhaving van de openbare orde met inbegrip van de bescherming van personen en goederen. Wanneer bijgevolg een gestolen voertuig wordt teruggevonden, de eigenaar niet dadelijk verwittigd kan worden en de bewaring ter plaatse van het voertuig risico’s met zich meebrengt, komt het aan de politiediensten toe om alle maatregelen treffen om het goed te beschermen. De kosten komen ten laste van de eigenaar van het voertuig, of van diens verzekeraar. 

Indien de magistraat die van de feiten werd ingelicht evenwel meent dat het voertuig getakeld moet worden als overtuigingsstuk, dienstig om de waarheid te achterhalen (bijvoorbeeld omdat het voertuig betrokken is bij ernstige feiten) of met het oog op een verbeurdverklaring zijn de takel- en stallingskosten gerechtskosten, tot aan de opheffing van het beslag. 

11. Inwerkingtreding 

De omzendbrief nr. 062ter van 20 juli 2007 is met ingang van 1 juli 2007 van toepassing op alle gerechtelijke vorderingen. 

Voor het overige is de huidige omzendbrief onmiddellijk van toepassing. 

12. Verspreiding van de omzendbrief 

Om de informatieverstrekking aan de erkende takeldiensten te waarborgen, wordt hen een exemplaar van de omzendbrief toegezonden. Een kopie wordt eveneens overgemaakt aan de betrokken beroepsgroeperingen, met name de VZW Belgische Confederatie van de Autohandel en -Reparatie en van de Aanverwante Sectoren, afgekort FEDERAUTO, de VZW Groepering van Takel- en Bergingsbedrijven van België, afgekort DETABEL en de VZW Bond van de Garagisten Beroepsverenigingen. 

Ik dank U, Heren procureurs generaal, mijnheer de Federale procureur, dames en heren procureurs des Konings en dames en heren arbeidsauditeurs, mijnheer de voorzitter van het College van procureurs generaal, de heren eerste voorzitters, om te willen waken, voor ieder wat u betreft,  over de zo snel mogelijke tenuitvoerlegging van huidige omzendbrief. 

Met de meeste hoogachting, 

Namens de minister van Justitie: 

Claude Cheruy

Lid van het directiecomité

[1] Voor alle bijkomende inlichtingen kan u zich wenden tot de FOD Justitie tot mevrouw Sophie GILLOT, Attaché -  02/542.65.23. Informatie zal eveneens beschikbaar zijn op de website van het Centraal Orgaan Verbeurdverklaring, afgekort COIV – www.confiscaid.be Rubriek «Voertuigen».