Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4368

van Caroline Désir (PS) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Aanvallen met zuur

geweld
misdaad tegen de personen
lichamelijk geweld
anorganisch zuur

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
11/4/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2706

Vraag nr. 5-4368 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

November 2010 werd gekenmerkt door het proces van twee vitrioolwerpers voor het hof van assisen in Henegouwen. Deze weerzinwekkende zaak van agressie met zuur, in juni en juli 2008, op alleenstaande vrouwen om hun bezittingen te kunnen ontvreemden, is geen alleenstaand geval. Er zouden ook nog andere aanvallen met zuur gepleegd zijn op ons grondgebied, inzonderheid bij overvallen op handelszaken.

In Frankrijk is het werpen van flessen met zuur inmiddels een "spel" dat relatief veel voorkomt in de scholen in de regio van Parijs. In Groot-Brittannië wijzen de cijfers van de ziekenhuisopnames van de jongste drie jaar op een geregelde stijging van het aantal personen die behandeld worden voor aanvallen met zuur, vooral in zaken van eremisdaden. België is dus niet het enige land dat geconfronteerd wordt met dit soort agressie dat onnoemelijk leed veroorzaakt bij de slachtoffers.

Zwavelzuur en, in mindere mate zoutzuur, dat op de huid worden aangebracht, veroorzaakt brandwonden van de derde graad als de huid niet binnen de drie tot vier minuten met water wordt gewassen. Aan het oog kunnen diverse gevolgen optreden. In de minst erge gevallen ontstaat er een bindvliesontsteking, maar er kan ook erosie optreden, of zelfs een hoornvliesperforatie, staar of glaucoom en, in het ergste geval, definitieve blindheid. Dat is het geval met één van de slachtoffers van de vitrioolwerpers in Henegouwen.

Zowel verdund zwavelzuur, ook vitriool genoemd, als geconcentreerd zoutzuur zijn vrij verkrijgbaar in de handel. Iedereen kan zich die producten dus gemakkelijk aanschaffen.

Beschikt de minister over cijfers met betrekking tot het aantal klachten dat de jongste vijf jaar in België werd ingediend als gevolg van agressie met zuur?

In Frankrijk verbieden bepaalde prefecturen de verkoop van zwavelzuur en zoutzuur aan minderjarigen. Kan geen betere omkadering worden overwogen van de verkoop van dergelijke producten die zoveel schade kunnen veroorzaken aan het menselijk lichaam, bijvoorbeeld door de verkoop van geconcentreerd zuur te beperken tot vakmensen die het nodig hebben voor de uitoefening van hun beroep en door elke verkoop van gevaarlijke zuren aan minderjarigen te verbieden?

Antwoord ontvangen op 11 april 2012 :

In het licht van de antwoorden die door de bevoegde diensten werden geformuleerd – met name de Federale Politie (Directie van de operationele politionele informatie), het college van procureurs-generaal en de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, kan ik u het volgende antwoord geven:

1. De statistische analisten van het openbaar ministerie kunnen geen antwoord geven omtrent het aantal klachten voor aanvallen met zuur tijdens de voorbije vijf jaar. Het REA/TPI-systeem beschikt immers niet over een specifieke code voor dit soort agressie.

De Federale Politie heeft evenwel gegevens aangebracht waarvoor “de aantasting van de lichamelijke integriteit” met het voorwerp “drug/precursor” werd gecombineerd (bv. aceton, ether, zoutzuur, …). Het resultaat is in bijlage 1 opgenomen. De gegevens werden voor de periode 2006-2010 op nationaal niveau verzameld. Voor 2010 werd geen enkel feit geregistreerd.

2. De omkadering van de verkoop van gevaarlijke producten behoort niet tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. Voor dit punt verwijs ik u naar mijn collega van Economische Zaken.

Bijlage 1

Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit

 

2006

2007

2008

2009

2010

Drugs/précursoren

2

3

4

4

0