![]() |
![]() |
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Belgisch spoorwegnet - Pogingen tot zelfdoding - Gevolgen voor de dienstverlening
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
zelfmoord
officiële statistiek
geografische spreiding
28/12/2011 | Verzending vraag |
14/5/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-1815
In het kader van mijn werkzaamheden in de Senaat ontving ik graag een antwoord op volgende vragen:
1) Hoeveel pogingen tot zelfdoding kwamen de jongste jaren voor op het Belgische spoorwegnet? Graag kreeg ik afzonderlijke cijfers voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010, alsook een geografische opdeling. In hoeveel gevallen hadden die pogingen een dodelijke afloop? Graag kreeg ik afzonderlijke cijfers voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010, alsook een geografische opdeling.
2) Welke gevolgen ondervond de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) van die pogingen tot zelfdoding op het vlak van dienstverlening, vertragingen en afschaffing van treinen? Graag kreeg ik afzonderlijke cijfers voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010.
3) In hoeveel gevallen werd na een poging tot zelfdoding een financiële vergoeding gerecupereerd bij de persoon in kwestie of bij de nabestaanden? Wat is het gemiddelde bedrag dat de overheid geprobeerd heeft te recupereren na een poging tot zelfdoding? Graag kreeg ik afzonderlijke cijfers voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010.
1. Het bijhouden van statistieken over het aantal zelfdodingen en pogingen tot zelfdoding is een bevoegdheid van de Federale Politie.
De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-Groep beschikt echter over de volgende cijfers. In 2009 waren er 91 zelfdodingen, in 2010 84 en in 2011 101.
2. en 3. Voor het jaar 2011 heeft Infrabel 69461 minuten vertraging geregistreerd (verdeeld over 4 975 treinen) ten gevolge van zelfmoordpogingen (met of zonder overleden persoon). Daarnaast werden 1 268 treinen afgeschaft.
Het financiële verlies (in euro) van de NMBS (schade aan het rollend materieel, opgelopen vertragingen enz.) is als volgt :
1 januari .2009 tot 31 december.2009: 652 421,19 ;
1 januari 2010 tot 31 december 2010: 583 653,33 ;
1 januari 2011 tot 31 december 2011: 379 977,82 (voorlopig bedrag).
Tot op heden zijn de gerecupereerde schadebedragen (in euro) als volgt :
2009 : 434 063,93
2010 : 286 257,55
2011 : 64 970,24
De procedure voor de recuperatie van de schade is als volgt: de NMBS stuurt naar de nabestaanden van de overledene een brief om de gegevens van de verzekeraar Civiele Aansprakelijkheid te verkrijgen als die informatie niet spontaan door de familie van het slachtoffer wordt meegedeeld.
Wanneer de nabestaanden niet op die eerste brief reageren, kan per geval worden overwogen een tweede brief te sturen met een bijzondere aandacht voor de toon van die rappelbrief.
Wanneer de briefwisseling (en eventueel een rappel) aan de familie zonder gevolg blijft, stelt de NMBS een einde aan de recuperatieprocedure tegen de nabestaanden.
Als de familie of de notaris, belast met de erfenis, antwoordt :
er is geen aansprakelijkheidsverzekeraar: de NMBS gaat al dan niet verder met de recuperatie van de schade (altijd bij minnelijke schikking) na beoordeling van de verkregen elementen.
er is een verzekeraar civiele aansprakelijkheid: de recuperatieprocedure wordt voortgezet tegen de verzekeraar. Als de verzekeraar weigert op basis van een contractuele clausule: de NMBS gaat al dan niet verder met de recuperatie van de schade (altijd bij minnelijke schikking) na beoordeling van de verkregen elementen.
Wanneer de notaris die belast is met de erfenis zelf spontaan contact opneemt met de NMBS om het bedrag van de schade te vragen om het te integreren in de passiva van de erfenis, deelt de NMBS hem die mee.
Voor de dossiers die dateren voor 2011, was het beleid van de NMBS bij voorrang de familiale verzekering aan te spreken. Bij gebrek aan familiale verzekering wendde de NMBS zich tot de notaris die belast is met de regeling van de erfenis. Wanneer de erfenis de kosten niet kon dragen, besloot de NMBS de recuperatie van de schade niet verder te verhalen op de familieleden van de overledene.