Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4307

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

olie- en gasboringen ondernomen door Cyprus en dreigingen vanwege Turkije

offshoreboring
aardolie-exploratie
gasbel
Turkije
Cyprus
toetreding tot de Europese Unie
kwestie Cyprus

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
17/4/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3848

Vraag nr. 5-4307 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De internationaal erkende Cypriotische regering is ten zuiden en zuidwesten van Cyprus van start gegaan met het zoeken naar vermoedelijke gas- en olievoorraden in de oostelijke Middellandse Zee. Als EU-lid Cyprus daar mee doorgaat dreigt Turkije een conflict met Cyprus op de spits te drijven. Omdat Turkije Cyprus niet erkent, zijn de wateren waar Cyprus wil boren volgens Turkije, betwist.

Volgens de Turkse minister van Energiezaken, Taner Yilmaz, hebben de Turken die in het noorden van het eiland leven ook recht op rijkdom uit het gebied. Selim Kuneralp, de Turkse ambassadeur bij de EU, bevestigde deze visie op maandag 12 september in een interview aan EUobserver. De ambassadeur meent dat de bronnen aan de beide gemeenschappen behoren en dat zolang er geen overeenkomst over bestaat, het ongepast is om met exploratie ervan te starten.

Als reactie hierop zijn de Turken reeds begonnen zelf onderzoek te doen naar olie- en gasvoorraden. De Turkse premir Recep Tayyip Erdogan voegde daar maandag 19 september als waarschuwing aan toe dat Turkse fregatten en luchtmacht de ontwikkelingen in het gebied constant zouden controleren. Eerder al, op 15 september, verspreidde het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken een mededeling waarin het stelde dat het de rechten van noordelijk deel van Cyprus zou verdedigen indien Cyprus doorgaat met de boringen.

In de Grieks-Cypriotische pers werd opgetekend dat de Griekse regering tijdens een kabinetsvergadering zou gesteld hebben om niet in het conflict tussenbeide te komen, tenzij het Cypriotisch territorium in gevaar zou zijn.

Turkije richtte zich ook rechtstreeks tot de Europese Unie. De Turkse minister Egemen Bagis zei dat Europa fout is wanneer het denkt dat het aan deze bronnen kan geraken door Turkije te omzeilen.

De Europese Commissie riep Turkije vervolgens op om zich van dreigementen te onthouden en spoorde beide partijen aan tot terughoudendheid.

Geachte minister,

- Kan u bevestigen dat Turkije deze dreigingen ten aanzien van Cyprus bij monde van verscheidene Turkse ministers en de Turkse premier heeft geuit?

- Kan u de geloofwaardigheid/gevolgen van deze bedreigingen inschatten?

- Vreest u dat - bij verdere gasboringen door Cyprus in door Turkije betwiste gebieden - Turkije zal overgaan tot een militair ingrijpen?

- Werd deze zaak reeds op Raadsniveau besproken? En welke conclusies werden er getrokken?

- Wat zijn de gevolgen van deze bedreigingen voor de toetreding van Turkije tot de Europese Unie?

Antwoord ontvangen op 17 april 2012 :

België maakt zich ongerust over het opnieuw oplaaien van spanningen tussen Turkije en Cyprus over de gas- en petroleumreserves in het oostelijk deel van de Middellandse zee en betreurt de verklaringen van de Turkse regering hieromtrent.

Deze kwestie werd inderdaad besproken door de Raad van de Europese Unie. De Raad Algemene Zaken van 5 december jongstleden heeft de volgende conclusies aangenomen, die een duidelijke boodschap aan Turkije bevatten:

“In overeenstemming met het onderhandelingskader en met eerdere conclusies van de Europese Raad en de Raad, onderstreept de Raad dat Turkije zich ondubbelzinnig dient in te zetten voor goed nabuurschap en voor de vreedzame regeling van geschillen, conform de bepalingen van het Handvest van de Verenigde Naties. Indien nodig kan hiertoe een beroep gedaan worden op het Internationaal Gerechtshof. In deze context verklaart de Unie ernstig bezorgd te zijn en wijst zij erop dat het belangrijk is dat elke soort bedreiging of maatregel tegen een lidstaat, elke bron van wrijvingen of maatregel die afbreuk kan doen aan de betrekkingen van goed nabuurschap of de vreedzame regeling van geschillen kan bemoeilijken, wordt vermeden. Voorts wijst de EU opnieuw nadrukkelijk op alle soevereine rechten van de EU-lidstaten, waaronder het sluiten van bilaterale overeenkomsten, de exploratie en exploitatie van hun natuurlijke rijkdommen overeenkomstig het EU-acquis en het internationaal recht, met inbegrip van het VN-Verdrag inzake het recht van de zee.”

Wat de eventuele gevolgen van deze bedreiging op het onderhandelingsproces betreffen, noteer ik dat de Europese Raad al meermaals herhaald heeft dat regionale samenwerking en goede nabuurschaprelaties essentiële elementen van het proces uitmaken. Bijgevolg werd in de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 5 december andermaal herhaald dat de vooruitgang van de toetredingsonderhandelingen met Turkije met name schatplichtig is aan het respect voor de eisen van het onderhandelingskader. Het onderhouden van goede relaties met de buurlanden is daarbinnen een essentieel criterium.