![]() |
![]() |
Wilsverklaringen inzake euthanasie - Aantallen - Analyse van de beschikbare gegevens
euthanasie
officiële statistiek
geografische spreiding
leeftijdsverdeling
verdeling naar geslacht
23/12/2011 | Verzending vraag |
18/3/2013 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2744
Een wilsverklaring euthanasie biedt een individu de mogelijkheid om te verzoeken dat, indien hij of zij niet meer in staat is tot wilsuiting, een arts euthanasie kan toepassen als voldaan is aan de voorwaarden vastgesteld in de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie.
Sinds september 2008 kan een burger een dergelijke schriftelijk verzoek bij de gemeente laten registreren. De verklaring wordt dan via de diensten van het rijksregister aan de betrokken artsen meegedeeld.
Enige tijd geleden berichtten de media dat, in februari 2011, 24.046 Belgen over een voorafgaande wilsverklaring voor euthanasie beschikten.
Aangezien de informatie voorhanden is, is een meer diepgaande analyse van de data mogelijk.
Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen:
1) Wat is de leeftijdspiramide van het aantal individuen met een positieve wilsverklaring euthanasie sinds 2003? Het betreft hier een wilsverklaring waarbij de persoon vraagt dat, indien hij niet meer in staat is tot een wilsuiting, de arts euthanasie toepast. Graag kreeg ik hierbij een opsplitsing per jaar, per gewest en per geslacht.
2) Wat is de leeftijdspiramide van het aantal individuen die hun wilsverklaring euthanasie sinds 2003 introkken? Graag kreeg ik hierbij een opsplitsing per jaar, per gewest en per geslacht.
3) Wat is de leeftijdspiramide van het aantal individuen die hun wilsverklaring euthanasie sinds 2003 hernieuwden? Het betreft hier de verplichte hernieuwing om de vijf jaar, waarbij men het voorafgaande verzoek herhaalt. Graag kreeg ik hierbij een opsplitsing per jaar, per gewest en per geslacht.
4) Wat is de leeftijdspiramide van het aantal individuen die hun wilsverklaring euthanasie sinds 2003 herzagen? Het gaat hier om de omzetting van een negatieve in een positieve wilsverklaring, of van een positieve in een negatieve wilsverklaring.
Graag kreeg ik hierbij een opsplitsing per jaar, per gewest en per geslacht.
5) Welk aandeel van de individuen met een wilsverklaring euthanasie zijn inmiddels overleden? Wat is hierbij de gemiddelde periode tussen de datum waarop de wilsverklaring werd gedagtekend en het tijdstip van overlijden? Graag kreeg ik hierbij een opsplitsing per gewest en per geslacht.
6) Welk aandeel van de individuen met een wilsverklaring euthanasie zijn inmiddels met behulp van euthanasie overleden? Graag kreeg ik hierbij een opsplitsing per gewest.
7) Waar was de plaats van het overlijden (ziekenhuis, rust- en verzorgingshuis, thuis, andere) van de individuen met een wilsverklaring euthanasie, en wier overlijden te wijten was aan euthanasie? Graag kreeg ik hierbij een opsplitsing per gewest.
De wilsverklaring bedoeld in artikel 4 van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en opgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 2 april 2003 houdende vaststelling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt opgesteld, herbevestigd, herzien of ingetrokken, kan worden geregistreerd bij het gemeentebestuur van de woonplaats van de persoon waarop de verklaring betrekking heeft. Het dient vermeld te worden dat het een facultatief systeem van registratie betreft: een wilsverklaring is met andere woorden eveneens geldig indien geen gebruik wordt gemaakt van de beschreven mogelijkheid tot registratie. Dientengevolge zijn de gegevens uiteengezet in dit antwoord niet uitvoerig. De geleverde analyse bedekt alleen de wilsverklaringen die werden geregistreerd volgens het koninklijk besluit van 27 april 2007 tot regeling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt geregistreerd en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld.
In dit kader en op 31 juli 2012, ten opzichte van de gestelde vragen, kunnen de volgende antwoorden gegeven worden :
1. Betreffende het aantal initiële wilsverklaringen inzake euthanasie geregistreerd bij het gemeentebestuur:
35 aangevers zijn jonger dan 20 jaar, 840 zijn tussen 20 en 39 jaar, 8 802 zijn tussen 40 en 59 jaar, 24 582 zijn tussen 60 en 79 jaar en 6 876 zijn 80 jaar of meer.
4 initiële wilsverklaringen zijn opgesteld in 2003, 13 in 2004, 73 in 2005, 105 in 2006, 184 in 2007, 3 365 in 2008, 10 698 in 2009, 9 302 in 2010, 10 939 in 2011 en 6 452 in 2012.
31 192 wilsverklaringen zijn opgesteld in het Vlaams Gewest, 7 647 in het Waals Gewest en 2 296 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
15 614 wilsverklaringen zijn opgesteld door mannen en 25 121 door vrouwen.
2. Betreffende het aantal intrekkingen van wilsverklaringen inzake euthanasie geregistreerd bij het gemeentebestuur:
Geen enkele persoon jonger dan 20 jaar, 6 tussen 20 en 39 jaar, 28 tussen 40 en 59 jaar, 53 tussen 60 en 79 jaar en 16 ouder dan 80 jaar.
Geen intrekking is genoteerd in 2003, 2 intrekkingen in 2004, geen intrekking in 2005, één intrekking in 2006, 2 intrekkingen in 2007, 30 in 2008, 27 in 2009, 21 in 2010, 13 in 2011 en 7 in 2012.
56 intrekkingen zijn opgesteld in het Vlaams Gewest, 41 in het Waals Gewest en 6 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
37 intrekkingen van wilsverklaringen zijn opgesteld door mannen en 66 door vrouwen.
3. Betreffende het aantal herbevestigingen van wilsverklaringen inzake euthanasie geregistreer bij het gemeentebestuur :
Geen enkele melding onder de 20 jaar, 2 tussen 20 en 39 jaar, 61 tussen 40 en 59 jaar, 180 tussen 60 en 79 jaar en 49 van 80 jaar en meer.
1 herbevestiging is opgesteld in 2003, 1 herbevestiging is opgesteld in 2004, 10 in 2005, 21 in 2006, 18 in 2007, 28 in 2008, 65 in 2009, 36 in 2010, 72 in 2011 en 40 in 2012.
216 herbevestigingen zijn opgesteld in het Vlaams Gewest, 69 in het Waals Gewest en 7 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
110 herbevestigingen van wilsverklaringen zijn opgesteld door mannen en 182 door vrouwen.
4. Betreffende het aantal herzieningen van wilsverklaringen inzake euthanasie geregistreerd bij het gemeentebestuur :
Geen enkele melding onder de 20 jaar, 46 tussen 20 en 39 jaar, 438 tussen 40 en 59 jaar, 1275 tussen 60 en 79 jaar en 381 van 80 jaar en meer.
Geen enkele herziening is opgesteld in 2003, 7 herzieningen zijn opgesteld in 2004, 25 in 2005, 44 in 2006, 74 in 2007, 364 in 2008, 729 in 2009, 336 in 2010, 386 in 2011 en 175 in 2012.
1 488 herzieningen zijn opgesteld in het Vlaams Gewest, 487 in het Waals Gewest en 165 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
774 herzieningen van wilsverklaringen zijn opgesteld door mannen en 1 366 door vrouwen.
5. Tien personen die een wilsverklaring inzake euthanasie hadden ingediend, zijn inmiddels overleden. De gemiddelde periode tussen het opstellen van de wilsverklaring inzake euthanasie en het overlijden is 64 dagen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de gemiddelde periode tussen het opstellen van de wilsverklaring inzake euthanasie en het overlijden 45 dagen. Zeven verklaringen waren in het Vlaams Gewest opgesteld met een gemiddelde periode van 75 dagen. Twee verklaringen waren in het Waals Gewest opgesteld met een gemiddelde periode van 34 dagen. Vijf wilsverklaringen waren door mannen opgesteld met een gemiddelde periode tussen het opstellen van de wilsverklaring inzake euthanasie en het overlijden van 52 dagen. Vijf wilsverklaringen waren door vrouwen opgesteld met een gemiddelde periode tussen het opstellen van de wilsverklaring inzake euthanasie en het overlijden van 76 dagen.
6. De Federale Controle- en Evaluatiecommissie publiceert een tweejaarlijks rapport aan de wetgevende kamers. Het eerste rapport omvat een periode van 22 september 2002 tot 31 december 2003. Op basis van deel 1 van deze rapporten (een statistisch verslag gebaseerd op de informatie uit het tweede deel van het registratiedocument) kunnen we concluderen dat, tussen 22 september 2002 en 31 december 2002, geen euthanasie toegepast is op basis van een voorafgaande wilsverklaring. In 2003 is één euthanasie toegepast op basis van een voorafgaande wilsverklaring, 5 in 2004, 8 in 2005, 17 in 2006, 9 in 2007, 14 in 2008, 22 in 2009, 24 in 2010 en 25 in 2011.
7. De rapporten van de commissie voorzien ook een verdeling per plaats van overlijden:
Ziekenhuis: 140 euthanasie op de 259 toegepaste tussen 22 september 2002 en 31 december 2003, 195 op 349 in 2004, 203 op 393 in 2005, 225 op 429 in 2006, 234 op 495 in 2007, 331 op 704 in 2008, 359 op 822 in 2009, 428 op 953 in 2010 en 507 op 1133 in 2011.
Thuis : 106 euthanasie op de 259 toegepaste tussen 22 september 2002 en 31 december 2003, 132 op 349 in 2004, 159 op 393 in 2005, 180 op 429 in 2006, 234 op 495 in 2007, 303 op 704 in 2008, 375 op 822 in 2009, 441 op 953 in 2010 en 503 op 1 133 in 2011.
RVT : 12 euthanasie op de 259 toegepaste tussen 22 september 2002 en 31 december 2003, 15 op 349 in 2004, 22 op 393 in 2005, 16 op 429 in 2006, 22 op 495 in 2007, 55 op 704 in 2008, 61 op 822 in 2009, 60 op 953 in 2010 en 101 op 1 133 in 2011.
Andere: 1 euthanasie op de 259 toegepaste tussen 22 september 2002 en 31 december 2003, 7 op 349 in 2004, 9 op 393 in 2005, 8 op 429 in 2006, 5 op 495 in 2007, 15 op 704 in 2008, 27 op 822 in 2009, 24 op 953 in 2010 en 22 op 1 133 in 2011.