Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4222

van Lieve Maes (N-VA) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Gewestelijk ExpressNet (GEN) - Afgewerkte delen - Invloed op het aantal reizigers

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
openbaar vervoer
officiële statistiek

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
19/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-759

Vraag nr. 5-4222 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Gewestelijk ExpressNet (GEN) is een ambitieus meerjarenproject van de NMBS-groep dat moet resulteren in het opvangen van de verwachte verkeerstoename en het afremmen van het gebruik van de auto. Ook het milieu zou op deze manier meer ademruimte moeten krijgen.

Alhoewel het volledige project nog lopende is, zijn sinds enkele jaren de werken in het kader van het GEN-project aan de lijnen 36 (naar Leuven) en 96 (naar Halle) voltooid. Het aantal sporen op deze lijnen is van twee naar vier gegaan, waardoor er toch al een positieve invloed van de uitgevoerde werken merkbaar zou moeten zijn. Zo kan er verwacht worden dat de reizigersaantallen op deze lijnen relatief sneller gestegen zijn dan op de rest van het Belgische spoornet.

Daarom ook deze vragen:

1. Wat is de evolutie van de reizigersaantallen op lijn 36 van 2005 tot heden? Graag kreeg ik een opsplitsing per station.

2. Wat is de evolutie van de reizigersaantallen op lijn 96 van 2005 tot heden? Graag kreeg ik een opsplitsing per station.

3. Wat zijn de prognoses voor de reizigersaantallen voor de volgende jaren op deze lijnen? Hoe staan die in relatie tot de algemene prognoses voor de reizigersaantallen voor het volledige spoornet?

4. Zijn er nog randvoorwaarden onvervuld waardoor deze evolutie zich nog niet ten volle zou kunnen doorzetten (zoals toegangswegen, busaansluitingen, parkings, …)?

Antwoord ontvangen op 19 maart 2012 :

1. en 2. Het aantal reizigers op lijn 36 (tussen Leuven en Brussel) en op lijn 96 (tussen Braine-le-Comte en Brussel) is jaarlijks gemiddeld gestegen met 3,5% tot 4,5%. Deze groei beantwoordt aan de in het Beheerscontract vastgelegde groeidoelstellingen van 3,8% gemiddelde jaarlijkse groei.

3.   Volgens de GEN-studie, artikel 13 van de GEN-overeenkomst, die gestuurd wordt door de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer, zal het marktaandeel van het openbaar vervoer (trein, tram, bus, metro) in de GEN-zone stijgen van 26,9% naar 35,1%.

4.   In het kader van de GEN-ontwikkeling stemmen NMBS en de regionale openbaar vervoerders De Lijn, MIVB en TEC hun aanbod op elkaar af en worden een aantal intermodale overstapknooppunten gedefinieerd en gecertificeerd.

De toegang naar de stations is van groot belang om de groei van reizigers te kunnen opvangen. Daarom is er bij alle GEN-projecten veel aandacht besteed aan de inrichting van de stationsomgevingen en de aansluiting met het openbaar vervoer.

Op de lijn 36 is bijvoorbeeld de toestand inzake de capaciteit van autoparkeerplaatsen en fietsenstallingen is als volgt:

·         Herent: 225 autoparkeerplaatsen, 88 fietsenstallingen

·         Veltem: 228 autoparkeerplaatsen, 120

·         Erps-Kwerps: 52 autoparkeerplaatsen, 60 fietsenstallingen

·         Kortenberg: 50 autoparkeerplaatsen, 103 fietsenstallingen

·         Nossegem: 58 autoparkeerplaatsen, 72 fietsenstallingen

·         Zaventem: 259 autoparkeerplaatsen, 404 fietsenstallingen

·         Diegem: 33 autoparkeerplaatsen, 166 fietsenstallingen

·         Ruisbroek: 133 autoparkeerplaatsen, 57 fietsenstallingen

·         Lot: 112 autoparkeerplaatsen, 26 fietsenstallingen

·         Buizingen: 63 autoparkeerplaatsen, 16 fietsenstallingen

·         Halle: 718 autoparkeerplaatsen, 604 fietsenstallingen

·         Lembeek: 109 autoparkeerplaatsen, 26 fietsenstallingen.