Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4211

van Louis Ide (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Aids - Follow-up van patiënten in het buitenland - Erkenning van het referentiecentrum te Brugge

aids

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
22/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3695

Vraag nr. 5-4211 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik heb over dit onderwerp in de vorige zittingsperiode reeds de schriftelijke vragen nrs. 4-4473 en 4-5276 gesteld. Tot op heden heb ik van de bevoegde minister echter nog geen antwoord mogen ontvangen.

De hiv(human immunodeficiency virus)-zorg in België is - terecht - gecentraliseerd in een aantal ARC's (aidsreferentiecentra) die meestal gekoppeld zijn aan een ARL (aidsreferentielaboratorium). In Vlaanderen zijn er vier erkende ARC's: ITG Antwerpen, KU Leuven, UZ Gent, UZ VUB. Leuven heeft een consultfunctie in Genk.

Volgens mijn informatie gaan ook heel wat Vlaamse hiv-patiënten op consultatie in Tourcoing (voornamelijk West-Vlamingen). Ik heb daar echter geen objectieve cijfers over. Misschien doet hetzelfde fenomeen zich ook voor in andere grensstreken, doch de West-Vlaamse casus is me het meest bekend.

Historisch wordt ook een vrij grote cohorte hiv-patiënten in Brugge gevolgd (momenteel ongeveer tweehonderdtwintig, met nog een veertigtal bijkomende patiënten die door Brugge op andere locaties worden gevolgd). Hiermee volgt AZ Sint-Jan Brugge meer dan de helft van het cumulatief aantal geregistreerde hiv-patiënten in West-Vlaanderen. De erkenning is in de tijd nooit aangevraagd omdat toen niet aan de eisen werd voldaan (meer dan vijftig patiënten, psycholoog, verpleegster, diëtiste), maar sinds enkele jaren voldoet men er wel aan. Daarom werd de erkenning aangevraagd in 2006.

1) Kan de minister cijfers geven over de aantallen Belgen, Vlamingen, Walen, Brusselaars die de hiv-zorg opzoeken in het buitenland? Zo neen, is zij van plan dit in kaart te brengen (kan immers interessant zijn), ook per centrum (in het buitenland)?

2) Ondanks een voldoend aantal hiv-patiënten wordt het ARL-ARC in Brugge voorlopig (sinds 2006) niet erkend. Wat is de rationale daarvoor? Overweegt de minister een aanpassing en bijgevolg een erkenning?

Antwoord ontvangen op 22 maart 2012 :

1. Ik heb geen gegevens over in België wonende human immunodeficiency virus (HIV)-patiënten die HIV-zorg in het buitenland opzoeken. Ik kan uw eerste vraag dus niet beantwoorden. Gelet op de budgettaire context, zijn op dit ogenblik geen initiatieven gepland om ter zake een registratie op te zetten.

2. De term “referentiecentrum” houdt inherent in dat het slechts om een beperkt aantal centra kan gaan die zeer gespecialiseerd zijn in de pathologie waarvoor ze als derdelijnsreferentiecentrum fungeren.

Een AIDS-referentiecentrum zou dan ook moeten gespecialiseerd zijn in alle aspecten van de HIV-problematiek en daarom bij voorkeur over meerdere geneesheren-specialisten moeten beschikken die samen de verschillende subspecialisaties van de HIV-problematiek (onder meer HIV en zwangerschap, kinderen met HIV, multiresistente patiënten, enz.) omvatten en die samen over de meest aangewezen behandeling kunnen overleggen.

Momenteel werkt het college van geneesheren-directeurs, dat ingesteld is bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), aan een aanpassing van de overeenkomst met de AIDS-referentiecentra. Het gaat er voornamelijk om duidelijker te omschrijven wat men van een referentiecentrum verwacht.

Er zal ook rekening mee gehouden worden dat er naast de huidige referentiecentra ziekenhuizen zijn die inzake de begeleiding van HIV-patiënten een belangrijke activiteit ontwikkeld hebben, zonder dat die ziekenhuizen altijd over meerdere geneesheren -specialisten in de HIV-problematiek beschikken.

In het kader van de uitwerking van die nieuwe overeenkomst zouden die ziekenhuizen de mogelijkheid kunnen worden geboden om als plaatselijke antenne van een AIDS-referentiecentrum te worden beschouwd. Hierdoor zouden die ziekenhuizen over een deel van de voordelen van de AIDS-overeenkomst kunnen beschikken.