Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4202

van Louis Ide (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de eindverantwoordelijkheid in de glycemiebepaling

medische diagnose
bloedziekte
klinische biologie

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
22/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3683

Vraag nr. 5-4202 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Glycemiebepaling en POCT glycemiebepaling is een beslissingsproces met enorm veel betrokken artsen. Vanuit eigen ervaring als klinisch bioloog destilleer ik binnen een ziekenhuis vijf betrokken spelers:

* directie en beheer

* diabetes verpleegkundigen

* endocrinologen en andere internisten

* klinisch biologen

* kwaliteitscel

Gezien de moeilijkheidsgraad van deze materie is het belangrijk die schakel in dit proces aan te duiden die juridisch gezien de eindverantwoordelijkheid in deze behandeling draagt. Sommige ziekenhuizen hebben POCT ook al serieus ingeperkt aangezien de toestellen slecht/niet frequent gebruikt worden in de hoop problemen of foute metingen te vermijden. Dat kan u eenvoudig verifiėren door de resultaten van QC's van het WIV op te vragen.

Wie draagt juridisch gezien de uiteindelijke verantwoordelijkheid in de glycemie bepaling en de POCT glycemie bepaling? Is dit nog steeds de klinisch bioloog?

Wat is de juridische stand van zaken voor wat betreft de glycemie bepaling extra-muros? Hoe staat het hier met de kwaliteitscontrole; Qc en eQc eindverantwoordelijkheid,…?

Antwoord ontvangen op 22 maart 2012 :

De laatste jaren is in de ziekenhuizen het aantal zogenaamde POCT- testen toegenomen.

In de Commissie Klinische Biologie zijn hiervoor een reeks aanbevelingen gegeven, enerzijds om dit alles reglementair te laten verlopen en anderzijds om de kwaliteit van deze testen te waarborgen en te verbeteren.

De commissie geeft aanbevelingen met betrekking tot de organisatie en het onderhoud van de POCT, in het bijzonder van de glucosemeters. Het lab speelt een centrale rol in het beheer van de glucosemeters: dit betreft de keuze van de apparatuur en het onderhoud ervan, de interne en externe kwaliteitscontroles, de opleiding en de begeleiding van het betrokken personeel.

Concreet stelde de commissie Klinische Biologie de Nationale Raad van Ziekenhuisvoorzieningen enkele wijzigingen voor, die daarover in september 2011 advies heeft uitgebracht (NRZV/D/401-2). In dit advies worden aanpassingen voorgesteld aan het koninklijk besluit van 15 december 1987 en aan het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd. Er wordt nog in een aanpassing van het koninklijk besluit van 3 december 1999 voorzien, voornamelijk met betrekking tot de definitie van de gedecentraliseerde tests en de verantwoordelijkheid van de directeur van het laboratorium klinische biologie. De Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid is belast met deze aanpassingen van de regelgeving, die op korte termijn zouden moeten worden uitgevoerd.