Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4195

van Louis Ide (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Thuisverpleging - Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Uitgaven

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
thuisverzorging
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
8/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3289

Vraag nr. 5-4195 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit eerder gestelde schriftelijke vragen 4-563 , 4-2295 en 4-5250 blijkt dat thuisverpleging in Vlaanderen bijzonder populair is. Deze vraag peilt naar een update van de uitgaven van de Rijksdienst voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) aan thuisverpleging.

Graag had ik van de minister dan ook volgende info verkregen:

1) Hoeveel bedroegen de RIZIV-uitgaven voor thuisverpleging voor 2009, 2010 en de eerste helft van 2011?

2) Kan de geachte minister de cijfers uit vraag 1 ook opsplitsen per gewest?

Antwoord ontvangen op 8 februari 2012 :

In antwoord op uw vraag, vindt u in bijlage 1 de tabel met de uitgaven voor de jaren 2009, 2010 en het eerste semester van 2011, uitgesplitst per regio. Het gaat om geboekte gegevens met betrekking tot de verpleegkundige zorg aan huis.

In bijlage 2 wordt een algemene opmerking opgenomen betreffende de betekenis en de draagwijdte van de hier meegedeelde regionale gegevens.

Bijlage 1

Tabel 1. Geboekte uitgaven 2009, 2010 en het eerste semester 2011 per gewest met betrekking tot de verpleegkundige zorg aan huis.

Regionale verdeling op basis van woonplaats van de rechthebbende.

Gewest

Uitgaven 2009

Uitgaven 2010

Uitgaven eerste semester 2011

Vlaanderen

629 279 239,22

664 905 774,35

340 800 836,11

Wallonië

321 355 831,61

335 584 757,37

176 999 513,24

Brussel hoofdstad

42 340 467,69

43 737 180,74

22 995 716,78

Onverdeeld

335 330,12

417 969,60

262 570,60

Totaal

984 310 868,64

1 044 645 682,06

541 058 636,73

Bijlage 2 

Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende 

De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio. 

Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot:

- de leeftijdstructuur en het geslacht;

- de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling;

- de aanwezigheid van actieven, invaliden, weduwen en wezen, … (de zogenaamde sociale stand). 

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio. 

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) heeft een rapport gepubliceerd met een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling). Dit rapport is beschikbaar op de website van het RIZIV.