Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4182

van Louis Ide (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Permanente audit - Ziekte van Lyme - Stijging uitgaven - Luxemburg

infectieziekte
provincie Luxemburg
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
5/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3270

Vraag nr. 5-4182 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit de permanente audit 2010 blijkt dat voor wat betreft de infectieuze serologie de uitgaven met 0.9% dalen. Het aantal gevallen neemt af met 2.5%. Op zich is het bemoedigend dat er bespaard wordt maar de ratio besparing ten opzichte van de daling van gevallen doet vermoeden dat er nog plaats voor verbetering is.

Opvallend in de cijfers is de stijging van de uitgaven ten opzichte van het budget voor wat betreft de ziekte van Lyme. Op 01/04/2008 werd de maatregel ziekte van Lyme ingevoerd. Men schatte de meerkost voor de uitgaven toen op 54 000 euro. De uitgaven 2009 bedroegen 540 000 euro wat volgens de audit een verdubbeling betekent ten opzichte van 2007. In 2010 stegen de uitgaven tot 568 000 euro terwijl de gevallen lichtjes daalden.

Tegelijk merken we dat het aantal gevallen in 2010 in Wallonië hoger ligt dan in Vlaanderen. Meer specifiek ligt de incidentie in de provincie Luxemburg tot 5 maal hoger in vergelijking met Vlaamse provincies. Dit kan perfect te verklaren zijn omwille van de aanwezigheid van de teek in de Ardennen. Doch dat de uitgaven nu plots zo stijgen doen me de vraag rijzen of dit wel de oorzaak is. Heeft het te maken met duurdere confirmatietests? Met iets anders?

Om een beter zicht te krijgen op de situatie had ik van u graag volgende cijfers gekregen:

1) Hoeveel gevallen werden geregistreerd in 2007, 2008, 2009, 2010 en het eerste semester van 2011? Deze cijfers graag uitgesplitst per gewest en in absolute aantallen.

2) Hoeveel bedroegen de geboekte uitgaven voor de ziekte van Lyme in 2007, 2008, 2009, 2010 en de eerste heft van 2011? Deze cijfers graag opgesplitst in uitgaven per gewest.

3) Wat is de verklaring voor de zo plots gestegen uitgaven?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

In antwoord op uw vraag vindt u : 

Bijlage 1

- in de tabellen 1 en 2: de geboekte uitgaven klinische biologie voor de screeningtests voor de ziekte van Lyme en de gevallen voor de jaren 2007 - 2010 en het eerste semester 2010 en 2011, opgesplitst per nomenclatuurcodenummer.

- In de tabellen 3 en 4: uitsplitsing over de gewesten voor de jaren 2007 - 2010 en het eerste semester 2010 en 2011.

- In tabel 5 vindt u de honoraria per prestatiecode.  

Bijlage 2: algemene opmerking betreffende de betekenis en de draagwijdte van de hier meegedeelde regionale gegevens. 

De evolutie van het aantal aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging gefactureerde tests en van de kosten die deze tests meebrengen, kan worden verklaard door de epidemiologische gegevens. Het aantal gevallen van de ziekte van Lyme is tussen 1999 en 2010 verdubbeld. De epidemiologische gegevens wijzen op een beduidende toename van de incidentie in de arrondissementen Leuven, Turnhout en Hasselt. De incidentie is hoog in de arrondissementen Neufchâteau, Aarlen, Virton en Bastenaken. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) heeft een lichte daling van de incidentie waargenomen in 2010, wat hoofdzakelijk wordt verklaard door een daling die in Wallonië is vastgesteld. Tabel 4 (Aantal verstrekkingen 2007-2010, regionale uitsplitsing) geeft dezelfde evolutie weer: daling van het aantal verstrekkingen in Wallonië en Brussel. 

Een sensibilisering van de artsen en van de bevolking over die infectie en haar gevolgen kan een verklaring zijn voor de toename van het aantal gevallen die sinds 6 à 7 jaar wordt waargenomen, en dus ook voor de toename van de toepassing van die verstrekking. Er is een informatiebrochure beschikbaar op de website van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. De epidemiologische informatie over de ziekte van Lyme is beschikbaar op de website van het WIV: www.wiv-isp.be /epidemio/labo.  

De hoge incidentie in de arrondissementen Neufchâteau, Aarlen, Virton en Bastenaken wordt verklaard door de grote aanwezigheid van bossen: in een gematigd klimaat gebeurt de besmetting bijna altijd als men door een bos of de heide loopt of langs boswegen, soms in tuinen, in bosrijk gebied of ander natuurlijk of seminatuurlijk milieu, rijk aan grassen en aan kleine of grote zoogdieren. 

De stijging van de incidentie van de ziekte van Lyme doet zich niet alleen in België voor: dezelfde tendens wordt waargenomen in de verschillende landen van West- en Centraal-Europa, van Noord-Amerika en zelfs van Afrika; het is een ziekte die snel evolueert. Verschillende ecologische en omgevingsfactoren worden aangehaald om de snelle evolutie van die ziekte te verklaren: fragmentatie van de landschappen, verstoring van het micro- en macroklimaat, verandering van de fauna, enz.

Annexe 1

Bijlage 1 

Tableau 1: Maladie de Lyme - Dépenses 2007-2010 et premiers semestres 2010 et 2011

Tabel 1: Ziekte van Lyme - Uitgaven 2007-2010 en eerste semester 2010 en 2011  

Tableau 2: Maladie de Lyme - Cas 2007-2010 et premiers semestres 2010 et 2011

Tabel 2: Ziekte van Lyme - Gevallen 2007-2010 en eerste semester 2010 en 2011  

Tableau 3: Dépenses Maladie de Lyme 2007 - 2010 et premiers semestres 2010 et 2011

Répartition régionale sur base du domicile du patient

Tabel 3: Uitgaven Ziekte van Lyme 2007 - 2010 en eerste semester 2010 en 2011

Regionale verdeling op basis van de woonplaats van de patiënt 

Tableau 4: Nombre de prestations 2007 - 2010 et premier semestre 2010 et 2011

Répartition régionale sur base du domicile du patient

Tabel 4: Aantal vertrekkingen 2007 - 2010 en eerste semester 2010 en 2011

Regionale verdeling op basis van de woonplaats van de patiënt 

Tableau 5: Honoraires 2007-2011

Tabel 5: Honoraria 2007-2011 

Annexe 2

Bijlage 2 

Dépenses, cas et coûts régionaux par bénéficiaire 

Les dépenses régionales, les bénéficiaires et coûts par bénéficiaire qui sont communiqués ici sont des dépenses régionales, cas et coûts non-standardisés. Ils sont obtenus en divisant simplement les dépenses pour une certaine région par le nombre de bénéficiaires d'une région déterminée.  

Ces dépenses régionales, bénéficiaires et coûts non-standardisés ne tiennent pas compte des éventuelles caractéristiques spécifiques d'une région déterminée concernant :

- la structure d'âge et le sexe ;

- la présence d'assurés ayant un régime préférentiel ;

- la présence d'actifs, d'invalides, veuves et orphelins, etc. (le statut social). 

Ces remarques spécifiques pour une certaine région constitueront une source de différences avec les dépenses, cas et coûts des autres régions mais ces différences doivent être objectivées avec les caractéristiques spécifiques de cette région déterminée.  

L'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) a publié un rapport concernant la standardisation des données de dépenses pour l'année 2006 sur la base de l'âge, du sexe et du statut social (y compris le régime préférentiel). Ce rapport est disponible sur le site Web de l’INAMI. 

Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende 

De regionale uitgaven, de rechthebbenden en de kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde gegevens. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal rechthebbenden van een bepaalde regio. 

Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, rechthebbenden en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot:

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio. 

Het RIZIV heeft een rapport gepubliceerd met een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling). Dit rapport is beschikbaar op de website van het RIZIV.