Federale gerechtelijke politie - Forensisch onderzoek - Diensten - Activiteiten - Cijfers
gerechtelijk onderzoek
gerechtelijk vooronderzoek
persoonlijke gegevens
biometrie
DNA
gerechtelijke politie
Algemene Nationale Gegevensbank (Politie)
criminologie
forensische geneeskunde
officiële statistiek
misdaadbestrijding
23/12/2011 | Verzending vraag |
26/10/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3342
Naast forensisch onderzoek in Justitie, zit er een niet onbelangrijk deel onder de bevoegdheid van de politie. Zo is de Directie van de technische en wetenschappelijke politie (TWP) één van de zes directies van de Federale gerechtelijke politie. Zij staat in voor het beleid inzake forensische materies.
Om het forensisch onderzoek in het algemeen in kaart te brengen, had ik dan ook graag volgende informatie gehad omtrent haar diensten:
1) Het LABO :
a. Het LABO coördineert de middelen van de laboratoria van de TWP en maakt ze eenvormig. Graag had ik de cijfers gekregen op jaarbasis, sinds 2008, van welke middelen zij aan de laboratoria doorsturen, hoe groot de bevoorrading is van elke soort per labo (geografisch), en hoe de concrete coördinatie hiervan verloopt.
b. Zijn er überhaupt gegevens beschikbaar over de interne werking van dit LABO (organigram personeel, enz.)?
2) Gerechtelijke identificatie (GID): deze dienst beheert de nationale gegevensbank van de gerechtelijke vingerafdrukken :
a. Kan de geachte minister mij cijfers geven over hoeveel datagegevens er in de sectie DECA zijn opgeslagen, en dit sinds 2008, per jaar?
b. Kan zij mij cijfers geven over hoeveel datagegevens er in de sectie MONO zijn opgeslagen, en dit sinds 2008, per jaar?
c. In 2010 werd het systeem APFIS aangeschaft, dat naast de vinderafdrukken ook de handpalmafdrukken opslaat. Hoeveel handpalmafdrukken bevat dit systeem intussen?
d. Zijn er cijfers beschikbaar per gerechtelijk arrondissement of per politiezone?
e. Momenteel zouden er een 168 politiediensten (lokaal en federaal) uitgerust zijn met een Live Scan. Welke politiediensten beschikken hier nog niet over?
f. Hoeveel aanvragen vanuit het buitenland heeft de GID al ontvangen om vinger- en handpalmafdrukken uit te wisselen, en dit sinds 2008?
g. Hoeveel identificaties zijn er geweest per jaar sinds 2008, desgevallend opgesplitst in vinger- en handpalmafdruk?
3) Audiolaboratorium en videolaboratorium :
a. Zijn er cijfers beschikbaar over het aantal onderzoeken die er jaarlijks gebeuren, uitgesplitst in kopieën van audioberichten, verbeteren van de kwaliteit van de geluidsopnames (filtering), analyse van de opname en de analyse van de stem? In hoeveel van deze gevallen werd hierdoor materieel bewijs verkregen?
b. Zijn er cijfers beschikbaar over het aantal onderzoeken die er jaarlijks gebeuren, uitgesplitst in algemene analyse van de opname van een videosignaal, verbetering van de kwaliteit en de extractie van stilstaande beelden uit het behandelde video-informatie, wedersamenstelling van beschadigde dragers? In hoeveel van deze gevallen werd hierdoor materieel bewijs verkregen?
4) Research & Development (R&D) en Quality Assurance :
a. Welke concrete stappen zette deze dienst om de politiemensen meer vertrouwd te maken met het forensisch onderzoek? Wordt deze ook ingeschakeld in de opleidingen van de politiemensen?
b. Hoeveel internationale aanvragen voor DNA-vergelijking zijn er sinds 2008 jaarlijks door het Federaal Parket aan deze dienst overgemaakt?
5) Centrale Eenheid (UCE) :
a. Deze dienst beheert de nationale databanken met sporen (andere dan vingersporen) zoals schoensporen, handschoensporen, bandensporen, oorsporen, voetsporen, … Hoeveel data werd er in deze respectievelijke databanken opgeslagen, en dit sinds 2008? Graag de cijfers per jaar. Uit de gedachtepuntjes ("…") in de toelichting van de Federale Politie kan ik opmaken dat er nog databanken zouden zijn: graag ook de lijst en data hiervoor.
b. Deze dienst wordt ook ingezet voor "gespecialiseerde opsporingen ter plaatse die ofwel kostelijk en ingewikkeld materiaal vereisen, ofwel bedrevenheid in het gebruik ervan en/of specifieke kennis vereisen (bijvoorbeeld bloedspatanalyse)". Over welke waaier van onderzoeken gaat het hier en zijn hierover cijfers beschikbaar sinds 2008, per jaar?
c. De sectie ROBOT levert operationele steun door het maken van robotfoto's. Hoeveel worden er jaarlijks, sinds 2008, opgesteld in deze dienst? Is er een mogelijk te achterhalen in hoeveel van deze gevallen het een aanzet was tot het verkrijgen van een dader?
d. Ook reconstructie van het gelaat (in 2D en 3D) van onherkenbare slachtoffers is één van hun specialiteiten: hoeveel van deze reconstructies hebben er jaarlijks plaats, en dit sinds 2008? Is er een mogelijkheid te achterhalen in hoeveel van deze gevallen het een aanzet was tot het verkrijgen van een dader?
6) Gedragswetenschappen (GWSC) :
a. Onder deze afdeling situeren zich de verhoren met de polygraaf: hoeveel van deze verhoren vinden jaarlijks plaats, en dit sinds 2008?
b. Bij de gedragsanalyse is de profielanalyse de bekendste toepassing. Daarnaast kunnen de leden van deze sectie een inschatting maken van het risico dat geuite dreigingen (brieven of gedrag) ook uitgevoerd zullen worden. Hoeveel maal wordt er op deze sectie beroep gedaan jaarlijks, en dit sinds 2008, en opgesplitst per soort analyse? Is er een mogelijkheid te achterhalen in hoeveel van deze gevallen het een aanzet was tot het verkrijgen van een dader?
Vraag 1a.
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Investeringskosten |
945 385 |
352 326 |
446 404 |
850 321 |
Werkingskosten |
157 975 |
163 753 |
118 331 |
(1) |
(1) gegevens nog niet beschikbaar
De andere gevraagde gegevens zijn niet beschikbaar op centraal niveau binnen mijn departement.
Vraag 1b.
De dienst LABO wordt bestaat uit :
een politiecommissaris belast met onder meer de coördinatie van de laboratoria ;
een CALOG B belast met logistiek beheer (van zowel DJT als de laboratoria).
Vraag 2a.
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Gerechtelijke identificatiedienst –vingerafdrukbladen (tenprints) |
|
|
|
|
Aantal toegestuurde bladen |
74 446 |
91 119 |
115765 |
131 088 |
Op 23 juli 2012 bevatte de gegevensbank 1 390 291 fiches ‘tenprints’.
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Identificatiedienst – sporen (latent prints) |
|
|
|
|
Aantal behandelde dossiers met vinger- en/of handpalmsporen |
7 330 |
7 968 |
8876 |
9 313 |
Vraag 2b.
Opmerking: het aantal dossiers is niet te verwarren met het aantal sporen. Bijvoorbeeld: in 2011 bevatten de 9 313 dossiers samen 29 181 sporen.
Op 23 juli 2012 telde de gegevensbank 395 506 vingersporen.
Vraag 2c.
Op 23 juli 2012 zijn 375 185 handpalmfiches geregistreerd in de database van het APFIS-systeem, wat overeenstemt met 251 313 personen.
Op 23 juli 2012 zijn 13 858 handpalmsporen opgenomen in het APFIS-systeem (11 956 niet-geïdentificeerde sporen en 1 902 geïdentificeerde sporen).
Vraag 2d.
De informatie is niet beschikbaar op centraal niveau binnen mijn departement.
Vraag 2e.
Op 1 augustus 2012 staan 154 LIVESCAN’s in de politiezones en 28 binnen de Federale Politie. Een aantal politiezones beschikt wel over meerdere LIVESCANs’. Naar schatting is ongeveer 60 % van de politiezones uitgerust met het apparaat (ongeveer 120 uitgerust en 75 niet-uitgeruste).
Vraag 2f.
Vingerafdrukken maken geen voorwerp uit van uitwisselingsaanvraag. De GID ontvangt fiches van het buitenland om deze te vergelijken in de Belgische database. Dit is nu vrij beperkt (een paar aanvragen per week van Prüm- en niet-Prümlanden).
Vraag 2g.
|
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Identificatiedienst – Sporen (latent prints) |
|
|
|
|
|
Aantal dossiers waarbij minimum 1 verdachte geïdentificeerd werd. |
1 016 |
1 089 |
998 |
1709 |
2 119 |
De identificaties kunnen niet onderscheiden worden op basis van handpalm- of vingerafdrukken.
Vraag 3a.
Hieronder het aantal dossiers dat jaarlijks wordt behandeld door de dienst AUDIO.
2007 : 72
2008 : 56
2009 : 58
2010 : 57
2011 : 34
De dossiers bestaan uit :
het kopiëren van audioberichten ;
de kwaliteitsverbetering van geluidsopnames ;
analyse van de opnames.
Het verschil tussen 2007 en de andere jaren heeft betrekking op de stemvergelijking die uitgesteld werd ingevolge capaciteitsproblemen.
Vraag 3b.
Qua activiteiten LABO VIDEO :
|
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Aantal behandelde dossiers |
242 |
343 |
456 |
543 |
423 |
293 |
Aantal behandelde stukken |
|
|
683 |
|
|
|
Het aantal behandelde stukken werd voor 2008 berekend. Het verschil tussen het aantal dossiers en het aantal stukken is gelijk voor de andere jaren. Een bepaald dossier staat gemiddeld voor 1,5 stukken.
De sterke stijging tussen 2006 en 2009 wordt waarschijnlijk verklaard door het meer systematische gebruik van videomateriaal voor het toezicht op plaatsen en het gebruik ervan in gerechtelijke procedures werd vanaf 2009 « beheerst » dankzij een SLA voor herverdeling van de eerstelijnstaken terzake binnen de arrondissementele laboratoria.
Type opdrachten |
Procentuele schatting |
Beeldverbetering (met het oog op identificatie van personen of van een nummerplaat en op stemvergelijking) |
72 % |
Formaatomzetting (van digitaal naar digitaal) |
8 % |
Andere (supportkopie – analoog naar digitaal, videogrametrie, overeenkomsten naar voor brengen, videobeelden ter plaatse ophalen) |
20 % |
Er is geen beschikbare informatie beschikbaar over het materiële bewijs dat is geleverd door deze tussenkomsten (AUDIO – VIDEO).
Vraag 4a.
De opdrachten van de dienst R&D-QA beogen voornamelijk :
ontwikkeling en afstemming van de wetenschappelijke methoden en van de technieken ;
verbetering van de kwaliteit van de sporenopname ;
opzoeking en uitwerking van nieuwe technieken ;
coördinatie en centralisering van scripties.
Het vertrouwd maken van de politieambtenaren met de activiteiten van forensische expertise valt niet rechtstreeks onder de bevoegdheden van deze dienst. R&D-QA draagt hiertoe wel onrechtstreeks bij door :
het organiseren van en/of deelname aan verschillende werkgroepen rond verschillende thema’s betreffende de technische en wetenschappelijke politie (afstapping, biologische sporen, dactyloscopie – identificatie, dactyloscopie – waarheidsvinding, drugs) ;
een bijdrage aan de opleidingen ;
de verspreiding van nuttige informatie aan de betrokken politiediensten.
Vraag 4b.
De informatie is niet beschikbaar op centraal niveau binnen mijn departement.
Vraag 5a.
DATABASES
De UCE beheert de vergelijking van een aantal sporentypes die de labo’s opgenomen hebben. Ze verwerken deze in SDB (sporendatabank), i.e. een database om de vergelijkingen en opname van de resultaten en de vastgestelde linken te beheren. Volgende sporen worden in SDB gevat :
schoeiselsporen (voornamelijk sporen in twee dimensies o.w.v. kwaliteitsnormen) en referentieschoeiselsporen van mogelijke betrokkenen ;
werktuigsporen (in principe enkel sporen op gebroken cilindersloten) en referentiesporen van tangen die mogelijks gebruikt zijn om cilindersloten te breken en die bij mogelijke betrokkenen aangetroffen werden ;
oorsporen en –afdrukken van mogelijke betrokkenen ;
de mogelijkheid bestaat om vingerafdrukken (enkel om verbanden te leggen) en DNA-sporen (enkel informatie betreffende de afname) te vatten.
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Oorsporen |
406 |
414 |
533 |
328 |
Oorafdrukken (referentie) |
350 |
305 |
796 |
435 |
Werktuigsporen |
0 |
986 |
2 582 |
2 162 |
Werktuigafdrukken (referentie) |
0 |
309 |
857 |
658 |
Schoeiselsporen |
0 |
834 |
2 140 |
2 582 |
Schoeiselafdrukken (referentie) |
0 |
90 |
353 |
366 |
Vraag 5b.
Steun- en expertiseopdrachten
Het dienstaanbod van UCE (incl. afdeling « Robot ») omvat gespecialiseerde steun.
In materieel en personeel :
draagbaar systeem voor opdampen van cyanoacrylaat ;
vacuümmetaalopdamping ;
vacuümcyanoacrylaatopdamping;
gelliftscanning ;
3D-scan (werktuig-) sporen en gelaten.
Uitvoering van specifieke expertise :
morfologische analyse van bloedsporen ;
robotfoto ;
« post-mortem » tekening ;
bandensporen ;
schoeiselsporen ;
werktuigsporen ;
oorsporen ;
voetsporen ;
lichaamssporen (andere dan papillaire) ;
gelaatsvergelijking ;
gelaatswederopbouw ;
‘aging’.
Jaarlijks vinden 100 à 200 plaatsbezoeken plaats, waarvan de meeste bestaan uit een ondersteuning van de dactyloscopische onderzoeken (opdampen van cyanoacrylaat) of uit een morfologische expertise van bloedsporen. Hieronder een paar cijfers op de gevoerde expertisen :
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Morfologische analyse van bloedsporen |
14 |
15 |
15 |
23 |
Gelaatsvergelijking |
15 |
33 |
26 |
48 |
Schoeiselsporen |
62 |
133 |
61 |
80 |
Werktuigsporen |
27 |
117 |
142 |
137 |
Vraag 5c.
Gemiddeld ontvangt de afdeling “robotfoto” ongeveer 1 000 jaarlijkse aanvragen, wat een bruikbare robotfoto oplevert in ongeveer de helft ervan. De dienst ontvangt zelden feedback van het resultaat van de opzoekingen op basis van deze robotfoto.
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Robotfoto (aanvragen) |
908 |
1086 |
939 |
1000 |
Robotfoto (voldaan) * |
451 |
536 |
435 |
409 |
*De meeste aanvragen voor Brussel-Hoofdstad worden door een robotfototekenaar van de lokale politie Oudergem behandeld. De cijfers hiervan zijn niet in de tabel opgenomen.
Vraag 5d.
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Gelaatsreconstructie |
5 |
5 |
6 |
5 |
In dit raam wordt weinig feedback ontvangen. Bovendien is de gelaatsreconstructie een middel om een slachtoffer te identificeren via herkenning. Meestal is er geen direct verband met de dader.
Vraag 6a.
|
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
Gedragswetenschappen |
|
|
|
|
|
Aantal polygrafiedossiers |
356 |
385 |
366 |
447 |
508 |
Vraag 6b.
|
NL |
FR |
Totaal |
NL |
FR |
Totaal |
NL |
FR |
Totaal |
NL |
FR |
Totaal |
|
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
||||||||
Profiel onbekende dader |
8 |
13 |
21 |
11 |
NG |
|
7 |
5 |
12 |
9 |
5 |
14 |
Analyse bedreiging |
3 |
2 |
5 |
7 |
NG |
|
3 |
6 |
9 |
2 |
1 |
3 |
Voorbereiding verhoor |
6 |
20 |
26 |
7 |
NG |
|
13 |
23 |
36 |
19 |
14 |
33 |
Voorbereiding verhoor en bijstand tijdens het verhoor |
18 |
12 |
30 |
16 |
NG |
|
25 |
19 |
44 |
24 |
8 |
32 |
Andere gevoerde acties |
7 |
12 |
19 |
8 |
NG |
|
18 |
13 |
31 |
17 |
24 |
41 |
|
42 |
59 |
101 |
49 |
NG |
|
66 |
66 |
132 |
71 |
52 |
123 |
(NG = niet gekend – geen cijfers beschikbaar)
Verdere informatie is niet beschikbaar op centraal niveau binnen mijn departement.