Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4089

van Inge Faes (N-VA) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie - Storting aan de schatkist

Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie
begrotingscontrole
schatkist

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
30/1/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3234

Vraag nr. 5-4089 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Koninklijk Besluit van 7 januari 1998 houdende de organisatie van het administratief en financieel beheer van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, staat beschreven dat de inkomsten uit de verkoop van materiële of intellectuele producten die ten laste vallen van de gerechtskosten of uit de vervreemding van investeringsgoederen worden gestort aan de Schatkist.

Graag had ik dan ook de grootte van dit bedrag per jaar geweten, dit sinds 2008, en dit gespecificeerd per categorie.

Antwoord ontvangen op 30 januari 2012 :

Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek (NICC) heeft in de voorbije jaren volgende bedragen gestort aan de Schatkist. Het betreft steeds 75 % van de inkomsten die afkomstig zijn van de in het voorafgaande jaar geïnde gerechtskosten. Gezien de vertraging in betaling van de achterstallige facturen, zijn de gerechtskosten niet noodzakelijk gerelateerd aan de in het betreffende jaar gefactureerde bedragen.

2008 : 2 603 966,25 euro;

2009 : 2 225 471,79 euro;

2010 : 2 129 506,80 euro.

Het bedrag voor 2011 werd nog niet overgemaakt, maar bedraagt 1 969 198,97 euro.

We merken dat er een daling is van de gerechtskosten. Dit heeft voornamelijk te maken met de verruiming van de forensische dienstverlening van het NICC en zijn pogingen om de gerechtskosten onder controle te houden. Dit heeft echter ook een negatief effect op de financiering van het NICC.

De focus verschuift van routine-analyses naar meer gespecialiseerde, op maat gemaakte onderzoeken, naar meer advies.

De communicatie met de magistraat als opdrachtgever komt centraal te staan. Zo wordt binnen verschillende laboratoria van het NICC voor elk gerechtelijk dossier contact opgenomen met de vorderende magistraat. Overleg kan nuttig zijn om eventueel ontbrekend sporenmateriaal tijdig veilig te stellen. Overleg resulteert bovendien in een dynamisch tweerichtingsverkeer. Zo begrijpen de betrokken partijen het onderzoek beter, wat de feitelijke expertise en de interpretatie van de analyseresultaten ten goede komt. Deze manier van werken heeft ook zijn gevolgen voor de uitgaande facturen bij het NICC en dus zijn impact op de hoge gerechtskosten. Binnen het NICC is het in het wilde weg overtuigingsstukken onderzoeken verleden tijd. Vóór het uitvoeren van een gerechtelijke expertise worden eerst, in overleg met de magistraat, een aantal cruciale vragen beantwoord. Loont het gevraagde onderzoek? Wat is de kans op slagen, op resultaat? Welke onderzoeken leveren de snelste, de meest noodzakelijke resultaten op? Welke onderzoeken hebben de grootste kans om nuttige informatie te genereren? Welke overtuigingsstukken of sporen zijn beschikbaar? Welke dienen eerst onderzocht te worden? De magistraat wordt gecontacteerd en op de hoogte gesteld van de resultaten van de gratis pre-evaluatie van de opdracht. Dit leidt tot lagere facturen en een efficiënter gerechtelijk onderzoek.

Hierbij een concreet voorbeeld van een expertiseverslag dat op 12 mei 2011 werd verzonden inzake een vluchtmisdrijf met drie verdachten. Overtuigingstukken worden meestal gebundeld binnen één griffienummer. In de vordering wordt gevraagd over te gaan tot het opstellen van genetische profielen voor het betreffende griffienummer met name tweeëntwintig overtuigingstukken (handschoenen, schroevendraaier, puntbeitel, puffer, slijpschijven, flacon handgel, swabs wagen (stuur, pook, handrem), muts, pet, zaklamp….)).

Na contactname door een deskundige met de magistraat werd een selectie gemaakt op basis van de slaagkans op het verkrijgen van een volledig profiel.

Concreet betekent dit voor het betreffende dossier:

- analyse van tweeëntwintig overtuigingstukken werd gereduceerd tot tien overtuigingstukken (daling met 54 %);

- tweeendertig stalen werden gereduceerd tot veertien stalen (daling met 56 %);

- voor de verkoopsfactuur betekent dit dat het bedrag van 16 659 euro werd gereduceerd tot 5 645 euro (daling met 66 %).

Als resultaat werden drie zuivere, volledige mannelijke genetische profielen bepaald die werden overgemaakt aan de DNA-databank waarbij vergelijking met verdachte(n) mogelijk was.

Op de gestelde vragen verwacht de magistraat uiteraard een betrouwbaar antwoord. De deskundige dient te waken over de kwaliteit van zijn expertises. Interne en externe audits en een progressieve uitbouw van het kwaliteitssysteem (ISO17025) vragen extra inspanningen, maar werpen hun vruchten af.

Binnen het NICC wordt de statistische onderbouw van de resultaten als prioritair beschouwd. Het expertiseverslag evolueert van het droogweg opsommen van de analyseresultaten naar de interpretatie van wetenschappelijke data in functie van de elementen van het dossier waarvan de expert kennis heeft. Forensische statistiek en kansberekening bieden ondersteuning wanneer onze intuïtie ons in de steek laat. Binnen verschillende laboratoria van het NICC wordt daarom sinds kort gebruik gemaakt van het “theorema van Bayes”. Dit betekent eveneens een extra uitdaging en extra, maar is de sleutel tot succes.

Mede door de forensische mogelijkheden en de statistische onderbouw verhoogt de complexiteit van de opdracht van magistraat. Hierdoor wordt continue opleiding onontbeerlijk. Daarom wordt het geven van opleidingen door onze deskundigen aan onze gerechtelijke partners uitgebreid. Er werd onlangs een opleidingscatalogus opgesteld die binnen enkele weken kenbaar wordt gemaakt. Vijfentwintig Nederlandstalige en Franstalige opleidingen voor de verschillende forensische disciplines werden opgenomen