Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-401

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 november 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Verenigde naties (VN) - Mensenrechtencomité - Asiel en migratie - Geweld - Weinig bijstand aan slachtoffers van mensenhandel

illegale migratie
politiek asiel
verwijdering
mensenhandel
slachtofferhulp
verblijfsrecht
gespecialiseerde instelling van de VN
asielzoeker
Mensenrechtenraad van de VN

Chronologie

24/11/2010Verzending vraag
1/2/2011Herkwalificatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-402
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-415

Vraag nr. 5-401 d.d. 24 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

HHet Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties (VN) bracht in oktober 2010 een rapport (CCPR/C/BEL/CO/5) uit naar aanleiding van het vijfde periodieke verslag van België. Dit VN-rapport is bijzonder kritisch over de behandeling van asielzoekers bij een gedwongen uitwijzing.

Volgens het VN-Comité gebruikt België buitensporig geweld bij het uitwijzen van asielzoekers. Dat geweld ontwikkelt zich vooral in gesloten asielcentra en tijdens de eigenlijke uitwijzing. De slachtoffers kunnen vanwege hun illegaal statuut moeilijk klacht indienen. Bovendien worden de geformuleerde klachten te vaak als ongegrond afgedaan. Daarbij worden de slachtoffers beschuldigd van weerspannigheid of kan er onvoldoende bewijslast verzameld worden omdat de betrokkenen het land werden uitgezet. Het Mensenrechtencomité eist dat het geweld bij de uitwijzing van asielzoekers wordt bestreden en dat ook die mensen klachten kunnen indienen tegen ongeoorloofde behandelingen, zodat de verantwoordelijken daarvoor vervolgd en bestraft kunnen worden.

België zou ook te weinig bijstand verlenen aan de slachtoffers van mensenhandel. Verblijfsvergunningen worden enkel toegekend aan slachtoffers die meewerken met de gerechtelijke autoriteiten. Bovendien investeert België onvoldoende middelen in de bestrijding van de mensenhandel. Volgens dit VN-Comité moeten verblijfsvergunningen zonder de voorwaarde van gerechtelijke medewerking worden toegekend aan slachtoffers van mensenhandel en moet de staat de bijstand aan die personen verbeteren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bent u het eens met de conclusie in het rapport dat België buitensporig geweld gebruikt bij de uitwijzing van asielzoekers? Zo neen, kan u dit met feiten motiveren? Zo ja, welke stappen zult u doen om dit euvel te verhelpen? Voor welk geval dan ook, hoe zult en kunt u de VN-kritiek hieromtrent counteren?

2) Hoeveel klachten worden er ieder jaar ontvangen over het gebruik van geweld in gesloten asielcentra en tijdens de uitwijzing? Hoeveel van die klachten werden ongegrond verklaard? Hoeveel klachten leidden uiteindelijk tot een vervolging?

3) Gaat u akkoord met de conclusie in het rapport dat er zich ernstige problemen voordoen bij de behandeling van de klachten van deze asielzoekers? Zo neen, kunt u dit toelichten? Zo ja, welke stappen zult u doen om een betere behandeling van die klachten te garanderen?

4) Bent u het eens met de conclusie in het rapport dat België te weinig bijstand verleent aan de slachtoffers van mensenhandel? Zo neen, kunt u dit toelichten? Zo ja, welke stappen zult u doen om dit te verhelpen? Voor welk geval dan ook, hoe zult en kunt u de VN-kritiek hieromtrent counteren?

5) Welke (materiële en financiële) middelen besteed België aan de bestrijding van de mensenhandel? Acht u die aanpak voldoende en kunt u dit ook argumenteren? Mogen we in die context nieuwe initiatieven verwachten? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet?

6) Hoeveel verblijfsvergunningen werden in de afgelopen jaren toegekend aan de slachtoffers die met de gerechtelijke autoriteiten meewerkten? Hoeveel slachtoffers van mensenhandel hebben geen verblijfsvergunning gekregen omdat ze niet meewerkten met de gerechtelijke autoriteiten? Kunt u mij uitleggen waarom de laatste categorie niet automatisch een verblijfsvergunning krijgt zoals het Comité voorstelt?