Toegankelijkheid van liften voor personen met een handicap
lift
faciliteiten voor gehandicapten
lichamelijk gehandicapte
Unia
meergezinswoning
veiligheidsnorm
Myria
23/12/2011 | Verzending vraag |
23/12/2011 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3900
Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding heeft de aanbevelingen voor de toegang tot liften voor gehandicapten herzien.
Het Centrum vreest namelijk dat het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de veiligheid van liften moeilijkheden teweegbrengt voor de toegang, want het bepaalt de liften moeten worden uitgerust met een kooideur of met een elektronisch veiligheidsgordijn. Het plaatsen van een dubbele deur kan de beschikbare ruimte verkleinen, met als gevolg dat personen die zich in een rolwagen verplaatsen eventueel onmogelijk hun woning kunnen bereiken.
Het Centrum dringt aan op een wijziging van dit koninklijk besluit en voor het opnemen van de term redelijke aanpassing, zodat personen in een rolwagen de lift kunnen gebruiken.
1) Zal het koninklijk besluit worden aangepast, conform de aanbevelingen van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen?
2) Kan de Belgische Staat aansprakelijk worden gesteld voor het niet naleven van het verdrag van de Verenigde Naties inzake het toegankelijkheidsprincipe?
3) Kan, in sommige gevallen, personen met een rolwagen een speciale sleutel ter beschikking worden gesteld om de laserapparatuur tijdens het gebruik van de lift uit te schakelen?
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen :
1) Het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften moet strikt genomen niet aangepast worden om te voldoen aan de wensen van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen. De reglementering laat immers voldoende flexibiliteit toe. Voor alle zekerheid, kan dit besluit zodanig aangepast worden dat het behoud van toegankelijkheid duidelijker naar voor komt.
2) Rekening houdend met het antwoord op zijn de eerste vraag, zie ik niet in dat de Belgische Staat in gebreke zou kunnen worden gesteld voor het niet naleven van dit verdrag en dit zowel in het kader van de huidige wetgeving als met de aangepaste versie.
3) De vraag van het geachte lid betreft het uitschakelen van een veiligheidsvoorziening zoals een elektronisch lichtgordijn zodat de bruikbare oppervlakte van de lift iets vergroot voor mensen in een rolstoel. De mogelijke technische oplossingen om mensen in een rolstoel te garanderen nog gebruik te kunnen maken van een lift moeten geval per geval worden bekeken. De oplossing die hij voorstelt, is op zich niet goed, maar zou bijvoorbeeld in combinatie met een verlaging van de snelheid van de lift, wel kunnen aanvaard bekeken worden. Bij het zoeken naar een concrete oplossing moeten per geval verschillende elementen worden afgewogen:
het uitschakelen van een veiligheidsvoorziening stelt de gebruiker aan een hoger risico bloot;
de voorgestelde oplossing voor het uitschakelen van de veiligheidsvoorziening dient het oneigenlijke gebruik ervan zoveel mogelijk te verhinderen;
de toegankelijkheid voor gebruikers in een rolstoel dient zo goed mogelijk te worden behouden.