Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3690

van Louis Ide (N-VA) d.d. 16 november 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Centra voor menselijke erfelijkheid (CME) - DNA-tests - Gebruik - Aantal

DNA
genetica
ziekteverzekering
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

16/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-1539
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1368
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4206

Vraag nr. 5-3690 d.d. 16 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag herneemt eerder gestelde schriftelijke vraag nr. 4-128, op deze vraag ontving ik tot op heden nog geen antwoord.

Op 19 oktober 2007 verscheen in Artsenkrant het bericht dat België koploper is wat betreft het gebruik van moleculaire DNA-tests. Onder de ruim 200 000 tests die in 2005 werden uitgevoerd door de centra voor menselijke erfelijkheid (CME) waren er 62 500 moleculaire DNA-tests. Een simpele berekening leert dat er dit ongeveer 6 000 zijn per miljoen inwoners. Dit is beduidend meer dan in onze buurlanden. In Duitsland en Nederland doet men het met minder dan 3 000 tests per miljoen inwoners. Frankrijk zit net boven de 2 000 tests en het Verenigd Koninkrijk er net onder. Het totale volume aan genetische tests is zeer hoog in België. De centra halen ongeveer de helft van hun inkomsten uit tests voor mucoviscidose, prenatale tests bij zwangerschap boven vijfendertig jaar, tests voor factor V Leiden en karyotypering voor hemato-oncologie.

Tot deze conclusies kwamen onderzoekers van het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE). Aangezien deze DNA-tests een duur gegeven zijn, betreft dit ook een grote uitgavenpost. De jaarlijkse groeinorm van deze tests (8 %), baart het KCE zorgen. Zij bevelen dan ook een gesloten budget aan, zoals dat nu al het geval is in de klinische biologie; en pleiten ook voor meer transparantie in de boekhouding van de CME.

Het rapport van het KCE laat wel enkele vragen onbeantwoord en daarop zou ik graag een antwoord hebben gehad.

1) Hoeveel van deze moleculaire DNA-tests werden uitgevoerd in Vlaanderen?

2) Hoeveel van deze moleculaire DNA-tests werden uitgevoerd in Wallonië?

3) Hoeveel van deze moleculaire DNA-tests werden uitgevoerd in Brussel?

4) Hoeveel geld vanuit het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) vertrekt er naar de moleculaire centra in Brussel en hoeveel dergelijke centra zijn er?

5) Hoeveel geld vanuit het RIZIV vertrekt er naar de moleculaire centra in Vlaanderen en hoeveel dergelijke centra zijn er?

6) Hoeveel geld vanuit het RIZIV vertrekt er naar de moleculaire centra in Wallonië en hoeveel dergelijke centra zijn er?