Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3560

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 oktober 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Belastingskantoren - Sluiting - Verhuis ambtenaren - Effecten

belastingadministratie

Chronologie

24/10/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4877

Vraag nr. 5-3560 d.d. 24 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De media berichtten recent over de sluiting van ongeveer de helft van de gedecentraliseerde belastingskantoren. Tussen 2004 en 2010 verdwenen er zo al honderdachtenzestig kantoren, naar verluidt vooral in Brussel en Vlaanderen. In Brussel blijven er negentien van de oorspronkelijke eenenzeventig over, in Vlaanderen blijven er nu tweehonderdzestien (min vijfentachtig) en in Wallonië honderdeenenzeventig (min eenendertig) over.

Deze beslissingen veroorzaken heel wat gevolgen, onder andere voor het personeel, maar ten gronde betekent dit een aanslag op de dienstverlening naar de bevolking.

Hierover de volgende vragen:

1) Op basis van welke motiveringen besloot de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën tot deze grootschalige sluitingsoperaties? Welke positieve effecten werden van deze operaties verwacht? In welke mate worden deze beoogde effecten ook bereikt? Kan de geachte minister dit concreet staven en illustreren?

2) Hoe verklaart hij dat het verdwijnen van deze kantoren een concreet en tastbaar gevolg heeft voor de dienstverlening aan de bevolking, onder andere voor mensen die op deze kantoren beroep doen om hun belastingsbrief in te vullen. Hij zal argumenteren dat dit steeds meer automatisch gebeurt, maar weet hij hoeveel burgers er jaarlijks beroep doen op de belastingsdiensten voor persoonlijke hulp bij het invullen van hun belastingsbrief? Hoeveel van deze dienstverlening valt weg door het verdwijnen van dit groot aantal kantoren?

3) Hoe verklaart hij de disproportie tussen het aantal resterende kantoren en de bevolking van de gewesten? Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt uiteraard veel minder een verplaatsingsprobleem en lijkt de concentratie van diensten minder een probleem, maar in Wallonië (30 % van de bevolking) blijft er 42 % van de kantoren over, in Vlaanderen (60 % van de bevolking) blijft er maar 53 % van de kantoren over.

4) Naar schatting 2000 ambtenaren zullen quasi worden verplicht om te verhuizen. In welke mate worden deze ambtenaren gecompenseerd en begeleid voor deze verhuis? Welke maatregelen gelden er in deze gevallen? Hoeveel kosten deze maatregelen?