Consumentenkrediet - Microkredieten voorgesteld op internet en via sms - Geldigheid van de contracten - Gevaar voor overmatige schuldenlast
microkrediet
consumptief krediet
bescherming van de consument
18/10/2011 | Verzending vraag |
7/11/2011 | Antwoord |
Crédal, een pluralistische organisatie voor sociaal krediet, zou bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie klacht hebben ingediend tegen een maatschappij voor microkredieten wegens oneerlijke reclame en misbruik van een zwakke positie.
Crédal verwijt die maatschappij kleine leningen voor te stellen via sms aan een volgens haar zwak publiek dat moeite zou hebben om rond te komen.
De kosten van de leningen zouden ook buitensporig zijn in verhouding tot de geleende bedragen. De kredietmaatschappij stelt op haar internetsite inderdaad leningen van 50 tot 200 euro voor via sms of via internet voor een duur van vijftien tot dertig dagen. Als de ontlener niet, of niet volledig terugbetaalt op de overeengekomen vervaldag, is hij een verwijlintrest verschuldigd berekend volgens het wettelijk tarief op het bedrag dat nog niet betaald is, te rekenen vanaf de vervaldag tot de volledige terugbetaling van de betrokken som. Bovenop die intresten komen kosten van ingebrekestelling die oplopen tot 10% van het verschuldigde bedrag, met een minimum van 10 euro, evenals een forfaitaire schadevergoeding van 15% van de niet-betaalde bedragen, met een minimum van 30 euro.
Door de lening te beperken tot maximum 200 euro voor een maximumduur van een maand, zou die maatschappij ook aan de wet op het consumentenkrediet ontsnappen: een consultatie of registratie bij de Centrale voor kredieten aan particulieren, een kredietovereenkomst in de vereiste vorm of bescherming van de consument zouden ontbreken.
Bevestigt u die informatie? Zijn via sms gesloten contracten geldig? Bestaat het gevaar niet dat door die makkelijke, snelle en zeer dure kredieten de overmatige schuldenlast toeneemt, vooral als dat soort maatschappijen uitbreidt? Bevindt die praktijk zich op de rand van de legaliteit? Microkrediet wordt immers meestal toegekend om een specifieke uitgave te kunnen doen in een bepaald project dat wordt voorgesteld door de begunstigde. Dat lijkt hier niet het geval te zijn.
1.Het is inderdaad zo, dat artikel 3, § 1, 3°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (WCK) de kredietovereenkomsten zonder interest waarbij het krediet binnen een termijn van twee maanden moet worden terugbetaald en waarbij de kredietgever kosten vraagt die lager zijn dan vijftig euro per jaar, volledig uitsluit van het toepassingsgebied van de WCK.
2.Aangezien er voor dit soort krediet geen bijzondere regelgeving voorhanden is, dient de kredietgever, wat de ondertekening van het « contract » betreft, zich ook niet aan een specifiek vormvereiste te houden. De leningovereenkomst valt onder het algemene regime van het Burgerlijk Wetboek.
3.Dergelijke praktijk, waarbij doelbewust voor handelsdoeleinden gebruik wordt gemaakt van de uitzondering van de wet, bevindt zich op het randje van de wet. Dit soort lening geniet evenwel de bescherming, geboden door de wetgever in het Burgerlijk Wetboek, met name in het artikel 1907ter, dat de rechter machtigt, om, op vordering van de lener, diens verplichtingen te beperken tot de terugbetaling van het geleende kapitaal en de betaling van de wettelijke interest. Krachtens artikel 494 van het Strafwetboek ten slotte, « wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van duizend [euro] tot tienduizend [euro] of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die zich wegens een in enigerlei vorm aangegane geldlening voor zichzelf of voor een ander een interest of andere voordelen doet beloven, die de wettelijke interest overschrijden, indien hij er een gewoonte van maakt de zwakheden of de hartstochten van de lener te misbruiken. Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die zich wegens een in enigerlei vorm aangegane geldlening voor zichzelf of voor een ander een interest of andere voordelen doet beloven, die klaarblijkelijk de normale interest en de dekking van het risico van die lening overschrijden, indien hij er een gewoonte van maakt de behoeften of de onwetendheid van de lener te misbruiken (…). »