![]() |
![]() |
Fertiliteit - Medisch begeleide voortplanting - Forfaitaire vergoeding - Erkende laboratoria
kunstmatige voortplanting
ziekteverzekering
remgeld
officiële statistiek
geografische spreiding
30/9/2011 | Verzending vraag |
7/12/2011 | Dossier gesloten |
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4258
Sinds 1 januari 2009 is een aanvullende forfaitaire vergoeding in werking voor de farmaceutische specialiteiten gebruikt bij vrouwelijke onvruchtbaarheid. Vòòr 2009 factureerde men de afgeleverde specialiteit per stuk. Het forfait MBV1 wordt gebruikt in het kader van een In vitro fertilisatie (IVF) en Intra cytoplasmatische sperma injectie (ICSI) behandeling, het forfait MBV2 wordt gebruikt bij de ontvanger van ovocyten (kunstmatige cyclus) in het kader van een ovocytendonatie, en het forfait MBV3 principieel bij intra-uteriene inseminatie.
Fertiliteitsbehandelingen kunnen in principe slechts worden verstrekt door erkende zorgprogramma's type A en B.
Een advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen over de "Zorgprogramma's reproductieve geneeskunde" van mei 2011 toonde aan dat heel wat ziekenhuizen zonder zulke zorgprogramma's behandelingen door middel van ovulatiemonitoring, ovulatie-inductie met clomifeencitraat, ovulatie-inductie met gonadotrofines en intra-uteriene inseminatie (IUI) na spermacapacitatie aanbieden.
Geachte minister, graag had ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Hoeveel erkende laboratoria voor klinische biologie die spermacapacitaties uitvoeren zijn inmiddels als intermediaire structuur door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) erkend? Graag had ik een lijst verkregen van deze erkende laboratoria.
2) Hoeveel spermacapacitaties werden er in de afgelopen vijf jaar, waarvoor data beschikbaar zijn, uitgevoerd? Welk was hiervoor het terugbetaalde bedrag? Hoeveel unieke personen verkregen daarvoor een terugbetaling? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar, per gewest en per aard van de instelling (Zorgprogramma reproductieve geneeskunde A, Zorgprogramma reproductieve geneeskunde B en andere).
3) Hoe vaak werd er sinds 1 januari 2009 respectievelijk een MBV1, MBV2 en MBV3 forfait (zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 6 oktober 2008 houdende invoering van een forfaitaire tegemoetkoming voor de behandeling van vruchtbaarheidsstoornissen bij vrouwen ) uitgereikt? Welk was hiervoor het terugbetaalde bedrag? Hoeveel unieke personen verkregen daarvoor een terugbetaling? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per geneesmiddel, per jaar en per gewest.